Wanneer het om witte daders van seksuele intimidatie gaat, hebben Ephimenco en zijn geestverwanten hun kop diep in het zand gestoken
Naar aanleiding van het Amsterdamse voorstel om ‘straatintimidatie’ strafbaar te stellen ( Joop, 29 november ), schrijft Trouw-columnist Sylvain Ephimenco (1 december) dat de seksuele intimidatie van vrouwen vooral een probleem is van moslims en andere gekleurde Nederlanders. In ‘hun’ culturen, zo briest hij, is de vrouw ‘een homp vlees’ die ‘je kunt vernederen’.
Wanneer dus alle moslims en mensen van niet-westerse afkomst ons land zouden verlaten, zou er, als we Ephimenco mogen geloven, in Nederland nagenoeg geen sprake meer zijn van seksuele intimidatie. Witte Nederlanders en andere westerlingen maken zich niet of nauwelijks schuldig aan seksuele intimidatie, zo is de suggestie, ze maken namelijk deel uit van de superieure cultuur van Zijlstra en Schippers. Het is een opvatting die gedeeld wordt door een aanzienlijk deel van de (witte) Nederlandse bevolking, afgaande op de mediaberichtgeving over seksuele intimidatie en de reacties op sociale media. Die opvatting is echter gratuit: in werkelijkheid is seksuele intimidatie geen specifiek moslim- of migrantenprobleem, maar een mannenprobleem.
Wanneer het om witte daders van seksuele intimidatie gaat, hebben Ephimenco en zijn geestverwanten hun kop diep in het zand gestoken. Hoe anders kan het iemand ontgaan zijn dat Donald Trump, vertegenwoordiger van boze witte mannen nota bene, beschuldigd wordt van ongewenste intimiteiten en aanranding? En iemand die het buitenlandse nieuws een beetje volgt, moet op de hoogte zijn van ‘date rapes’ en ‘rape culture’ onder witte Amerikaanse studenten op (prestigieuze) universiteiten zoals Stanford. Verschillende media hebben ook bericht over politie en justitie in de VS en andere westerse landen die verkrachtingszaken bagatelliseren, aangiftes niet serieus nemen of afraden en de schuld bij het slachtoffer leggen.
Ook witte Nederlanders maken zich schuldig aan seksuele intimidatie. Denk aan de recente zaak rond de ‘bangalijst’ van het Groningse studentencorps Vindicat. Of aan de vele gevallen van seksuele intimidatie op de werkvloer, in het bijzonder die waarbij sprake is van een leidinggevende in een machtspositie. En eind oktober werd vlogger SnapKing ontslagen door RTL omdat hij seksistische en racistische opmerkingen maakte richting een meisje van Aziatische afkomst. SnapKing vond dat kennelijk normaal en waande zich -in dit geval onterecht- veilig om het filmpje daarvan te publiceren. Dat is niet verwonderlijk wanneer ook leden van de Nederlandse elite seksuele intimidatie goedpraten. Zo steunde Thierry Baudet, nu lijsttrekker van Forum voor Democratie en poster boy van populistisch rechts, de omstreden versiercoach Julien Blanc die zijn klanten agressieve versiertechnieken aanleert die neerkomen op seksuele intimidatie. In alle gevallen kan gesteld worden dat seksuele intimidatie ook ingebed is in de zogenaamde superieure witte Nederlandse cultuur.
Witte Nederlandse mannen hebben onder bepaalde groepen vrouwen van niet-westerse afkomst ook een slechte naam. Voor mijn proefschrift deed ik onder andere onderzoek naar de productie van zogenaamde Asian parties, clubavonden in onder andere Amsterdam en Rotterdam gericht op jongeren van Aziatische afkomst. De producenten van Asian parties die ik interviewde, bevestigden nog eens wat socioloog Simone Boogaarts-De Bruin al in haar proefschrift beschreef. Namelijk dat meisjes en jonge vrouwen van Aziatische afkomst onder andere naar Asian parties gaan omdat ze zich niet veilig voelen in het reguliere uitgaanscircuit. In clubs en cafés waar voornamelijk witte Nederlanders komen, krijgen zij geregeld te maken met seksuele intimidatie – zeker wanneer zij de enige personen van Aziatische afkomst zijn. Daar worden zij geconfronteerd met opdringerige mannen die ongevraagd seksueel getinte opmerkingen maken die vaak ingaan op hun Aziatische afkomst en dus ook een racistisch karakter hebben. Asian parties zien zij als een ‘safe space’.
Bovenstaande opsomming van gevallen van seksuele intimidatie gepleegd door witte daders is geenszins bedoeld om de westerse of witte man te demoniseren en af te schilderen als de ‘ultieme’ dader. Ook is het geen poging om mannen van Aziatische (of andere niet-westerse afkomst) als onschuldig en moreel superieur te positioneren, zij maken zich vanzelfsprekend ook schuldig aan seksuele intimidatie. Het gaat erom dat wij erkennen dat seksuele intimidatie een mannenprobleem is. Wanneer wij ons laten leiden door de racistische en op de ideologie van witte suprematie gebaseerde opvattingen van Ephimenco en geestverwanten en we seksuele intimidatie alleen in termen van niet-westerse en islamitische culturen zien, zal seksuele intimidatie niet adequaat worden begrepen en aangepakt.