Voordat hij president van de Verenigde Staten werd, had Donald Trump geen goed woord over voor de kosten van het presidentiële vliegtuig, de Air Force One. Het liefst zag hij het toestel geschrapt worden. Nu hij in het Witte Huis zit, gelden kennelijke andere regels. Als hij herkozen wordt, krijgt hij de beschikking over twee vliegtuigen van Boeing voor het duizelingwekkende bedrag van 4,7 miljard euro. Het budget is inmiddels al een aantal keren verhoogd.
Bij zijn aantreden liet Trump vliegtuigfabrikant Boeing weten dat hij de kosten van het ambtsvliegtuig te hoog vond en de prijs naar beneden wilde. Hij schepte vervolgens op dat hij de prijs van een nieuwe Air force One met een miljard naar beneden had gepraat. Dit bleek wat voorbarig: zoals vaker bij militaire projecten in de Verenigde Staten, vielen de kosten veel hoger uit maar bleek vooral nergens uit dat Trump een korting had bedongen. Het Pentagon, het ministerie van Defensie dat verantwoordelijk is voor het vliegtuig, bevestigde deze week de laatste kostenoverschrijding.
Eerder bleek al dat de miljard korting die Trump zou hebben bedongen helemaal niet bestaat. De bewering dat de belastingbetaler geld is bespaard, zoals het ministerie van Defensie stelde, blijkt nu uit het tegendeel te bestaan. Ter vergelijking: een nieuwe commerciële Boeing 747 is te koop voor ongeveer 340 miljoen euro.