Voor het eerst in maanden gloort er wat hoop bij me. Ja, ik weet dat is gevaarlijk. Hoop is volgens het Woordenboek van de Duivel de samensmelting van verlangen en verwachting. Het is wat overblijft voor wie niks anders meer heeft. Dat klopt ook. De politieke situatie is de meest rampzalige sinds 1945, de peilingen zijn om te huilen en het dagelijks nieuws is een recept voor depressie. Maar laat me je uitleggen waarom ik het toch anders zie, al moet ik je meteen waarschuwen dat ik het vaak verkeerd heb. Ik neem dat risico om dan in ieder geval een paar dagen van licht te voelen voordat we na 29 oktober weer in een zwart gat gezogen worden.
Eerst was er natuurlijk de Rode Lijn, een van de grootste en vreedzaamste demonstraties die het land ooit gekend heeft. Het was een protest tegen het regeringsbeleid maar die regering was tegelijkertijd opvallend afwezig. Borden met de naam van Schoof of de resterende twee regeringspartijen zag ik amper. Het ging de deelnemers er meer om de macht te veranderen.
Het protest was serieus maar vriendelijk. De gemeentelijke reinigingsdienst hoefde na afloop niet eens in actie te komen. 250.000 mensen en geen rotzooi, wie had dat ooit gedacht? Zelden ben ik met zo’n energiek gevoel thuisgekomen na een demonstratie, hoe vreselijk de aanleiding ook was. Al dat rood, de kleur van liefde en passie, hielp waarschijnlijk ook. Zoals je van het groen in de natuur relaxed wordt, zo geeft rood bij een demonstratie je kracht.
Dan was er het debat zondag bij RTL waar Frans Timmermans als enige vertegenwoordiger van een linkse partij schitterde. Wat is hij veranderd, een zeldzame combinatie van vurig en bedachtzaam. Hij zei niets waar ik het niet mee eens ben en dat is de afgelopen jaren wel eens anders geweest bij linkse partijen. Het geldt trouwens ook voor de andere linkse oppositiepartijen. Jimmy Dijk wil dat de SP deel uit gaat maken van een sociaal kabinet en straalt vriendelijk optimisme uit. Esther Ouwehand is de meest activistische en spreekt grote groepen aan die anders het geloof in de parlementaire politiek zouden verliezen. Nooit eerder werd de linkse kiezer zo goed bediend.
Wat klinkt dat allemaal positief hè? Ik sta er zelf ook van te kijken na maanden somberheid. De ommekeer begon toen ik het zojuist verschenen boek Een Links Verhaal las van Coen van de Ven, journalist bij opiniesite De Groene, over de weg naar de fusie van PvdA en GroenLinks. Hij volgde dat proces jarenlang, sprak met hoofdrolspelers die in vertrouwen hun diepste gedachten en gevoelens deelden en woonde relevante bijeenkomsten bij met de belofte er pas veel later over te publiceren.
Het boek is niet alleen erg goed geschreven waardoor het leest als een avonturenroman, het heeft ook een totaal andere ondertoon dan gewoonlijk. Dergelijke boeken gaan al snel over conflicten, ruzies, verraad en de teloorgang van idealen maar hier is het andersom. Van de Ven is niet cynisch maar nieuwsgierig, hij schetst hoe voorzichtig en moeizaam de toenadering is, totdat die door de politieke ontwikkelingen ineens vaart krijgt. Dat proces is geen sinecure, het gaat er om tienduizenden leden, en uiteindelijk miljoenen kiezers, mee te krijgen met een nieuwe manier van denken.
Het boek bevat natuurlijk tal van anekdotes, zoals de diepe teleurstelling bij Jesse Klaver als blijkt dat hij geen partijleider kan worden, maar laat vooral zien hoe de partijen elkaar weten te vinden op hun ideeën en overtuigingen. In de media zingt de rechtse beeldvorming rond dat de GroenLinks-leden ver van de PvdA-kiezers af staan, in de praktijk is daar amper sprake van. Of laat het me zo zeggen: de waterscheiding tussen die groepen is een kabbelend beekje vergeleken met de onstuimige oceaan die links en rechts scheidt sinds de VVD richting het fascisme is opgeschoven.
