Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

Rotterdamse iconen: Pim Fortuyn en Het Graf van de Onbekende Dichter

  •  
21-10-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1093 keer bekeken
  •  
ANP-327896616

De Markthal - de Zeppelinhangar zonder Zeppelin erin - heeft het verlangen naar grote iconen in Rotterdam hopelijk voor een poosje ruim bevredigd. Grote iconen zijn goed voor de identiteit van een stad, ongetwijfeld. Bovendien trekken zij toeristen. Zeker, ook niet onbelangrijk (economisch gezien).

Maar hoe is het met de kleine iconen gesteld? Ook zij zijn goed voor de identiteit van de stad. Zij kunnen bijvoorbeeld de bloedeloze buitenwijken van Rotterdam wat meer cachet, wat meer karakteristieks geven. En ook zij kunnen toeristen trekken.

Het is op het gebied van de kleine iconen, dat Rotterdam het nogal laat afweten. Op dit pijnlijke feit werd ik werd ik op een goede (?) dag in het recente verleden geattendeerd, toen ik een uitnodiging kreeg van Poetry International om de onthulling van het Graf van de Onbekende Dichter op de Westersingel bij te wonen.

Het vreemde daaraan was, dat daar zeker zo'n 30 jaar geleden, zo herinnerde ik mij, ook al eens een 'onthulling' van was geweest. Toen werd de grote plataan die de waterkant van Westersingel siert tot ‘Graf van de Onbekende Dichter’ gedoopt door Breyten Breytenbach, de Zuid-Afrikaanse dichter en anti-apartheid activist. Dit alles in afwachting van het echte ‘Pére Lachaise-achtige graf’, dat er te zijner tijd daar zou worden aangelegd.

Ook ditmaal zou de ceremonie door Breyten Breytenbach verricht worden. En daar stonden we dan met 34 mensen in de regen en luisterden naar Breytenbachs gedicht ‘34 mensen in de regen’. Dat gedicht ging dus over de vorige keer. Ja, dat schiet niet bepaald op. Want alles wat er nu werd onthuld, bleek een minuscuul metalen vierkantje met daarop de tekst Het graf van de Onbekende Dichter. En dat was dat.

Maar eens nagevraagd bij Hans Abelman, de Beeldenman van de stad, hoe een ander de vorige keer in elkaar zat. De vorige ‘Graflegging’ was eigenlijk een verkapte vorm van actie voeren geweest tegen de intentie van de gemeente om de plataan te kappen. De boom zou langzaam wegzakken in de veengrond. (Nu meer dan dertig jaar later staat hij nog fier overeind. Niets aan de hand.)

Het is een goed voorbeeld van wie de werkelijke machthebbers in onze havenstad zijn. Twee archetypen. Kapitein Kappie kapt de bomen en Kapitein Slopie sloopt de huizen.

Maar ook was er toentertijd méér aan de hand. De plaats onder de plataan was door de gemeente tot Vrijplaats verklaard. Er was een zeepkist neergezet en iedereen kon daar dan op zijn zegje zeggen net als in het Hyde Park in Londen.

Maar de enige die kwam, was Glimmerveen, de toenmalige voorman van de Nederlandse Volksunie. Dus er moest steevast een cordon agenten om die Glimmerveen heen om hem het Antifascistisch front en het Antiracistisch front, etc. , die hem het spreken wilden beletten, van het lijf te houden.

De architect Hans van Heel, die zijn bureau had aan de Westersingel, later medeoprichter van de Stadspartij, en Martin Mooij van Poetry International bedachten toen om de plek onder de plataan om te dopen tot het Graf van de Onbekende dichter.

De gemeente blij, want nu konden ze met goed fatsoen de Vrijplaats opheffen en de bewoners blij, want de Plataan zou behouden blijven.

Maar, zo zegt Hans Abelman, er is toentertijd óók wel degelijk afgesproken dat er een échte graftombe zou komen. Dat kunstwerk is er, helaas, dus nog steeds niet. Terwijl zo’n curieus ‘graf’ best wel eens culturele toeristen zou kunnen trekken. En die willen we toch o, zo graag in onze stad – Rotterdam is een Centjesstad! – , want dat soort toeristen heeft geld te besteden. De backpacker met de Rough Guide in de hand, hoe sympathiek ook, heeft dat nou eenmaal niet.

En wat mij vooral dus ernstig stoort, is dat de buitenwijken van Rotterdam niet naar behoren worden bedeeld met passende iconen. Terwijl daar toch fraaie ontwerpen voor op de plank liggen. Ik haal er twee aan.

Een: het Monster van Lochnesselande. Een kunstwerk voor de wijk Nesselande. Aldaar zou nu en dan een slangvormig wezen uit het water van de plas opduiken. Een ‘duikbootje’ in de vorm van de hals en schouders van het monster, vanaf de wal radiografisch bestuurd. Aan de TU in Delft is er zelfs door enthousiaste studenten een ecologisch verantwoord ontwerp voor gemaakt.

Ons Rotterdamse Nelly zou zeker toeristen trekken. Nelly, het Monster van Schotland immers, dat zich nooit laat zien, trekt al hordes toeristen. Kun je nagaan wat voor een trekpleister een monster wordt, dat zich nu en dan wel laat zien.

Helaas, van het project ‘het Monster van Loch Nesseland’ is al sinds lange tijd niets meer vernomen. Hetzelfde geldt voor het beeld ‘de Koningin van Lombardijen’ voor de wijk Lombardijen. Een beeld, ontworpen naar het bekende liedje van Annie M.G. Schmidt. Een kinetisch beeld want de rechterarm van het beeld zou wuiven, alsmaar wuiven. Net als in het lied.

En, last but not least, hoe staat het met het Pietje Bellmonument op de Mariniersweg?  Wie het weet mag het zeggen.

Kortom, het beleid van Rotterdam inzake nieuwe beelden in de buitenruimte – nieuwe kleine iconen – de met z'n allen nog niet 'eenduizendste Markthal' kosten – is ronduit bedroevend. Rotterdam wil maar geen cultuurstad worden...

En dan zwijg ik nog over de genadeloze lelijkheid en onbeduidendheid van nogal wat beelden die het huidige Rotterdam ontsieren. De stad van Zadkine, nota bene!

Neem het Pim-beeld. De buste van Fortuyn voor de Rabobank tegenover het Huis Bulgerstein. Op 6 mei wordt daar door een jaarlijks slinkend aantal Pim-getrouwen de dood van het fenomeen herdacht. Maar er is iets dat zeer bevreemdends aan dat beeld. Het is een buste. Dat betekent dat uitgerekend het lichaamsdeel, waarop Pim Fortuyn nogal eens een beroep op meende te moeten doen, ontbreekt, namelijk de Onderbuik.

Hoeveel juister- althans dat vind ik (!) - is het fenomeen Pim Fortuyn weergegeven door het beeld dat de beeldend kunstenaar Ruud Ramseier toentertijd had ontworpen. Voor wie in de schets daarvan geïnteresseerd is, die ligt te vergelen in het Archief van het CBK (Centrum voor Beeldende Kunst).

Uit een hoop afgekeurde paars geverfde bakstenen 'de puinhopen van paars' rijst een zuil op van Italiaans marmer en daarop rust een kapotte TV...

Het comité 'Beeld Pim Fortuyn' nam de schets niet over. Want Pim hield niet van abstract! 

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor