Ik besef dat ik me op glad ijs begeef omdat velen de overtuigingen van Griet Op de Beeck delen.
Met afwisselend een diepe frons, opgetrokken wenkbrauwen, opengevallen mond en kromme tenen las ik het interview met Griet Op de Beeck in Volkskrant Magazine. Mijn God, wat gaat hier veel mis. Een persoonlijke vriendschap met haar therapeute waar ze 12 jaar(!) was, aan wie ze geld leende, die haar de indruk gaf dat ze de man kon fiksen op wie ze verliefd was.
Na kritiek op haar verhaal over hervonden incest-herinneringen (zie bijv. Max Pam in De Volkskrant en de Vereniging tegen Kwakzalverij) raakte ze in een diepe depressie (althans dat zeiden experts achteraf, en “de groten der aarde” met wie ze later bevriend raakte) en werd ze zelf therapeut. Want het was te makkelijk geweest “om al die inzichten voor mezelf te houden”. Dit is een bekende valkuil voor mensen die na een persoonlijke crisis ontdekken dat het hun ‘passie’ is om anderen te helpen. Nooit ontdekken ze eens een andere roeping – ontwerper, reisleider, paardenfluisteraar, wat dan ook. Nooit zeggen ze, wat écht van levenswijsheid zou getuigen: ‘Laat anderen maar gewoon leren van het leven, in hun eigen tempo, op hun eigen manier.’
Spiritueel narcisme
Dat doet vermoeden dat onbewuste ego-gerelateerde motieven een rol spelen. In de rol van coach of therapeut ben je degene die snapt hoe het leven in elkaar zit, je hebt kennis en ervaring. Cliënten geven je royaal erkenning voor die wijze rol; ze willen immers geen coach die zelf ook maar wat aanmoddert net als wij allemaal. Wie coacht er dan eigenlijk wie?
Ik geloof zeker wat Op de Beeck zegt, dat sommige mensen uitstekende therapeuten kunnen zijn zonder wetenschappelijke opleiding, op basis van hun intuïtie. Meer opleiding is niet per se beter. Maar wat je in de studie psychologie óók leert, en bij haar geheel lijkt te ontbreken, is analytisch denken, kritisch, beseffen dat dingen soms anders zijn dan ze lijken, anders dan je ze voelt, en dat mensen zichzelf kunnen bedriegen, ook te goeder trouw. Dat ze onbewust hun eigen behoeftes op de cliënt kunnen projecteren. Dat ze soms oprecht anderen willen helpen, maar ongemerkt en onbedoeld ten prooi zijn aan een vorm van spiritueel narcisme (‘spiritual guidance’ genoemd in ons onderzoek) die tot uiting komt in uitspraken als “Ik help anderen zoveel mogelijk op hun pad naar meer wijsheid en inzicht” en “Ik vind het belangrijk mijn inzichten te delen met anderen”.
Ik weet het want ik voel het
Interviewer Esma Linneman stelt goede vragen, zoals: wilden mensen misschien bij jou in therapie omdat ze fan van je zijn? Ja, natuurlijk! Maar Op de Beeck voelde dat die mensen wisten dat zij hen ging begrijpen. Dit heilig verklaren van de eigen intuïtie, het blinde geloof in wat je graag wilt geloven, maakt de geboden therapie een accident waiting to happen.
Ik besef dat ik me op glad ijs begeef omdat velen de overtuigingen van Op de Beeck delen en geen kwaad woord over haar willen horen. Maar ik wil dit echt gezegd hebben. Ze is vast een uitstekend auteur, ze blijkt misschien ook een heel goed Zomergasten-interviewer. Prima. Maar in de psychologische hulpverlening is dit soort zelfabsorptie en egotripperij schadelijk.
Roos Vonk is hoogleraar psychologie Radboud Universiteit Nijmegen en auteur van “Mijn ego heeft altijd gelijk”, over de onbewuste hardnekkige invloed van het ego op ons denken, voelen en doen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.