De toekomstige premier Bontenbal kan kiezen: onderwijs dat bindt en verbindt, of onderwijs dat verdeelt en breekt. Hij lijkt te geloven dat oude dogmatische eilandjes en artikel 23 nog altijd een goed idee zijn.
Artikel 23, een Grondwetsartikel uit 1917, ooit bedoeld om religieuze minderheden te beschermen, functioneert vandaag de dag vooral als een mogelijkheid voor afzondering. Voor dogma’s die kinderen opsluiten in kleine strikte wereldjes waar verschil iets is om af te wijzen en nieuwsgierigheid een duivel in vermomming.
"Onderwijzen naar eigen overtuiging" klinkt heel vrij. In de praktijk betekent het honderden onvrije burchten en eilandjes, elk met eigen regels (soms absurd en soms zelfs kwaadaardig), angsten en door te geven fabels. Kinderen groeien op met een referentiekader dikwijls zo smal als hun kleine speelveld. Zo creëer je mensjes in harnassen en kuisheidsgordels die de vrije geest hebben laten manipuleren. Je kunt zeggen dat sekte een synoniem is voor verzuiling. Mensen die door geestelijke indoctrinatie hun gevoelens en gedachten hebben leren te onderdrukken.
Vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit; woorden die op sommige scholen klinken als iets dat in andere levens gewoon is, maar voor andere jonge mensen een onbereikbare utopie. Welkom in de verzuilde school.
Voorbeelden zijn schrijnend. Op bepaalde christelijke scholen is homoseksualiteit een zonde. Op sommige islamitische scholen wordt de Holocaust gerelativeerd en meisjes leren dikwijls nog steeds dat ze moeten dienen en dat zelfbeschikking niet bestaat. Zo maak je mensen tot je eigen waanbeeld met weinig zicht op al het andere in jezelf en bij die ander.
Wie kritisch kijkt naar het bijzonder onderwijs, krijgt steevast het standaardantwoord: vrijheid van onderwijs is heilig. Alsof we spreken over een onaantastbare goddelijke wet, terwijl alles een creatie van mensen betreft: tijd-, plaats- en cultuurgebonden.
Zolang het past binnen de eigen overtuiging, mogen leraren, docenten en meesters alles op hun eigen school vertellen. Een beetje eng, nietwaar. Nietzsche mag God hebben doodverklaard, maar in Nederland is godsdienstonderwijs springlevend, onaantastbaar achter muren van geloof.
Segregatie beperkt zich niet tot religie; ook sociaal-economisch vormen de scholen vaak afgesloten werelden. Bijzonder onderwijs is homogeen, het opdringen van één mens-, natuur- en wereldbeeld. Openbare scholen zijn natuurlijk veel diverser. Het doel van onderwijs gaat verder dan alleen kinderen te instrueren die het heilig boek als vertrekpunt nemen voor hun queeste op aarde om in de hemel te komen.
Kinderen en jongeren missen de kans om te leren omgaan met verschillen, met vragen en interacties met elkaar. Kritisch denken en sociale cohesie krijgen weinig ruimte; discussie, twijfel en te twijfelen aan vaste overtuigingen worden ontmoedigd of uitgehold, waardoor leerlingen nauwelijks leren om andere perspectieven te begrijpen, hun eigen oordeel te vormen, of effectief samen te werken met mensen van verschillende achtergronden. De creatie van gelijkgestemden binnen een religieus gesloten gemeenschap is wat naar en gevaarlijk.
Het resultaat is steeds weer een generatie die onvoldoende is voorbereid op een samenleving waarin diversiteit en samenwerking essentieel zijn, en waar begrip voor anderen het fundament vormt van burgerschap in vrijheid. Zo maak je mensen tot potentiële ontploffingen.
Voorstanders zien artikel 23 als pijler van de pluriforme samenleving. Feitelijk handhaaft het grote verdeling. De ene school leert dat iedereen gelijkwaardig is, de andere dat sommige levens minder waard zijn. Het gemeenschappelijke morele fundament is verdwenen.
We moeten bijzonder onderwijs niet langer als onaantastbaar zien. Religieuze scholen zijn onwenselijk, net zoals politieke of levensbeschouwelijke instituten om jongeren op te leiden tot communist, fascist, vleeseter, vegetarier, homoseksueel of heteroseksueel.
