Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Suriname staat op een kruispunt: gouden toekomst of nieuwe deceptie?

  •  
24-05-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
1010 keer bekeken
  •  
ANP-528434593

Zondag 25 mei gaan Surinamers naar de stembus. Vijftig jaar na de onafhankelijkheid is het een verkiezing met historische betekenis. Het land lijkt eindelijk op de drempel van een nieuwe fase: economisch herstel, geopolitieke volwassenheid, en vooral – het perspectief op een toekomst waarin rijkdom niet langer verdwijnt in de zakken van enkelen, maar de levens van velen daadwerkelijk verbetert.

De vooruitzichten zijn op papier ongekend gunstig. De verwachte opbrengsten uit de offshore oliewinning bedragen mogelijk tien miljard euro – immens voor een land met een bruto binnenlands product van drie miljard en met nog geen 650.000 inwoners. Maar wie Suriname kent, weet dat natuurlijke rijkdom nog geen welvaart betekent. Het echte vraagstuk is: is het land inmiddels bestuurlijk volwassen genoeg om deze kans te benutten?

Een belofte met een belaste geschiedenis
Suriname heeft alle ingrediënten in huis voor groei: olie, goud, landbouwgrond, water, biodiversiteit, een jonge bevolking en een strategische ligging. Toch bleef de ontwikkeling decennialang achter. De structurele zwakte van de instituties, het gebrek aan goed bestuur en de alomtegenwoordige vriendjespolitiek maakten dat Suriname meer werd bestuurd op basis van onderlinge loyaliteit dan op algemeen belang.

Toen ik het land dit voorjaar bezocht, viel me vooral de rust op. Geen grote protesten, zoals voor de verkiezingen van 2020, maar ook nog geen jubelstemming. Er is bedrijvigheid, vooral aangejaagd door de bouwsector en de infrastructuur lijkt voorzichtig te verbeteren. Maar tegelijkertijd is het beeld duidelijk: de basisvoorzieningen zijn nog altijd onvoldoende, en buiten Paramaribo blijft de afstand tot de overheid groot. De welvaart sijpelt langzaam door, maar bereikt velen nog niet.

Santokhi: gemengde balans, maar wél stappen vooruit
De verkiezingswinst van de VHP van president Chandrikapersad ‘Chan’ Santokhi in 2020 bracht hoop, maar de realiteit was weerbarstig. De erfenis van zijn voorganger Desi Bouterse en diens Nationale Democratische Partij (NDP) was desastreus: een lege staatskas, een schuld van vier miljard euro en een soms wankele coalitie met de partij van vicepresident Brunswijk (ABOP), wiens optreden meer gericht leek op zelfprofilering dan op landsbelang, vormden een valse start. Ook Santokhi kon zich niet onttrekken aan een cultuur waarin politieke benoemingen eerder vrienden dan vakmensen bevoordeelden.

En toch: onder Santokhi zijn wél stappen gezet. De inflatie stabiliseerde, er is voorzichtig economisch herstel, de bouwsector groeit en de overheid digitaliseert stap voor stap. Ook geopolitiek presenteert Suriname zich assertiever: het flitsbezoek van de Amerikaanse minister Marco Rubio in maart dit jaar, met een openlijke waarschuwing tegen Chinese invloed, werd door Santokhi beantwoord met een kalme doch stellige boodschap: Suriname bepaalt zelf. Niet buigen, maar onderhandelen – een toon die de afgelopen vijftig jaar zelden werd aangeslagen. Het getuigt van een zelfbewustzijn dat nieuw is, en dat in de internationale diplomatie niet onopgemerkt blijft. De benoeming van een Surinamer als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten is daar een teken van.

Geen sigaar uit eigen doos, maar wel uit publieke middelen
Met het ‘royalties voor iedereen’-programma trekt Santokhi de verkiezingscampagne naar zich toe: elke Surinamer krijgt 750 dollar op een valutarekening, met 7 procent rente per jaar. Voor de doorsnee burger is dat een groot bedrag – gelijk aan ongeveer twee maandsalarissen. De boodschap is duidelijk: deze keer profiteert iedereen van de olie. Maar het blijft een staatsprogramma, geen verkiezingscadeautje van de president. De credits horen te gaan naar de overheid, niet naar de VHP, die niettemin er garen bij lijkt te spinnen.

Maar de VHP is niet onomstreden. De kritiek op vriendjespolitiek, gebrekkige hervormingen en onvoldoende daadkracht blijft bestaan. Toch is de campagne effectief. De VHP slaagt er zichtbaar in om zich te positioneren als brede volkspartij, een positie die ooit vanzelfsprekend bij de NDP lag. Die partij daarentegen is stuurloos na het overlijden van Bouterse in 2024. Zijn charisma maskeerde jarenlang het gebrek aan inhoud en partijstructuur. Tegenwoordig moet de NDP het doen met vier kopstukken die zichtbaar met elkaar worstelen op en om het podium – inhoudelijk én strategisch. Zelfs Bouterse wordt digitaal in leven gehouden via actieve social media-accounts, alsof zijn fysieke afwezigheid zo minder opvalt.

Nieuwe spelregels, nieuwe kansen
Het vernieuwde kiesstelsel op basis van ‘one man, one vote’ verandert het politieke speelveld ingrijpend. De stad krijgt meer gewicht, de stem in het binnenland verliest relatief aan invloed. De NPS – de oudste partij van het land – lijkt daarvan te profiteren en kan van drie naar tien zetels groeien. De partij lijkt klaar om de rol van ‘kingmaker’ te vervullen in een nieuwe coalitie, net zoals ABOP dat in 2020 deed. Kingmakers kennen een hoge prijs, zo leert de recente geschiedenis.

De verkiezingsstrijd is fel, soms bitter. Racisme, corruptie, vriendjespolitiek – het komt allemaal voorbij in debatten en campagnes. Maar de inzet is helder: voor het eerst in lange tijd is er perspectief op breed gedeelde vooruitgang. Dat is de belofte. En tegelijk het risico: als ook deze kans verkwanseld wordt, rest enkel desillusie.

De opdracht: geen herhaling van het verleden
Suriname staat, letterlijk en figuurlijk, op de drempel van iets groots. Er is geen gebrek aan potentie, maar wél aan consistent beleid en sterke instituties. Precies dáár ligt de opdracht voor de komende jaren: bouwen aan vertrouwen, binnen én buiten het land. Niet alleen economische cijfers laten groeien, maar ook de infrastructuur, onderwijs, zorg en veiligheid verbeteren, zodat voor de verandering alle Surinamers profiteren. De fundamenten zijn nog broos, maar de contouren van een stabieler land zijn zichtbaar. 5 jaar Santokhi heeft in elk geval een kentering opgeleverd: er is rust, er is bedrijvigheid, en zelfs in het binnenland zijn verbeteringen merkbaar. Een reuzenprestatie als je bedenkt in welke malaise het land zich in 2020 bevond. Maar de weg is lang en geplaveid met valkuilen die te vaak bekend voorkomen. Op 25 mei ligt die keuze bij het volk – daarna is het aan het nieuwe bestuur om die belofte eindelijk waar te maken.

Wie gelooft in de kracht van de democratie, kan alleen maar hopen dat de aanstaande verkiezingen het begin markeren van een nieuw Surinaams tijdperk. Een tijd waarin natuurlijke rijkdom niet langer een vloek is, maar een zegen. En waarin het volkslied, dat oproept om “het goede te betrachten om het land van waarde te maken”, eindelijk meer wordt dan een mooie zin.

Maurice Pahladsingh (1967) is jurist, Surinamist en zoon van Surinaamse ouders. Hij is actief in lokale politiek in Nederland, werkte voor diverse overheidsorganisaties en volgt de ontwikkelingen in Suriname op de voet. Hij publiceert over democratie, goed bestuur en maatschappelijke verandering.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor