Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Racisme in koninklijke kringen?

  •  
08-08-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1660 keer bekeken
  •  
indie1

‘Proost’. Dienstplichtige militairen op weg naar Indonesië in 1946 – Nationaal Archief

Indië verloren: selling a colonial war is de titel van een documentaire die onlangs op televisie is uitgezonden.

De Nederlandse filmmaker Joris Ivens weigerde in 1946 mee te werken aan propagandafilms over de zogenoemde bevrijding van Nederlands-Indië. In plaats daarvan produceerde hij in Australië Indonesia Calling, een film die de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd vanuit een heel ander perspectief belichtte. De documentaire werd in Australië vertoond, maar in Nederland gecensureerd en zelfs in de jaren zestig nog actief geboycot. En Joris Ivens werd jarenlang ‘gecanceld’.

De film vormt een krachtig tegenverhaal bij het dominante koloniale narratief, dat decennialang de beeldvorming bepaalde. Dat beeld begon al eerder te kantelen, onder andere op 7 maart 1943, toen het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Jakarta van zijn sokkel werd gehaald. Waar Coen in Nederlandse ogen symbool stond voor handel en beschaving, zagen veel Indonesiërs in hem de belichaming van onderdrukking en slavernij. Het beeld, in 1876 geplaatst door de koloniale autoriteiten, werd onder luid gejuich verwijderd: een symbolische stap in een al langer sluimerend streven naar onafhankelijkheid.

De onafhankelijkheid van Indonesië werd op 17 augustus 1945 officieel uitgeroepen door Soekarno, met de woorden: "Wij, het volk van Indonesië, verklaren hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië." De Japanners hadden de Nederlanders eerder al verdreven, waardoor de weg vrij leek voor soevereiniteit. Maar Nederland weigerde het verlies van zijn ‘gouden kolonie’ te aanvaarden. De gevleugelde uitspraak "Indië verloren, rampspoed geboren" vatte de nationale angst treffend samen: zonder Indië zou Nederland economisch ten onder gaan. Wat volgde was een bloedige onafhankelijkheidsoorlog.

Na afloop van deze koloniale oorlog werd er in Nederland nauwelijks openlijk over gesproken. De gebeurtenissen verdwenen in wat wel een ‘historische doofpot’ genoemd wordt. De werkelijkheid werd verzwegen, vervormd en soms ronduit verdraaid. De autoriteiten vermeden doelbewust het gebruik van het woord ‘oorlog’, want hoe kon men oorlog voeren tegen een gebied dat officieel tot het Koninkrijk behoorde?

indie2

In 1942 brengt Wilhelmina een bezoek aan Canada. Minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens vierde van rechts – Nationaal Archief

In de documentaire stelt een historicus dat de Nederlandse bevolking werd misleid. Het officiële verhaal luidde dat Nederland de Indonesiërs kwam helpen en bevrijden: een frame dat diep verankerd raakte in het collectieve bewustzijn. In werkelijkheid ging het om het behoud van economische en politieke macht.

Een sleutelrol in deze eufemistische benadering speelde de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens. Hij introduceerde in de ministerraad de term ‘politionele acties’, een eufemistische formulering die suggereerde dat het slechts om binnenlandse ordehandhaving ging. Als ambassadeur in Washington gebruikte hij de term opnieuw om de ware aard van het gewapend conflict te verdoezelen. Zo nestelde het begrip zich stevig in het Nederlandse taalgebruik en in de geschiedenisboekjes. Vijf decennia lang verduisterde deze term van Van Kleffens het werkelijke karakter van wat een grootschalige, bloedige koloniale oorlog was.

ivens

Op het Filmfestival in 1989 in Rotterdam wordt Ivens niet meer geboycot. Hier op de foto met Beatrix en zijn vrouw Marceline Loridan – Nationaal Archief

Uit de documentaire Indië verloren: selling a colonial war blijkt bovendien hoe diep het koloniale denken zat, ook binnen het Nederlandse koningshuis. Tijdens een bezoek aan president Roosevelt in 1942 sprak koningin Wilhelmina openlijk over ‘koppensnellers’ op Borneo en verklaarde over Nieuw-Guinea dat “de mensen daar de laagste vorm van menselijk leven op aarde vertegenwoordigen. Hun schedels zijn het minst ontwikkeld en zij begrijpen beschaving waarschijnlijk minder dan welk volk ook.” Zulke uitspraken illustreren de wijdverbreide racistische opvattingen, niet alleen aan het hof, maar ook in brede lagen van de samenleving. De bewoners van de koloniën werden gezien als minder dan mensen, als ‘dieren’ zonder rechten.

Tegen dit beeld kwam gelukkig ook verzet. Joris Ivens was daar een sprekend voorbeeld van: zijn film Indonesia Calling bood een alternatief perspectief op de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en liet zien hoe havenarbeiders in Australië solidair waren met de Indonesische zaak.

Toch probeerden veel Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog zo snel mogelijk terug te keren naar Indonesië. Niet om te helpen, maar om opnieuw te profiteren van een gebied dat eeuwenlang als wingewest had gefungeerd. Men weigerde los te laten wat men beschouwde als een onuitputtelijke bron van rijkdom. De gevolgen daarvan waren tragisch: een gewelddadige, bloedige oorlog, verborgen onder een misleidende naam…

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor