Trump draait megabelastingverhoging toch maar terug, economisch bestand met China

“Je hebt geen dertig poppen nodig. Drie is ook goed”, zei Donald Trump enkele dagen geleden nog. De Amerikaanse autocraat probeerde de bevolking op die manier voor te bereiden op de enorme prijsstijgingen die in het verschiet lagen als gevolg van de importheffingen op Chinese goederen.

Inmiddels lijkt Trump er toch van overtuigd geraakt dat de grootste belastingverhoging uit de Amerikaanse geschiedenis wellicht geen winnende strategie is. Zijn minister van Financiën Scott Bessent heeft een bestand bereikt met China, waarbij de twee landen hun tarieven aanmerkelijk omlaag brengen.

De VS en China zijn een importheffingenpauze van 90 dagen overeengekomen. De twee landen verlagen de heffingen voor elkaar met 115 procent. Dat betekent dat de Amerikaanse heffingen op Chinese goederen nu 30 procent gaan bedragen, terwijl de Chinese heffingen op Amerikaanse producten naar 10 procent gaan.

Trump besloot tot invoering van de hoge heffingen vanwege het handelstekort met China. Dat tekort wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat China tal van producten veel goedkoper kan produceren. Trump doet het echter voorkomen dat China zijn markten afsluit voor Amerika. In werkelijkheid drijven China en de VS al sinds het bezoek van president Richard Nixon in 1972 volop handel met elkaar.

NRC schrijft: “De Amerikanen kunnen meer toegang proberen af te dwingen tot de Chinese markt, maar dat het handelstekort met China (zo’n 300 miljard dollar in 2024) helemaal zal verdwijnen lijkt onwaarschijnlijk. Daarvoor is de op consumptie drijvende Amerikaanse economie te zeer afhankelijk van Chinese productie.”