Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Rampzalige tijding

  •  
04-06-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
2524 keer bekeken
  •  
ANP-516853333

Berusten wij in een mogelijk gruwelijk lot of zijn wij domweg grenzeloos opportunistisch?

Vind u het ook zo opvallend dat mensen die tegen het verkeer in fietsen, over de stoep of anderszins hun zelfverkozen weg volgen, dat doen met een grote, schaapachtige, zichzelf vergoeilijkende grijns op hun gezicht?                        Zonder uitzondering zoeken hun ogen bij voorbaat de onze om een mogelijke afkeurende blik onmiddellijk, eigenlijk al bij voorbaat, te pareren. Alsof ze willen zeggen: “Natuurlijk, ik weet dat dit niet mag en ik u hinder, u bijna voor de sokken rijd of zelfs een beetje in gevaar breng. Maar dat vind u toch niet erg?”.  Nee hoor, dat vinden wij helemaal niet erg. Als u dan ook maar begrijpt dat wij óok gewoon onze normale gang gaan en u daar wel eens ernstig hinder van zou kunnen ondervinden.

In het dierenrijk is het tonen van de tanden zelden bedoeld als teken van vrijblijvende vrolijkheid. Het betreft veelal submissief gedrag waarvan degene die ze uitbundig toont vooral pleegt uit te drukken; Goed volk, ik lig al op mijn rug, geen kwaad in de zin. Tekens van onderwerping dus die in het gedrag van bovengenoemde menselijke variant precies het tegenovergestelde wil uitdrukken.“ Natuurlijk zit ik hartstikke fout, dat doe ik namelijk altijd, maar met die domme glimlach kan ik fijn mijn eigen weg gaan want dan lijkt het minder erg en wijkt de domme tegenligger vanzelf”.

Buiten de waard gerekend beantwoordt ik de brutalen steevast met hun eigen methode. Met diezelfde stompzinnige glimlach vervolg ik mijn weg zonder maar een milimeter te wijken. Logisch toch m’n beste wegpiraat. Als u op de rand wil leven dan pakt u ook de onvermijdelijke consequenties. Dat vergt soms enige stuurkunst of laat fietsen langzaam tegen elkaar tot stilstand komen, maar schenkt wel voldoening. Meegaan in dit moedwillig onnozele gedrag doen we in geen geval.                 

Die harde confrontatie doet de domme grijns snel verworden tot het ware gezicht van de scheefrijder/loper; dat van het geborneerde mombakkes. Het verongelijkte kind dat zijn zin niet krijgt. De gekrulde mondhoeken zakken omlaag en de ogen staan op een mengsel van angst en onversneden haat. Hun Goddelijke weg is gekruist door een malle, fatsoenlijke medeweggebruiker en die rijdt hen zomaar in de onbeschofte wielen. Wat een botte onwil!

Kuddegedrag valt of staat bij de gratie van die ene dwarsligger. Maar valt die rol van kuddedier ons van tijd tot tijd niet allen ten deel?

03/06/25 08.46 diezelfde dag. Het toneel: Een groot treinstation in Nederland. Een omineuze melding klinkt; “Attentie, u dient het gebouw onmiddellijk te verlaten via de aangegeven nooduitgangen”. Geen mens maakt aanstalte tot gevolggeving aan die boodschap. Winkelpersoneel sluit aarzelend de deuren. Een Amerikaanse toerist informeert geschrokken naar de gedane mededeling.  Ze was in de vertrekhal al “..aware of a lot of sudden Police-activity..”. Het omroepbericht blijft klinken en onze trein zal over drie minuten vertrekken. Overwegen de reizigers in stilte uit te stappen of gokt men op een veilig heenkomen zodra de trein het station verlaten heeft? Er wordt geen laptop dichtgeklapt. Van klam zweet geen spoor. Wij hebben afspraken, werk dat wacht en de normale gang van zaken te gaan die onverwijld dienen door te denderen. Geen storende steentjes in de schoen van vooruitgang. De cadans van alledag houdt ons immers op de rails.

Reeds ingestapte passagiers blijven bewegingloos op hun plaats en de trein blijft zich vullen met gehaaste, rolkofferende reizigers. Ook het treinpersoneel geeft opvallend weinig blijk van enige paniek. De mededeling geldt dan ook vooral de steeds leger wordende perrons maar klinkt niet ín de trein. Ik betrap mijzelf op wonderlijk kuddegedrag. Op je plaats blijven zitten terwijl gevaar dreigt. Zitten we met z’n allen in een rijdende bom of betreft het een brandalarm dat per abuis is afgegaan? Vanwaar toch die overwegingen, bij imminent gevaar dient de kudde als een pijl uit de boog op de vlucht te slaan!

Zitten we hier verstijfd van schrik, berusten wij in een mogelijk gruwelijk lot of zijn wij domweg grenzeloos opportunistisch?

Pas bij het verlaten van de trein op het station van bestemming daagt het. Wij zijn verworden tot apathische angsthazen dan wel dapperen die het lot gelaten tartte.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor