De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is vandaag met een nieuw en belangrijk rapport gekomen over wat de overheden, de lokale en de Rijksoverheid, te doen staat om onze samenleving blijvend van dienst te zijn. Ook zeer van waarde is dat wijlen Mathieu Segers genoemd is als een van de samenstellers van dit rapport. Ik heb hem vaker persoonlijk bedankt voor zijn intellectuele moed om Nederland een kritische spiegel voor te houden over de desastreuse institutionele gevolgen van het tijdperk-Rutte en diens leiderschapsstijl van wheelen en dealen. (Zie een van zijn beste stukken hierover hier.)
Dit WRR-rapport lijkt mij een verademing voor iedereen die zich bewust is van het belang van een vitale overheid en hoe bepalend die is voor het overeind houden van onze democratie, welvaart en welzijn. De Rijksoverheid (en ik beperk mij even tot de Rijkoverheid en ga niet in op het stuk over lokale overheden in het WRR-rapport) zit al jaren in moeilijk vaarwater, met het kinderopvangschandaal en Groningen en wat mij betreft ook de huidige wooncrisis als dieptepunten. De kritiek op de Rijksoverheid in afgelopen jaren is dan ook niet mals. Daar is alle reden toe.
Naast terechte woede en verontwaardiging vanuit de publieke opinie over overheidsdiensten die het leven van vele burgers hebben vermorzeld in plaats van de burgers bij te staan, was er in afgelopen jaren veel politieke profilering op dit thema. Dat laatste riekte nogal naar politiek opportunisme (zieltjes winnen) of erger nog, politieke afrekening. Pieter Omtzigt en zijn partij in het bijzonder zijn groot geworden met als branding de ‘nieuwe bestuurscultuur’. De nodige verandering werd in deze door NSC enerzijds gereduceerd tot het afslanken van de Rijksoverheid: minder belastinggelden naar minder ambtenaren. Anderzijds richtte NSC de giftigste pijlen op een heel specifiek onderdeel van de Rijksoverheid. De Algemene Bestuursdienst, verantwoordelijk voor de werving en ontwikkeling van topambtenaren moest worden afgeschaft en de communicatieafdelingen van alle departementen moesten drastisch afgeslankt. Met topambtenaren en spindoctors had Omtzigt een appeltje te schillen, vandaar.
Wat een opluchting dat er nu een nuchter rapport is gekomen uit de wetenschappelijke hoek en gericht op het beter maken van de Rijksoverheid, niet geschreven vanuit politiek opportunisme of rancune. Ik heb de afgelopen vijfenhalf jaar als organisatie-socioloog met als bijzondere aandachtspunten diversiteit en inclusie mogen meedoen, meekijken en meelopen binnen de Rijksoverheid en ik ben het vanuit mijn waarneming en ervaring van harte het eens met alles wat de WRR aanbeveelt. In het bijzonder over de noodzaak van het herijken van de waarde van een deskundige overheid boven een overheid als procesmanager.
Toch zou ik zowel de samenstellers als het ambtenarenkorps, dat hiermee hopelijk aanslag gaat, van een ander eenvoudiger toch wellicht diepgaandere duiding willen voorzien wat de Rijksoverheid in haar ontwikkeling in de weg zit.
Net als ieder mens, kent iedere organisatie bepaalde diepgewortelde karaktereigenschappen. Om bij te dragen aan het verdiepen en verduidelijken waarom de Rijksoverheid aan gezag en vertrouwen heeft verloren in de afgelopen jaren en wat de Rijksoverheid te doen staat moeten we die verkennen. De huidige gezag- en vertrouwenscrisis van de Rijksoverheid heeft in mijn ogen in essentie te maken met de organisatiecultuur en de daarbij behorende schaduwzijde van een belangrijk en bepalend karakter van de organisatie.
Die karaktereigenschap heeft alles te maken met de wil om te harmoniseren. Nederland is in de naoorlogse geschiedenis van Europa een van meest stabiele landen gebleken. Dat is mede dankzij een stevige en robuuste overheid die vooral goed is geweest in het harmoniseren. Harmoniseren als raison d'être van een nationale overheid, daar is er niets mis mee. Maar we zijn in vele opzichten in een hele andere, veel dynamischere wereld beland in de 21e eeuw. Of het nu de virussen zijn, de financiële markten of de vlammen van oorlog en ellende elders, ze kunnen ons veel eerder en gemakkelijker bereiken. En dat in een samenleving die door het ontstaan van superdiversiteit ook veel minder voorspelbaar, minder homogeen en ook minder eensgezind is.
Eenzijdig de nadruk blijven leggen op harmonie gaat ten koste van innovatieve souplesse. Dat heeft de Rijksoverheid behoorlijk uit evenwicht gebracht. Daar zit – in mijn ogen - de bron van de huidige crisis.
We zijn toe aan nieuw evenwicht door de feitelijke dialectiek van onze tijd aan te gaan en naar harmonie te streven, en dat op meerdere fronten. Laat mij dit doen door in te zoomen op drie thema’s die de behoefte aan een nieuw evenwicht tussen harmonie en dialectiek verduidelijken.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.