"Nee, maak je geen zorgen, bij ons in de buurt wonen alleen schrijvers, leerkrachten en andere armoezaaiers. De generaals van revolutionaire garde wonen in veel rijkere wijken." Zo stelt R. mij gerust vanuit Teheran. Terwijl hij het zegt kan ik door zijn intonatie zijn brede glimlach erbij denken. "Zoals je ziet mijn beste jongen, soms heeft armoe zijn voordelen." De grijsaard laat nog eens zien hoe ijzersterk zijn gevoel voor humor is, ook in het uur U.
Op de vroege vrijdagochtend nam ik contact met hem op. In de nacht was de Israëlische aanval tegen Iran begonnen. In een aantal woonwijken zijn de woningen van een paar militaire kopstukken ook doelwit geweest. Al ben ik blij om R.’s stem te horen, nog altijd ben ik ongerust. Ik app B. die in een heel ander deel van Teheran woont, een rijkere wijk inderdaad. Hij reageert meteen: “Ik ben op mijn motor gesprongen en heb een rondje gemaakt, waar de stad is getroffen. Man, wat een precisie! Als mijn werknemers zo nauwkeurig hun werk deden dan was ik nu stinkend rijk geweest!" Er staat een knipogende smiley erbij. B. heeft een klein technisch bedrijf. Ook bij hem dus nog geen paniek.
Als laatste een bericht naar mijn jongste, mijn lievelingsnichtje. S. is al diep in de veertig maar blijft voor mij mijn kleine nichtje. Ik kan als de dag van gisteren herinneren dat ik als elfjarige jongen de prachtige baby in mijn armen mocht nemen. Van haar moeder, mijn tante. Misschien is die herinnering zo levendig en blijvend mede door het jaartal: 1978.
S. reageert: ‘Wij verkeren op het oog in goede gezondheid. Maar van binnen zijn we opnieuw, voor zoveelste keer, geknakt. Hoe lang nog, hoeveel generaties, moeten we nog afgestraft worden voor de verkeerde afslag die de vorige generatie heeft genomen? Dat zijn mijn gedachten als ik naar mijn dochter kijk." Mijn nichtje, spreekt en schrijft in de taal die mij zo doet denken aan mijn moeder, aan mijn tante, de taal van poëtisch Iran.
1978. Het jaar dat alles anders werd. Het jaar dat een belofte in zich droeg. Het jaar van de revolutie tegen de alleenheerser, de moderne tiran, de Sjah van Iran. Een revolutie die breed door alle lagen van de bevolking werd gedragen, met Ayatollah Khomeiny als de leider die ieder aan zich wist te binden met een breed scala aan beloftes. Iran was zo rijk, hij zou ervoor zorgen dat de rijkdom voortaan aan gewone mensen toekwam. En ja, hij geloofde in democratie. En ja, zelfs communisten mochten deelnemen aan de verkiezingen, en nee natuurlijk was de islamitische hijab geen verplichting, maar een persoonlijke keuze.
Nog geen jaar later begon de revolutie zijn kinderen op te eten, één voor één werd een ieder die niet tot trouwe aanhang van Khomeiny behoorde een kopje kleiner gemaakt. Het begon met het onderdrukken van de vrouwen en afnemen van hun gelijke rechten. En het begon met verplicht stellen van hijab. Mijn moeder en tante, die ondanks hun eigen liefde voor hoge hakken en een decolleté veel respect koesterden voor de keuze van hun vriendinnen en familie – hun eigen moeder voorop - voor de hijab, ervoeren deze beperking van hun vrijheid als een hele harde klap.
De vrouwen van Iran zijn gaan buigen maar niet gebroken. De kiem van de massale demonstraties tegen de verplichte hijab in 2022, bekend van de leuze ‘Woman, Life, Freedom’ is gelegd door de generatie van mijn moeder en tante die hun kinderen en kleinkinderen blijven meegeven dat het een vrouw tot bepaalde kledingvoorschriften dwingen en hun gelijke rechten afnemen een misdaad was. S. behoorde tot de vrouwen en mannen die in 2022 de straat opgingen en de facto hebben afgedwongen dat vandaag de dag in grote steden de vrouwen zich amper aan de verplichte hijab houden.
