Uitmoorden walvissen ook slecht voor het klimaat

De commerciële walvisvangst draagt bij aan de klimaatcrisis. Talloze andere organismen in de oceaan, waaronder fytoplankton, zijn namelijk afhankelijk van het ijzer in walvissenpoep. Fytoplankton zet koolstofdioxide (CO2) om in zuurstof. Het kleine organisme geldt daarmee als de belangrijkste producent van zuurstof op aarde.

Naarmate er minder fytoplankton is, neemt ook het vermogen van oceanen om CO2 te absorberen af. De oceanen zijn nu goed voor de opslag van 30 procent van de CO2 die via het verbranden van fossiele brandstoffen in de atmosfeer komt.

Wetenschappers van Cambridge onderzoeken nu of dat percentage kan worden opgeschroefd door kunstmatige walvissenpoep in de oceaan te dumpen, meldt Deutsche Welle. Door op die manier de groei van fytoplankton aan te jagen zou het CO2-absorptievermogen moeten toenemen tot 50 procent van de uitstoot, hopen de onderzoekers.

Niet iedereen is ervan overtuigd dat nep-walvissenpoep kan helpen bij de aanpak van de klimaatcrisis. Zo wijst ecoloog Matthew Savoca van Stanford University erop dat fytoplankton de CO2 slechts enkele jaren opslaat. Wat we echt nodig hebben is, is een vorm van opslag waarbij het broeikasgas duizenden jaren onder de bodem van de oceaan wordt opgeslagen, meent Savoca.

Daarnaast bestaat de vrees dat het dumpen van voedingsstoffen in de zee tot tekorten elders zal leiden, in andere ecosystemen maar bijvoorbeeld ook in de landbouw. Dat zou weer hogere broeikasgasuitstoot elders en hongersnoden tot gevolg kunnen hebben. Misschien toch maar stoppen met het jagen op walvissen dan?