Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Theodor Herzl wilde al een vrij en verenigd Palestina voor iedereen

  •  
11-08-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
2791 keer bekeken
  •  
theodorherzl

In zijn utopische roman delft de voorganger van Netanyahu, Smotrich en Ben-Gvir het onderspit

“From the river to the sea, Palestine will be free” blijft de voornaamste eis van wie tegen de oorlog in Gaza demonstreert. Pas als het zionisme met wortel en tak is uitgeroeid, kan worden begonnen aan de opbouw van een democratische samenleving die het thuisland is van joden, christenen en wie er nog meer een band hebben met het land.

De zionistische beweging is aan het eind van de negentiende eeuw gesticht door Theodor Herzl van de Neue Freie Presse. Hij had als correspondent in Parijs de affaire-Dreyfus verslagen maar nu was hij een soort chef cultuur. De Neue Freie Presse was zo’n beetje het meest gerespecteerde dagblad in heel Midden-Europa. Vanuit Wenen belichtte het de actualiteit met een ruimhartige, geavanceerd liberale blik. Op de redactie waren veel joden werkzaam, onder wie Moritz Benedikt, een van de twee hoofdredacteuren. Als liberaal streefde hij naar gelijke politieke en culturele rechten voor alle minderheden die deel uitmaakten van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, met nadruk ook de joden. Het kosmopolitische, multiculturele Wenen was zijn habitat.

Maar datzelfde Wenen was de basis van een christelijk sociale partij, die in verkiezingsstrijd van een heftig antisemitisme blijk gaf. In 1899 werd voorman dr. Karl Lueger zelfs burgemeester van Wenen. Tegelijk was er sprake van nationalistische agitatie onder de vele volkeren in het oude keizerrijk.

Theodor Herzl, die in zijn Parijse jaren het Franse antisemitisme  dagelijks had ervaren, kwam tot de overtuiging dat de joden er verstandig aan deden zich bij de nationalistische trends aan te sluiten. Zij vormden net zo goed een volk en bij een volk hoorde in de gedachten van zijn jaren een eigen staat. Zo werd hij de belangrijkste ideoloog en de grondlegger van de zionistische beweging.

Zijn baas Moritz Benedikt vond dit een gevaarlijke overtuiging. Herzl mocht in de Neue Freie Presse niets over het zionisme schrijven. Als het om joodse emancipatie ging, dan betekende dit gelijke rechten in hun land van inwoning waarvan ze loyale burgers dienden te zijn. Daarom zette Herzl zijn overtuigingen uiteen in pamfletten en al gauw in een eigen weekblad. Benedikt heeft hem nog eens gesméékt dat blad stop te zetten. Harder werd hij aangepakt door de Weense performer en publicist Karl Kraus. Die had toch al een hekel aan de Neue Freie Presse en zijn medewerkers omdat hij er opgeblazen zelfgenoegzaamheid in vond die poseerde als vrijzinnigheid.

Kraus stelde zionisme gelijk met antisemitisme omdat deze ideologie niet leidde tot integratie maar tot afzondering van de joden. Hij schreef daarover een hatelijk pamflet, Eine Kroner für Zion, waarin hij constateerde dat echte antisemieten waardering hadden voor Herzl’s nieuwe leer omdat dit ze een argument gaf om de joden af te schuiven. Zij zeiden immers nu zelf dat ze er in Europa niet bij hoorden.

Herzl liet zich door zulke kritiek niet uit het veld slaan. Hij lobbyde bij sleutelfiguren in Europa, onder wie de bankier Baron Rothschild, om ondersteuning. Ook probeerde hij gehoor te krijgen bij sultan Abdul Hamid II van het Ottomaanse Rijk dat toen nog heel het Midden-Oosten omvatte. Het had in de loop van de negentiende eeuw een gigantische schuldenlast opgebouwd. In 1881 was het rijk daarom gedwongen een Administration de la Dette Publique Ottomane te accepteren met daarin vertegenwoordigers van de crediteuren uit de Europese landen, ook Nederland. Deze administration exploiteerde het staatsmonopolie op tabak en zout. Ook hieven de 9000 medewerkers allerlei belastingen van de bevolking. De opbrengst ging naar de schuldeisers. Het was alsof een grote parasiet het lichaam van het Ottomaanse rijk verzwakte.