Tien uur later, tweede bericht van S. uit Teheran: "Je was 12 toen de oorlog met Irak begon. Saddam was aangemoedigd door het Westen om Iran aan te vallen. Het was tijdens Koude Oorlog en het Westen had zijn bondgenoot de Sjah zien verdwijnen en antiwesterse moellahs aan de macht zien komen. Het Westen heeft ons, de burgers, hiervoor hard afgestraft. Ik was maar 1 jaar oud en toen de oorlog eindigde was ik 8. Het geluid van bommen en raketten en de luchtafweer blijft mij nog heel mijn leven achtervolgen. Onze dochter is nu 8 jaar. En straks gaat zij ook levenslang oorlogsbeelden met zich meedragen, omdat het Westen Israël vrije baan heeft gegeven. We hebben hier genoeg aan eigen strijd voor onze burgerrechten. Waarom laten ze ons niet met rust?"
Geen poëzie meer te bespeuren in dit tweede bericht van S. En naar ik vreesde ebt gaandeweg de dag het gevoel voor humor ook weg bij R. en bij B. R: "Dit is niet even een interventie, dit is een oorlog." B: "Steeds meer berichten over burgerslachtoffers." En vanochtend nog een bericht van R. over een omgekomen jonge en veelbelovende dichteres: "Parnia Abassi zou over 10 dagen 24 zijn geworden. Ze behoorde tot de generatie Z, de drijvende kracht achter overwinning van ‘Woman, Life, Freedom’ op de verplichte hijab." Ik voel een bittere smaak van wanhoop indalen in de berichten naarmate de uren van de aanval op Teheran voortduren.
Natuurlijk komen er ook andere berichten uit Teheran: "Die omgekomen nationale garde generaals moeten maar dankbaar zijn dat ze niet in de handen van Iraanse volk zijn gevallen, anders was hun dood veel langzamer, pijnlijker geweest. Dat had ik ze eerder gegund. Vuile misdadigers waren het!" En ook berichten van hele andere substantie, van medeballingen hier in het Westen: "Israël voert oorlog tegen het regime. Voor de burgers is dit alleen maar een mogelijkheid, geen gevaar. Als het regime verzwakt raakt krijgt de volksopstand een kans."
Het valt mij op dat ik dit soort berichten vooral van vrienden en families krijg met hele diepe, nooit genezen wonden. Van een oude dame met een broer die in de eerste decennia van de revolutie geëxecuteerd is omdat hij bij de oppositie zat. Van een jongeman wiens zus een oog heeft verloren toen de Iraanse oproeppolitie met rubberkogels ging schieten tijdens 'Woman, Life, Freedom'-demonstraties.
Ik heb alle begrip voor hun pijn, voor hun frustratie voor hun woede. Maar het is een dwaling om hoop te vestigen op de oorlogsmisdadiger Netanyahu die een paar honderd kilometers verderop in Gaza al vele maanden duizenden onschuldige burgers, waaronder duizenden kinderen, slachtoffer heeft gemaakt van zijn expansiezucht. Het is hoop der wanhoop. Daar koop je niets mee.
Ik vestig mijn hoop liever op de stem van vrede dan het gebrul van agressors en machtsbeluste misdadigers. Of de stem van vrede uit Teheran komt, uit Gaza, Tel Aviv of zondag uit Den Haag tijdens de Rode Lijn demonstratie. De stem van vrede moet gekoesterd, moet aangemoedigd worden. Die stemmen moeten met elkaar verbonden raken, wereldwijd, om de waanzin van oorlog te doen ophouden.
Vrijdagavond attendeerde iemand mij op een filmpje uit Tel Aviv dat op de sociale media rondgaat. Het is afkomstig van FB-pagina van de Israëlische vredesactivist Ronny Edry en het laat Israëlische burgers zien die tijdens raketaanval uit Iran in een schuilkelder een liedje zingen met de volgende boodschap: ‘Aan alle papa’s en mama’s en kinderen in Iran, we hopen dat snel een einde komt aan deze oorlog, we houden van jullie.’
Ik stuurde gelijk een vriendschap verzoek naar Ronny.
Shervin Nekuee schreef De Perzische Paradox, over de oorsprong en tragische wending van de Iraanse Revolutie. Uitgegeven door de Arbeiderspers.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.