Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

Toonders denkraam

  •  
30-09-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1464 keer bekeken
  •  
Scherm­afbeelding 2025-09-30 om 11.13.34

Foto: Archief J.B. Dieperink

‘Het einde van Eindeloos’ is de omineuze titel van het allerlaatste Bommelverhaal. Als rechtgeaarde liefhebber van het universum dat Rommeldam en verre omstreken heet, zal ik dat verhaal dan ook nooit lezen.

Dat is uiteraard de gevreesde ‘Olifant-met-de-lange-snuit’ en dan is het verhaaltje voor altijd uit, en waarom zou de trouwe lezer zich met die wetenschap pijnigen? Natuurlijk had Marten Toonder vanuit schrijvers-oogpunt het grootste recht zijn saga op een waardige manier te besluiten, maar daar heb ik als lezertje natuurlijk helemaal geen boodschap aan. Sprookjes- en stripfiguren hebben het eeuwige leven, zij verdwijnen nimmer in de sterfelijke stofwolken van de tijd. Hun avonturen beginnen ergens en zullen in de hoofden van de lezers voor altijd doorgaan, het eeuwig open einde is hun lot.

De liefde voor de verhalen en zijn magnifieke hoofdrolspelers manifesteerde zich in het genieten van de bloemrijke taal enerzijds, én in het verzamelen van zowel de boeken als de merchandise. Toonder schatte het belang van de verkoop van parafernalia al vroeg op de juiste waarde en met die extra inkomsten financierde hij o.a. de uitbreiding van zijn imperium. Al vanaf 1941 werd de jeugd verblijd met puzzels, poppenkastpoppen, speelgoed, bedlampjes, tapijtjes en spellen. Diezelfde jeugd, inmiddels opgegroeid, werd jaren later een fanatieke groep verzamelaars en kocht en verzamelde dezelfde curiosa nogmaals. Inmiddels antiquarisch en zeer verzamelwaardig.                                           

Toonders fantastische tekeningen en mijn fascinatie voor het striptekenvak brachten mij dan ook al vroeg op het verzamelaarspad. Ik las, bouwde aan een gestaag groeiende collectie en mocht op jeugdige leeftijd zelfs de Toonder-studio’s in Nederhorst den Berg bezoeken. In latere briefwisseling met De Meester bleek mij zijn zeer scherpe oordeel over ‘het vak’ en aanverwante (kunst-)uitingen.

Omdat hij zich in menig interview had laten ontvallen dat tekenfilm het hoogst berijkbare was als tekenaar, vroeg ik hem om zijn mening aangaande de zojuist uitgekomen, wereldwijd bejubelde animatie-/live-actionfilm ‘Who framed Roger Rabbit?’. Het antwoord was enigszins villein:“.. ik had meer het oog op de mogelijkheden van de tekenfilm als onafhankelijke kunstvorm. Tenslotte is het iets magisch om een tekening of een schilderij te laten bewegen, en zodoende iets te scheppen wat nog niet bestond. Het gooi- en smijtgegeven is zo ongeveer het beste wat ooit met tekenfilm bereikt is… Slapstick is leuk voor kinderen, maar het is een randverschijnsel van de kunstvorm, als u begrijpt wat ik bedoel”.                                                 

Ook voor wat betreft eigen werk legde Toonder de lat zeer hoog. Zeven jaar eerder typeerde hij zijn eigen avondvullende Bommelfilm ‘Als je begrijpt wat ik bedoel’ als een fiasco en alleen zijn ‘Golden fish’, van begin vijftiger jaren, kon zijn volledige goedkeuring wegdragen. Met die bijna maniakale drang naar perfectie joeg hij door de jaren heen vele medewerkers tegen zich in het harnas. Een niet ongewoon verschijnsel bij het waarachtig genie.               

Naarmate de jaren vorderde verdween mijn verzameldrang voor de memorabilia maar nam het lezen van de geweldige verhalen en de eindeloze aantrekkingskracht voor de tekeningen alleen maar toe. Om nu nog éenmaal de ernst van de persoon van Toonder te duiden wil ik u de volgende aanhaling, uit zijn voorwoord in een boekwerk aangaande zijn ( politieke cartoon-) tekenende collegae, niet onthouden:

“..Niet alle tekenaars zijn uit dat hout gesneden. Ik heb er ettelijke gekend die naar een redactievergadering gingen om daar hun stof op te doen, of die telefonisch een onderwerp opkregen. Daar waren knappe artisten bij, maar échte politieke tekenaars waren het niet. Voor dit soort was het gewoon een manier om het dagelijks brood te verdienen. En een eigen overtuiging hadden ze niet of lieten ze geen rol spelen. Dat is geen eerzame wijze om het vak te beoefenen, maar meer een vorm van prostitutie”.  

In Groenlo verrijst begin Oktober 2025 een heus Bommelpretpark. Voor een geheel nieuwe generatie wellicht de eerste kennismaking met het gedachtegoed en de stripfiguren van Marten Toonder (In de 50er-jaren, in Oisterwijk, ontplooide men eerder op kneuterige Madurodam-schaal dergelijk initiatief maar dat project stierf na een aantal jaar te hebben bestaan een roemloze dood). Grage pijproker Heer Olivier Berendinus Bommel zullen we in elk geval weinig buiten zijn veilige kasteelmuren zien. In het hele park geldt een rookverbod.

Maar óf het de Hemelse goedkeuring van Toonder kan wegdragen en hoe het de onderneming in Groenlo ook zal vergaan, zijn verhalen zullen in onze hoofden en harten voor altijd blijven bestaan, als u begrijpt wat ik bedoel.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor