Vanuit Amsterdam, de stad waar ik gestudeerd en gewerkt heb, is binnen Europa nauwelijks een plek denkbaar die sterker contrasteert met Amsterdam dan mijn nieuwe woonplaats: Cârlibaba, Roemenië. Hier in het noorden, aan de grens met Oekraïne, ligt de Bucovina – een streek die door Arnout le Clercq in de Volkskrant wordt omschreven als het meest traditionele en extremistische deel van Roemenië. Hier steunt men in grote meerderheid de populistische, anti-Europese leider Călin Georgescu. Wanneer ik probeer mijn pro-Europese standpunten uit te leggen, wordt mij vaak gevraagd: “Maar ben jij dan ook voor de ‘verspreiding van homoseksualiteit’ en genderdiversiteit?”
Het schrijven van dit artikel kostte aanzienlijk minder tijd dan de aarzeling die eraan voorafging. Het LHBTQ+-vraagstuk als hindernis in het proces van Europese integratie – een gewaagd uitgangspunt, maar in de huidige spanningen mijns inziens niet meer te ontlopen. Dat dit geen onschuldig onderwerp is, blijkt ook uit The Guardian, dat schrijft: “Far-right politicians in Europe are weaponising LGBTQ+ rights and sowing division…” De bevolking van Oost-Europa wordt overstelpt met berichten dat de EU een gerichte campagne voert om de traditionele familiewaarden te ondermijnen. Op sociale media wemelt het van de verhalen over seksuele voorlichting aan peuters, van het uitroepen van LHBTQ+-vrije zones, en zelfs van absurde beschuldigingen dat de Moldavische president Maia Sandu zich zou bezighouden met kinderhandel. Dit zijn uitingen van de Russische strategie om als deel van de hybride oorlog alle tegenstellingen in Europa aan te wakkeren.
Maar eerst: door het stuk in twee steden te publiceren, Amsterdam en Boekarest, probeer ik elke schijn van gespletenheid te vermijden. Het discours heeft kenmerken van intolerantie aan beide zijden van Europa, en ik merk in veel gesprekken dat het makkelijker is om te laveren tussen West en Oost dan consequent één standpunt uit te dragen, waaraan ik me hier alsnog toe zet. Als ik in Roemenië in een tv-interview uitleg dat ik zowel in Nederland als in Roemenië homoseksuele vrienden heb en hierin geen enkele bedreiging zie voor mijn eigen vrijheid, doe ik dit met de nodige voorzichtigheid. Maar met diezelfde voorzichtigheid vang ik dit stuk aan, omdat elke bedenking die je in Nederland op zou willen werpen tegen de nadruk waarmee de voordelen van genderdiversiteit uitgedragen worden, taboe is. Mijn standpunt aangaande LHBTQ+-vraagstukken is in de loop der tijd veranderd en ik schets deze ontwikkeling hieronder om te voorkomen als exponent van een verborgen homofobe agenda weggezet te worden.
Mijn protestantse opvoeding was gematigd maar duidelijk genoeg over de Bijbel als woord van God, waarin homoseksualiteit sterk afgekeurd werd. In de jaren zeventig en tachtig kan ik me weinig herinneren van concreet contact met het verschijnsel homoseksualiteit; er werd hooguit lacherig over gefluisterd, en het ging mijn voorstellingsvermogen als heteroseksueel sowieso te boven. Tijdens mijn studie antropologie werd mijn wereld snel wijder, mijn dogma’s bleken onverdedigbaar, en ik kwam mensen tegen voor wie heteroseksualiteit niet vanzelfsprekend was. Niets veranderde mijn standpunt echter zo bruusk als het lezen van Red Azalea van Anchee Min, over een same-sex relationship onder het Maoïstische bewind. Ik werd niet direct een voorvechter van homorechten, maar staakte wel elk verzet tegen de gedachte dat het ieders vrije keuze is wie lief te hebben. Voor een recente film over jongensliefde – Close – heb ik bioscoopkaartjes aan mijn ouders gegeven. In Filmhuis De Schuur in Haarlem heb ik tijdens een kort verblijf in Nederland The Blue Caftan en Joyland gezien, de laatste over het leven als transgender in Pakistan. Dit ter illustratie van veertig jaar geleidelijke standpuntwijziging; en ik kan het iedereen aanraden – het achterlaten van rigide standpunten kan een persoonlijke bevrijding zijn. Kunst en cultuur zie ik als middel bij uitstek om deze ontwikkeling teweeg te brengen.
Maar minder geloof heb ik in een dwingende agenda om Oost-Europa te overtuigen van de gewenstheid of noodzakelijkheid van grotere vrijheid van genderbeleving en uitdrukking van seksuele oriëntatie. Tolerantie is onmogelijk op te dringen. Zo ook mijn zorgen als ik zie dat het Eurovisie Songfestival een splijtzwam in Europa is geworden door uitsluitend dit thema; of als ik zie dat de burgemeester van Amsterdam meeloopt in de Pride-tocht van Boedapest. Ik twijfel niet aan haar intenties, maar wel aan de effectiviteit van haar keuze om hier mee te lopen. Want het is koren op de molen voor degenen die het heersende narratief in Oost-Europa verkondigen: “Het Westen kent geen grenzen als het gaat om de verspreiding van ideeën waar wij ernstige bedenkingen bij hebben. Westerse politici hebben maar één doel: het vernietigen van onze christelijke identiteit en familiewaarden...” Einde citaat. En vandaar mijn aanbeveling - als we ons realiseren dat het trollenleger vol inzet op dit thema, zouden we misschien beter met wat meer tact kunnen opereren.
Het is namelijk niet zo dat we in een ideale wereld leven waarin het enige, allerlaatste probleem waar we voor moeten vechten, LHBTQ+-vrijheden zijn. Er woeden oorlogen aan onze grenzen, en er vindt een genocide plaats waarvoor we wegkijken. En dit terwijl Europa dreigt te splijten onder de druk van het populisme; Amerika is weggevallen als gidsland en China zet zijn plaats als wereldleider kracht bij als controlestaat.
Dus naast het vechten voor homo-emancipatie moeten we ook vechten voor de eenheid van de Europese Unie – een unie waarin deze rechten beter gewaarborgd zijn dan in andere delen van de wereld. Hiertoe zou het helpen als we zonder arrogantie de communicatie met de meer traditionele bevolking van Oost-Europa aangaan. Vasthouden aan tradities maakt je niet automatisch een fascist, en het christelijk geloof kent genoeg tolerantere interpretaties – vatte Jezus niet zelf de wet samen door de liefde te noemen als vervulling van de wet?
Als we luisteren naar hun angsten en ons open durven te stellen voor een discussie waarin vragen besproken kunnen worden. Bijvoorbeeld: kan te veel vrijheid rond genderidentiteit verwarrend werken voor kinderen? Wordt genderexpressie soms vooral een vorm van jeugdrebellie? Of meer in het algemeen: is er niet te veel nadruk op seksualiteit, via sociale media en pornografie, en te weinig op levensbeschouwing of spirituele ontwikkeling? En als het antwoord op al deze vragen “nee” is, zullen we het toch nog beter uit moeten leggen, want het Russische trollenleger kent geen twijfel en heeft geen medelijden – ze zullen Europa uit elkaar spelen, niet door Oost-Europa in hun politieke invloedssfeer in te lijven, maar in hun religieuze invloedssfeer, met Poetin als hoeder van de christelijke moraal, de door God gegeven handhaver van de natuurlijke orde tussen man en vrouw.
En een kreupel Europa, verlamd door reactionair populisme, helpt niet bij het zekerstellen van onze vrijheden en verworvenheden. Dus laten we een poging doen ook deze tegenstelling te overbruggen door ons beter in te leven en meer begrip te tonen - misschien komen we zo een stap dichter bij elkaar.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.