Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Stemmen op personen in plaats van partijen als antwoord op onze vastgelopen democratie

  •  
12-06-2025
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
1554 keer bekeken
  •  
leijtenomtzigt

Terug naar anderhalf jaar geleden, november 2023, de gedenkwaardige verkiezingen waarbij de PVV van Geert Wilders met grote voorsprong de grootste partij werd. Voor sommigen als donderslag bij heldere hemel, voor anderen het logisch gevolg van 40 jaar lange verwaarlozing van democratische waarden ten behoeve van het neoliberale uitgangspunt van eigen belang eerst. Met als gevolg dat veel burgers zich door de politiek niet gezien voelen en kiezen voor een extreemrechtse leider inclusief zondebok in de vorm van asielzoekers als schuldigen voor alle kwaad.

Nog een stapje verder terug; 15 januari 2021. Kabinet-Rutte III treedt af naar aanleiding van de snoeiharde conclusies uit het rapport Ongekend onrecht over de toeslagenaffaire. Een paar maanden later vindt het gedenkwaardige debat plaats vanwege de beruchte functie elders van Pieter Omtzigt. Rutte krijgt een motie van afkeuring tegen zich, omdat het er alle schijn van had dat hij niet de waarheid sprak.

De lading op dit debat was mede zo groot omdat iedereen de noodzaak van bestuurlijke vernieuwing inzag. Maar juist in dit debat koos Sigrid Kaag als politiek leider van D66 ervoor om Rutte de hand boven het hoofd te houden. Ze had net een maand eerder dansend op tafel de overwinning van haar partij gevierd en iedereen dacht; zij wordt het voorbeeld voor deze bestuurlijke vernieuwing. Maar in plaats te kiezen voor morele principes koos Kaag hier voor de macht en invloed in het te formeren kabinet, dat er na 299 dagen onderhandeling kwam. De langste formatie in de Nederlandse geschiedenis tot dan toe.

Rutte IV viel anderhalf jaar later alsnog na langdurige en mislukte onderhandelingen over strengere asiel- en migratieregels binnen de coalitie, dat toen bestond uit VVD, D66, CDA en ChristenUnie. We zijn nu bijna 2 jaar verder en wederom valt er een kabinet. Na een periode van anderhalf jaar absolute stilstand en wanbeleid.

Wie dus deze afgelopen 4 jaar landelijk bestuur in ogenschouw neemt, kan niet anders vaststellen dat deze manier van politiek bedrijven en een land besturen een dikke onvoldoende verdient. Veel competente Tweede Kamerleden haken af, zoals Renske Leijten en Pieter Omtzigt, en spreken over een toxisch klimaat. Dus in plaats van de komende maanden tot 29 oktober het hoofd te breken over een volgend kabinet, is het veel zinvoller om na te denken over hoe de vastgelopen democratie nieuw leven in te blazen. Het probleem zit namelijk dieper dan verkiezingsuitslagen of coalitieonderhandelingen. We leven in een systeem dat zichzelf dreigt te ondermijnen. Een systeem dat gebaseerd is op partijpolitiek in een wereld waarin partijen steeds minder in staat zijn de samenleving als geheel te dienen.

Ik pleit voor een fundamentele herziening van de democratie. Niet om het kind met het badwater weg te gooien, maar om het kind – de burger, de gemeenschap, de integriteit – opnieuw centraal te stellen. De kern van mijn voorstel: niet meer stemmen op partijen, maar op mensen. Niet meer partijpolitiek, maar functioneel, inhoudelijk leiderschap. Een bestuur van mensen die niet strijden voor macht, maar verantwoordelijkheid dragen voor een inhoudelijk domein. Ik ben daarin zeker niet de enige. Jan Rotmans is voorstander van wat hij noemt een themakabinet. Met op elk thema een vakkundig minister die de benodigde kennis en expertise heeft, maar ook de menselijke maat hanteert als norm en in verbinding staat met de samenleving. Deze ministers hoeven geen lid te zijn van een politieke partij, maar komen uit de economie, wetenschap of maatschappelijke organisaties. Bob de Wit doet eenzelfde soort voorstel in zijn boekje Democratie 4.0. Ik kom daar later op terug.

Interessant is dat de Nederlandse politiek historisch gezien is op te delen in drie grote stromingen, die elk een menselijke kernwaarde vertegenwoordigen. Namelijk; de liberale stroming: het individu, de autonomie, het ik. De socialistische stroming: de gemeenschap, solidariteit, het wij. De christelijke/levensbeschouwelijke stroming: zingeving, morele oriëntatie, het het. Alle drie de stromingen zijn in de vorige eeuw ontstaan om specifieke maatschappelijke groepen en belangen te vertegenwoordigen. Dat verklaart ook waarom ze in de praktijk vaak erg gescheiden waren, elkaar bestreden en dat dus nog steeds doen.

Waar deze drie in balans zijn, ontstaat een samenleving die ruimte geeft aan persoonlijke vrijheid, sociale rechtvaardigheid en spirituele verdieping. Maar in ons huidige systeem zijn deze krachten verdeeld over partijen die elkaar vooral bestrijden. De oplossing ligt in het overstijgen van deze verdeling – in bestuurders die in zichzelf al deze dimensies integreren. Die het ik, het wij en het het in zichzelf verbinden. Niet polarisatie, maar personalisatie. Niet partijen, maar mensen. De vastgelopen democratie nodigt ons uit om de stap te zetten naar een nieuw model; het stemmen op mensen per thema.