Naarmate ik in het boek vorderde werd ik er steeds meer door gegrepen. Het doet de titel eer aan. Een Links Verhaal is in de eerste plaats een goed verhaal maar ook op een bepaalde manier een feel good verhaal. Zelfs als de partijen niet je eigen voorkeur zijn, is de manier waarop de betrokkenen proberen elkaar te vinden en tegelijkertijd zichzelf te blijven, ronduit aanstekelijk.
Hoho, kijk eens naar de peilingen Van Jole, jij linkse dromer met je wensdenken! Een opleving van links is nu in de peilingen inderdaad niet zichtbaar maar dat komt wellicht ook omdat driekwart van de mensen nog geen keuze wil maken. De uiteindelijke uitslag kan dan ook echt enorm verschillen met de peilingen. EenVandaag peilt nu 25 zetels voor GroenLinks-PvdA. In 2023 gaf hetzelfde Opiniepanel een week voor de verkiezingen 17 zetels aan de PVV. Dat werden er uiteindelijk meer dan twee keer zoveel. Het verschil werd onder meer veroorzaakt door rechtse niet-stemmers die plots wel naar het stembureau's gingen. En linkse kiezers die thuisbleven.
In november 2023 was het ter linkerzijde kommer en kwel. Frans Timmermans bleek niet de gedroomde redder van verenigd links, in het boek van Van de Ven is hij daar pijnlijk eerlijk over. De net uitgebroken oorlog in Gaza verdeelde de partijen, de grote klimaatdemonstratie met 85.000 deelnemers kort voor de verkiezingen liep daardoor uit op een enorme kater. De alternatieven voor GroenLinks-PvdA kampten ook met grote problemen. De PvdD werd verscheurd door een interne couppoging om Esther Ouwehand aan de kant te zetten, BIJ1 viel ruziënd uit elkaar na het vertrek van Sylvana Simons en de SP stevende met Lilian Marijnissen af op de zoveelste verkiezingsnederlaag. Er was voor de linkse kiezer amper reden om naar de stembus te gaan.
Nu zijn de rollen omgedraaid. De rechtse kiezer die na de uitslag van 2023 werd beloond met het meest rechtse kabinet sinds WOII kan niet anders dan teleurgesteld zijn en is daardoor waarschijnlijk niet zo gemotiveerd om te gaan stemmen. De ultrarechtse droomcoalitie blonk uit in gepruts, onkunde, wantrouwen en geruzie. Natuurlijk geven ze elkaar allemaal de schuld maar het staat onomstotelijk vast dat ze niet in staat zijn samen te werken. En zonder samenwerking krijg je in dit land niks voor elkaar.
Aan de linkerkant is dat totaal anders. Natuurlijk zijn er grote verschillen met bijvoorbeeld het naar rechts opgeschoven D66 en de fatsoensrakkers van het CDA maar een stabiele coalitie daarmee is goed voorstelbaar, zelfs als het aan Jimmy Dijk ligt. Het is ook een no brainer wie van de lijsttrekkers de meest geschikte premier is. Bontenbal mag een sympathieke kerel zijn, hij zit nog maar twee jaar in de Kamer en dit land snakt naar ervaren bestuurders die weten waar ze mee bezig zijn.
De linkse kiezer moet over twee weken naar de stembus om nog zo’n ramp als de vorige keer te voorkomen en de bereidheid daartoe lijkt me aanzienlijk groter dan twee jaar terug. Dat geldt ook voor de eensgezindheid, het traditionele gekibbel ontbreekt op links en dat is een verademing.
Een toename van de opkomst aan de linkerkant, en een afname aan de rechterzijde. Het zou op 29 oktober wel eens voor een grote verrassing kunnen zorgen. Hoop ik.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.