Herzl suggereerde de sultan dat met Joods kapitaal die hele staatsschuld in één keer af te lossen was. In ruil kregen dan de zionisten kans in Palestina een nationaal joods tehuis op te bouwen.

Het was een luchtkasteel en sultan Abdul Hamid II liet zich niet verleiden.

Herzl schreef vervolgens een roman Altneuland. Daarin zette hij uiteen hoe het Palestina van zijn dromen eruit zou zien als het Ottomaanse Rijk de zionisten maar de kans gaf. Het boek verscheen in 1902. Ondertitel: “Als U maar wilt, is het geen sprookje”.

Het tweede deel van het boek behelst het bezoek van de twee hoofdpersonen/vrienden, de Oostenrijkse dr. Friedricht Löwenberg en de Amerikaan mr Kingscourt aan het Palestina van 1923, dus eenentwintig jaar na het verschijnen van het boek.

Ze landen in zo’n beetje de modernste samenleving van de wereld. Elk huis is geëlektrificeerd. Datzelfde geldt voor de spoorwegen en de trams. In huis hebben de mensen een Telephonzeitung, die een soort draadomroep blijkt te zijn. De vele dagbladen zijn eigendom van hun abonnees. Veel bedrijven zijn coöperaties van het personeel. De landbouw levert dankzij technische vernieuwingen enorme oogsten op.

Iedereen is aangesloten bij sociale verzekeringen. Onderwijs is gratis tot en met de universiteit. Ook is het jubeljaar uit het Oude testament weer ingevoerd. Elke zeven jaar wordt alle grond opnieuw verdeeld naar behoefte.

Van het begin af aan hebben de Arabische inwoners van Palestina als gelijkwaardige deelnemers meegedaan binnen het zionistische project. Het nieuwe Palestina is ook hun tehuis. Als kind van zijn tijd ging Herzl ervan uit dat de oorspronkelijke inwoners van het land het joodse beschavingswerk onmiddellijk zouden omarmen. Voor het overige lijkt Altneuland op de samenleving die liberale kosmopolieten voor ogen hadden al zal Moritz Benedikt van de Neue Freie Presse het allemaal wel al te utopisch hebben gevonden.

In Altneuland vindt een verkiezingsstrijd plaats waarin rabbijn dr. Geyer, die een orthodoxe exclusief joodse samenleving wil, verliest. Hij wordt door het electoraat vrijwel totaal uitgeschakeld. Hij lijkt wel een voorafschaduwing van Netanyahu, Smotrich of Ben-Gvier.

In 1904 overleed Theodor Herzl.

Altneuland blijft. Het is zonder meer een slechte en soms doodsaaie roman maar de samenleving die hij schetst, lijkt heel erg op het ideaal van From the river to the sea Palestine will be free. Het is immers de bedoeling van de demonstranten dat in plaats van de huidige situatie een vrije samenleving ontstaat waarin iedereen op zijn manier en op de door hem gekozen plek gelukkig kan worden omdat staat en religie gescheiden zijn.

Precies wat Theodor Herzl wilde. Dat hij met de vooroordelen van zijn tijd Europese Joden bij uitstek geschikt vond om tot de opbouw van zo’n samenleving het initiatief te nemen, moeten we hem dan maar vergeven. Al heb ik niet de indruk dat dit zal gebeuren.

Overigens is Altneuland geen staat. Herzl laat in het midden wat het dan wel is. Misschien fantaseerde hij door op zijn plannen met sultan Abdul Hamid II.

Naschrift: op Youtube is met Engels onderschrift een uiterst kostbaar gemaakte en prachtige Turkse miniserie te zien over Abdul Hamid II. De sultan treedt daarin op als een geheimzinnig leider die alles doorheeft en zich inzet voor een spoorlijn van Sarajevo tot Mekka. Hij ziet erop toe dat de stations in moslimgebieden komen en niet in die van Armenen en dat er in de buurt daarvan moskeeën worden gebouwd. Theodor Herzl echter zet een grote intrige op om ervoor te zorgen dat die spoorlijn naar Jeruzalem gaat en niet naar Mekka. Zo wordt de geschiedenis aangepast bij de eisen van het heden. Het is niet moeilijk om in Abdul Hamid de Erdogan van zijn tijd te zien.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor