Lange tijd gold Nederland als een van de wereldwijde voorvechters van de democratische rechtsstaat, in elk geval in naam. Dat is niet langer het geval, bleek woensdagavond weer. Dick Schoof, premier van een kabinet geleid door de antirechtsstatelijke eenmanspartij PVV, weigerde zich in Hongarije uit te spreken te de beperking van de persvrijheid.
De vrije pers is een van de pijlers onder een functionele democratie. In Hongarije hebben ze daar een broertje dood aan. De regering van despoot Viktor Orbán, geestverwant en boezemvriend van PVV-leider Geert Wilders, heeft in eigen land de onafhankelijke journalistiek al op de rand van de afgrond gebracht en tijdens de vergadering van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) in Boedapast bleek woensdag dat ook de internationale pers weinig hoeft te verwachten. Per lidstaat mochten er slechts twee journalisten aanwezig zijn.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) drong er bij partijloos premier Dick Schoof op aan zijn Hongaarse collega Orbán hierop aan te spreken. Volgens algemeen secretaris van de NVJ Thomas Bruning is een beperking van de aanwezigheid van journalisten alleen te rechtvaardigen in het geval van overmacht, bijvoorbeeld als een zaal te klein is. Daarvan was hier geen sprake. “"Het is juist de pluriformiteit van de pers die zo belangrijk is", zegt Bruning. "Nederland zou die pluriformiteit moeten koesteren en uitdragen."
Schoof liet weten Orbán niet te zullen aanspreken op de beperkingen waarmee de journalisten te maken kregen, zo meldt ANP. Ook de persvrijheid die Hongaarse journalisten dagelijks ontberen, gaat hij niet ter sprake brengen bij de Hongaarse premier. "Ik denk dat we dat in Nederland anders zouden doen. Maar dat mag iedereen inrichten zoals ze willen", zei Schoof.