Artikel 23 botst natuurlijk nog altijd met artikel 1 van de Grondwet: het verbod op discriminatie. Vrijheid mag geen vrijbrief zijn voor uitsluiting, maar in de praktijk is het anders. Het bijzondere onderwijs beperkt leerlingen in kritisch denken en zelfreflectie en verkleint hun kansen op studie, arbeidsmarkt en burgerschap.
De maatschappelijke rekening is hoog: minder cohesie, minder democratische weerbaarheid, minder veerkracht, meer spanningen, meer botsingen, meer polarisatie, minder bruggen en meer muren.
Blijkbaar kunnen politici van joodse, christelijke en islamitische signatuur wel een vleugje goddelijke inspiratie gebruiken: vrijheid, gelijkheid en solidariteit zijn immers geen optionele extra’s. Ze vormen de noodzakelijke basis van een stabiele open vrije democratische rechtsstaat. Burgerschap begint op school, niet in de kerk, moskee of huiskamer. Een gedachte die sommige scholen en hun religieuze beschermers nog moet bereiken.
Een herziening van artikel 23 blijft noodzakelijk. Al een jaar of 50. Scholen moeten zich conformeren aan één gezamenlijk kader: gelijke kansen, kritisch burgerschap, maatschappelijke samenhang, opleiden, vormen.
Publiek geld is geen subsidie voor het verspreiden van dogma’s. Religie hoort thuis in de kerk, de synagoge, de moskee en de huiskamer (liefst met mate en wat spot), niet in het onderwijs.
Nederland kan doorgaan met een systeem dat segregatie in stand houdt, de Bontenbalnorm, of kiezen voor onderwijs dat verbindt en kansen geeft om jezelf te worden zonder dogmatisme of fundamentalisme. Vrijheid van onderwijs is niet bedoeld voor degenen die al overtuigd zijn van hun eigen gelijk om zo kinderen en jongeren met een last op te zadelen.
De vorming van kinderen en jongeren is een gezamenlijke taak van ouders én scholen. Van de maatschappelij. Niet van een religie of levensbeschouwing. Scholen zijn essentieel in de socialisatie: het overbrengen van kennis, waarden, normen en vaardigheden die nodig zijn om als vrije burger - die denkt, voelt en twijfelt - te functioneren. Karakter en kennis maken de mens, hopelijk met wat empathie, compassie, inzicht, wijsheid en veel twijfel en nog meer zelfspot.
We hebben geen behoefte aan nieuwe generaties die homoseksualiteit als ziekte zien, vrouwen als tweederangs burgers behandelen of dieren als offers beschouwen. Onderwijs maakt dat je zelf leert denken. Ook over goed en fout.
Misschien kunnen andere potentiële premiers, zoals Timmermans en Jetten, politici met een confessionele vorming resocialiseren; wie weet levert dat eindelijk een wonder van gezond verstand op.
Mogelijkerwijs vinden de volgende coalitiegesprekken plaats in een grote, dampende sauna, met mannen en vrouwen samen natuurlijk, met ook de niet eerste vrouwelijke premier Yeşilgöz, om symbolisch te laten zien dat iedereen gelijk is, dat segregatie passe is, en dat politieke dogma’s, net als de stoom, langzaam verdwijnen. Mogelijk heeft alleen de nooit wordende premier Wilders zitting in een zelfgekozen isolatie cabine die misschien ook voor wat verlichting in samenwerking zorgt. Of niet. Thuisonderwijs in eigen denken is immers ook geen goed idee.
Schaf artikel 23 af. Onderwijs hoort te bevrijden, niet te bekeren. Voor de rest mogen politici zichzelf geestelijk verlossen en ontdekken dat iedereen elkaar als gelijken zou kunnen zien. Met alles doen binnen wat grenzen van samen kunnen leven. Uiteindelijk zijn we onder de kleren vrijwel gelijk in naaktheid van het korte bestaan.
Mensch durf te leven!
Meer over:
opinie, artikel 23, onderwijsvrijheid, segregatie, cda, henri bontenbal, onderwijs, bijzondereMeld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.