Wat als we dus de partijpolitiek loslaten en de democratie herinrichten rond inhoudelijke thema’s? Stel je een verkiezingssysteem voor waarin je niet op partijen stemt, maar op mensen per beleidsdomein. Tien ministersposten – bijvoorbeeld Wonen, Energie, Voedsel, Onderwijs, Gezondheid, Veiligheid, Klimaat, Economie, Buitenlandse Zaken, Digitalisering – worden afzonderlijk verkozen.

Voor elk domein stel je bijvoorbeeld drie kandidaten voor, die vooraf worden gescreend op integriteit, vakbekwaamheid en verantwoordelijkheidsbesef. Geen gladde praatjes of charisma, maar bewezen deskundigheid (competentie) en moreel kompas (integriteit). Bob de Wit introduceert in Democratie 4.0 de Public Merit Score. Een kandidaat die landelijk bestuurder wil worden, dient ermee akkoord te gaan dat een Publieke Deugdzaamheid Score wordt bepaald, waarin alle gedragingen en activiteiten worden gewogen in een score. Alleen burgers met een hoge PM Score mogen zich kandideren voor een publieke leiderschapspositie. De publieke dienaren en kandidaat-dienaren worden bovendien gewogen op hun inzet voor de publieke zaak, empathische vermogen in de situatie van burgers en hun kwaliteiten om strategische besluiten te nemen, zowel op regionale, Europese en wereldschaal. De kiezer stemt daarna per domein op de kandidaat die zij of hij het meest geschikt acht. De twee hoogst gekozen en geklasseerde kandidaten per thema worden respectievelijk minister en staatssecretaris.

Het resultaat? Een kabinet van twintig mensen die gekozen zijn op basis van inhoud en vertrouwen, niet op basis van partijlijn of campagnetrucs. Daarnaast kan uit een groep van drie gescreende kandidaten een president of premier worden gekozen, die de verbindende en coördinerende rol speelt in dit functionele kabinet.

Deze hervorming zou radicale veranderingen teweegbrengen. De politieke strijd verdwijnt naar de achtergrond. Bestuurders zijn geen vertegenwoordigers van een kamp, maar dragers van een taak. De burger krijgt meer zeggenschap over specifieke onderwerpen die hij of zij belangrijk vindt. Populisme wordt ontmoedigd, doordat er vooraf wordt geselecteerd op integriteit en deskundigheid. Samenwerking wordt noodzaak, omdat bestuurders inhoudelijk samenwerken zonder partijbinding. Vertrouwen kan hersteld worden, doordat burgers mensen leren kennen die staan voor wat ze doen. En die ze dus direct kunnen kiezen, in plaats van indirect via een partij.

Natuurlijk roept dit model ook vragen op. Hoe selecteer je de kandidaten zonder elitevorming? Hoe waarborg je controle en transparantie? Hoe voorkom je nieuwe vormen van manipulatie of lobbydruk? Dat zijn terechte zorgen – maar ze zijn oplosbaar. Je kunt bijvoorbeeld een combinatie maken van deskundigencommissies en burgerpanels die kandidaten voordragen. Je kunt alle lobbycontacten verplicht openbaar maken. En je kunt een onafhankelijke ethische raad instellen die wangedrag actief opspoort en bestraft.

Wat dit voorstel vooral doet, is de mens weer centraal stellen in de democratie. Niet als consument van beleid, maar als mede-eigenaar van de samenleving. En ook de bestuurder wordt niet langer een pion van een partij of het systeem, maar een bewuste, integere persoon die verantwoordelijkheid neemt voor het geheel. Dat vraagt ook iets van ons als burgers. We moeten leren kijken voorbij slogans, ideologieën, partijlabels en mediaprofielen. We moeten weer willen oordelen op basis van inhoud, karakter en visie. Democratie wordt dan niet een ritueel van stemmen, maar een oefening in volwassen burgerschap.

In een tijd waarin de oude systemen vastlopen, groeit de roep om nieuwe vormen. Ik zie dit nu veel meer gebeuren dan bijvoorbeeld 2 jaar geleden bij de vorige verkiezingen. Dat is hoopvol. Een schrijver en denker als Roxane van Iperen, maar ook Wouter van Noort en Mildred Hofkes zetten allen aan om na te denken over hoe het verder moet met onze democratie. Mijn voorstel is niet perfect. Maar het is een richting, die aansluit bij mensen als Jan Rotmans en Bob de Wit. Een beweging weg van verdeeldheid, naar verbinding. Weg van machtspolitiek, naar moreel leiderschap. Weg van partij, naar persoon.

Deze tijd van grote veranderingen en transitie, met name door de digitale transformatie, vraagt naast een hervorming van onze economie, waar ik eerder over schreef, ook over een hervorming van onze democratie. Misschien is het tijd dat de democratie niet alleen een systeem blijft – maar weer een werkwoord wordt. Voor alle burgers.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor