Interview met de man die de zoon van god tot leven brengt
“Wat wil je: een glaasje rood of wit?”, vroeg hij terwijl ik de twee glazen water op tafel zette. Ted Neeley, al noemt iedereen hem eigenlijk Jezus, weet op 72-jarige leeftijd het ijs gemakkelijk te breken. Want als je al veertig jaar in de rol van God’s Zoon kruipt, krijgt een interview al snel een religieuze aankleding.
“We speelden al de productie voordat de film opgenomen werd”, memoreert Neeley:
Het was 1971 en nog niet iedereen in het wilde New York bleek de voorstelling te waarderen. Waar zou het heen gaan met de religieuze moraal van New York? Nee, ik wist ook niet dat New York in de jaren zeventig bang was om dat te verliezen. Maar toch stonden er dagelijks grote groepen mensen te demonstreren en duurde het een half uur eer ik door de menigte heen was en met ze heb kunnen praten. Het was ultieme blasfemie om Jezus te laten zingen. Sterker nog: te laten zingen met een rockband. Maar het ergste was nog het woordje Superstar, achter Jesus Christ. De Zoon van God was toch geen rock ’n roll ster?”
Gouden beker Toen Ted zijn tegenstanders persoonlijk uitnodigde, bleek zelfs de ergste conservatieveling te smelten:
Er was bij de eerste Broadway-productie een ingenieus toneel. Normaal gesproken zie je een gordijn als je in de zaal zit, voordat de voorstelling begint. Bij ons was het een scherm wat tijdens de ouverture op een woestijn begon te lijken door de lichteffecten. Maar naarmate de ouverture vorderde, schoof het scherm naar achteren en werd het scherm de toneelvloer. Mensen kropen over het toneel en een grote, gouden beker kwam uit de vloer vandaan omhoog. Toen daar Jezus uit kwam lopen, bleek dat nog maar het begin te zijn van het wereldwijde succes. En meer dan 43 jaar later lijkt het succes nog steeds niet te stoppen.”
Paus Paulus VI Het moest een doorn in het oog zijn voor de felle tegenstanders van Jesus Christ Superstar. Jezus Christus die met alle bombast uit een grote, gouden, kitscherige bokaal komt gekropen, maar toch werd de voorstelling met laaiende kritieken ontvangen en nog steeds bezoeken jaarlijks honderdduizenden mensen de vele interpretaties van de rockopera van Tim Rice en Andrew Lloyd Webber.
Wel hadden we de katholieke kerk achter ons moeten scharen. Want wat als zíj het niets zouden vinden? Dan was het wellicht nooit tot een film gekomen. Norman Jewison had daarom een afspraak met paus Paulus VI weten te bewerkstelligen. Ongekend. Samen keken ze naar de ruwe versie van Jesus Christ Superstar en Zijne Heiligheid bleek het fantastisch te vinden.”
Waarom?
Omdat Jezus als mens werd uitgebeeld. Je ziet een man, wiens verhaal wordt verteld door zijn tijdgenoten, in een woestijn in het heilige land. De paus vond die interpretatie zo overweldigend dat hij direct begreep wat Jewison ermee bedoelde: het gaat om een man – een persoon – die mensen met elkaar verbindt. Een spirituele connectie teweegbrengt. De paus gaf zijn zegen en nu kent iedereen de ruige rock waarmee het passieverhaal wordt verteld.”
Die spirituele connectie, waar Ted het over heeft, komt regelmatig terug in ons gesprek. Ook in andere interviews refereert hij vaak aan die ‘connectie’. Maar wat is een spirituele connectie? En kun je wel van een spirituele connectie spreken als mensen gefouilleerd moeten worden voordat je een voorstelling kunt bezoeken?
Goede Vrijdag
Mijn voeten raken op het toneel maar amper de grond. Het is de muziek, maar het zijn vooral ook de verhalen van de mensen die ik na afloop spreek, die 42 jaar geleden de LP kochten of de film in de bioscoop hebben gezien. Of de jonge generatie, zoals jij, die toen ze klein waren met hun ouders naar de film keken op Goede Vrijdag. Jesus Christ Superstar is een deel van me – en voor heel veel mensen maak ik daarom ook deel uit van hún leven, iets dat ik me goed realiseer. Door in de huid te kruipen van Jezus tijdens zijn laatste zeven dagen, hoop ik ook mensen wat bij te brengen. Ze zelf die spirituele connectie te laten voelen die ik bij elke voorstelling ervaar. Dat je de zaal uit loopt en nadenkt. Dat we allemaal naar dezelfde maan kijken: dat we allemaal met elkaar in verbinding staan.
Toen Ted opgroeide in het overwegend republikeinse Texas zat hij elke week in de kerk van de Southern Baptist Church:
Het leven, de Weg en de wederopstanding: dat zijn de dingen die ik me nog goed kan herinneren van mijn tijd in de banken. Maar ook weet ik nog goed dat het te conceptueel was: hij reciteerde de Bijbel. Niets anders. Thy shall. Thy shall not. Die ervaring heb ik ook meegenomen naar Jesus Christ Superstar: het gaat niet om een concept, het gaat over een man. Zoals jij en ik.
De gelijkenis met Jezus Christus was er in zijn jeugd nooit. Hij ging naar de kerk, maar richtte zich voornamelijk op de muziek:
Ik drumde in een ‘weekend human jukebox’, waarmee we van kerkgenootschap naar kroeg gingen. Ik drumde en zong in mijn bandjes en dat was wat ik altijd het liefste deed. Toen m’n vrienden en ik slaagden van de middelbare school gingen we naar andere scholen om op examenfeesten te spelen.”
Zweepslagen Dat hij nu op een gerespecteerde leeftijd nog steeds het leven van de laatste zeven dagen van Jezus vertolkt, vindt hij doodnormaal. “Kijk – jij snapt me!”, zegt Neeley tegen me:
Jij ontdekt altijd iets nieuws in de muziek. Je put er kracht uit, je luistert naar het verhaal en naar de vertelling. De muziek van Jesus Christ Superstar is nooit uit de tijd of saai. Het blijft hagelnieuw en ik beleef het nog elke avond als ik in de sandalen stap.”
Als ik vraag naar wat hij zich kan herinneren van het allereerste moment waarop hij de akkoorden van Superstar hoort, beginnen zijn ogen te fonkelen. “Amazing.” Het blijft even stil en hij raakt zichtbaar emotioneel. Hij verdringt tot drie keer toe in het gesprek zijn tranen – niet gespeeld. Ted Neeley is een emotionele man die wellicht graag de gelijkenis trekt met Jezus, maar ook voelt dat voor velen Ted ook echt Jezus ís:
M’n moeder zat naast me bij de eerste vertoning van Jesus Christ Superstar. Ze huilde de hele tijd. Ze zag haar jongen op het witte doek. Dat ze de 39 zweepslagen niet kon verdragen, liet zien dat ze een trotse, maar ook beschermende moeder was.
Bij veel huizen in Texas hingen er wapens boven de open haard, als trofeeën. Bij haar hing er een foto van mij uit Superstar boven de open haard. Als mensen vertelden dat ze het een mooie foto vonden van Jezus, vertelde ze hoe trots ze was op haar zoon. No wonder that her name is Maria.
Jesus Christ Superstar is tot en met 23 december – met Ted Neeley in de hoofdrol – te zien in het World Forum Theater. Kijk voor meer informatie of tickets op Jesuschristmusical.nl Foto: Margot de Heide