Leon Verdonschot kiest ervoor om de pijn en frustratie achter Benkaddours woorden te negeren. In plaats daarvan blijft hij de pen gebruiken om vooroordelen te voeden en olie op het vuur te gooien.
Leon Verdonschot beweert in zijn artikel in Nieuwe Revu dat Fati Benkaddour zich schuldig maakt aan haatzaaien en geweldsverheerlijking. Natuurlijk, het woord 'Marokkaan' is een mediageheim wapen: het trekt aandacht. Wij, Marokkanen, zijn overal – of het nu in de Tweede Kamer is of in de media, er is altijd wel een Mocro die volgens de Nederlandse maatstaven iets ‘fout’ doet. Misschien zou Nieuwe Revu zich beter kunnen richten op mooie auto’s en Quote 500-lijstjes in plaats van te pretenderen echte journalistiek te bedrijven.
Dit alles begon naar aanleiding van een stuk van Benkaddour op Joop.nl, een platform van BNNVARA. Maar laten we bij de kern blijven. Heeft Verdonschot haar boodschap werkelijk goed gelezen? Het lijkt er eerder op dat hij haar woorden heeft verdraaid om ze in zijn narratief te laten passen. Deze aanpak doet niet alleen onrecht aan Benkaddours intenties, maar ook aan het bredere gesprek over systematische uitsluiting en racisme dat zij wil voeren.
Benkaddour schrijft vanuit haar eigen ervaringen als Nederlandse Marokkaanse. Haar woorden zijn allesbehalve haatdragend; ze legt juist de vinger op de zere plek van structureel racisme. Verdonschot, daarentegen, selecteert enkel passages die zijn beschuldiging van ‘geweldsverheerlijking’ ondersteunen, terwijl hij de volledige context negeert. Zo’n oppervlakkige benadering draagt niets bij aan de discussie en laat geen ruimte voor nuance.
Het lijkt bijna een strategie: de zogenaamde ‘Marokkaanse dreiging’ benadrukken. Heeft hij überhaupt de moeite genomen om bronnen te checken of cijfers te verifiëren? Of was hij alleen maar uit op een sensationeel artikel? Echte journalistiek vraagt om diepgang en zorgvuldigheid, maar Verdonschot kiest voor de makkelijke weg. Het woord ‘Marokkaan’ verkoopt immers, terwijl hij profiteert van het privilege om vrijuit te schrijven zonder zelf ooit geconfronteerd te worden met structurele discriminatie. Dat is pas ‘white privilege’.
Als je zulke zware beschuldigingen uit, moet je tenminste de moeite nemen om de andere kant van het verhaal te begrijpen. Maar nee, Verdonschot kiest ervoor om de pijn en frustratie achter Benkaddours woorden te negeren. Het is hypocriet: hij oordeelt op basis van zijn eigen interpretatie, zonder echt te luisteren. Dat soort gemakzuchtige reacties komen vaak voor bij rechts, waar men overgevoelig reageert op kritische geluiden en discussies snel afdoet met stereotypes.
Fati Benkaddour spreekt geen haat uit. Ze geeft een stem aan haar gemeenschap en de strijd om erkenning in een samenleving die hen blijft afwijzen. Haar woorden zijn geen geweldsverheerlijking, maar een oproep om eindelijk gezien te worden. Verdonschot verdraait deze boodschap en versterkt daarmee het negatieve beeld van een gemeenschap die al dagelijks met uitsluiting worstelt. Zijn artikel doet niets anders dan misverstanden voeden en een hele groep verder marginaliseren. Dat is niet alleen gemakzuchtig, maar ook schadelijk.
Als Nederlandse Marokkaan zie ik Verdonschots stuk niet alleen door een persoonlijke, maar ook door een maatschappelijke lens. Wat is zijn doel? Wil hij echt racisme en discriminatie aankaarten, of draagt hij bewust bij aan een negatief frame over een gemeenschap die sinds de jaren ’60 meebouwt aan Nederland? Zijn woorden raken niet alleen Benkaddour, maar een hele generatie die dagelijks bewijst méér te zijn dan stereotypes. Toch kiest hij ervoor om te blijven hangen in gemakzuchtige frames en een gebrek aan nuance.
Het zou Verdonschot sieren als hij niet direct in de aanval ging, maar met een open blik naar de zorgen van Benkaddour en de Marokkaanse gemeenschap zou luisteren. Maar dat vraagt inzet, en blijkbaar is dat te veel gevraagd. In plaats daarvan blijft hij de pen gebruiken om vooroordelen te voeden en olie op het vuur te gooien.
Een gemiste kans.