NSC laat het neoliberale raamwerk ongemoeid: economische groei blijft leidend, milieu hooguit decor.
Ik ben radicaal evangelisch opgegroeid — standje jonge-aardecreationisme en zondvloedlogica, maar gelukkig nu iets wijzer. Maar zelfs toen vond ik het volkomen logisch dat de slechte zondige mens een aarde in 6000 jaar prima kon verneuken. Ik groeide op op het Groningse platteland, met een moestuin aan huis. Mijn moeder zette thee van heermoes als ecologisch bestrijdingsmiddel tegen meeldauw – vanwege het kiezelzuur. Wat ik nooit snapte: hoe conservatieven enerzijds zonde prediken, maar anderzijds de ecologische zondeval systematisch ontkennen.
Rentmeesterschap is het woord — zelfbedrog de praktijk. En dan heb ik het niet alleen over SGP of CDA, maar ook over Nieuw Sociaal Contract, dat zich in zijn verkiezingsretoriek hult in vrome zorg, maar intussen ontbreken milieu en klimaat, wat nogal belangrijk is in verband met bestaanszekerheid. Zelfs in hun verkiezingsprogramma en in Omtzigts boek 'Een nieuw sociaal contract' ontbreken termen als klimaatverandering en ecologische grenzen volledig. Misschien niet heel verbazingwekkend, aangezien hij uit het CDA komt, die al meer dan 40 jaar het stikstofdossier laten liggen.
De ironie is: conservatieven schreven ooit geschiedenis met milieubeleid waar links vandaag nog van droomt. Nixon haatte hippies en vond het een stelletje linkse idealisten. Toch zette hij het meest ambitieuze milieubeleid ooit in gang. Onder zijn presidentschap ontstonden de Clean Air Act, de Endangered Species Act en het Environmental Protection Agency — wetten en instellingen die decennia later nog steeds het fundament vormen van Amerikaanse milieubescherming. Iets dat we nu totaal niet zouden kunnen voorstellen, ondanks dat SGP, CDA, NSC en BBB spreken over rentmeesterschap. Toch lijken ze niet bepaald in te zetten op milieu en klimaat.
Zelfs conservatieve iconen als William F. Buckley en Barry Goldwater — de vaders van het moderne Amerikaanse rechts — waren niet te beroerd om de overheid in te zetten tegen ecologische vernietiging. Zelfs Ronald Reagan, ooit gouverneur van Californië, klonk nog als een halve natuurbeschermer voordat hij in het Witte Huis de dereguleringsknuppel tevoorschijn haalde.
Later draaide hij alsnog bij, ondertekende een internationale overeenkomst over het gat in de ozonlaag en keurde een wet goed over klimaatvooruitzichten. Toch ondertekende hij het Montreal Protocol — een van de meest succesvolle internationale milieuverdragen — waarmee de uitstoot van ozonafbrekende stoffen drastisch werd teruggedrongen. Zijn regering hielp bovendien mee aan de oprichting van het IPCC, het VN-klimaatpanel. Geen kleinigheid.
Dit waren niet bepaald linkse hippies, die met zijn allen Imagine zaten te zingen rondom een kampvuurtje. Wanneer werd klimaat eigenlijk een linkse hobby? Bij twijfel, geef Thatcher de schuld! Natuurlijk is dit een grap, maar helaas zit er een kern van waarheid in, en laat mij uitleggen waarom.
Thatcher begon als klimaatridder. Ze prees het IPCC, waarschuwde voor CO₂, sprak over ecologische grenzen. In 1988 riep ze op tot internationale klimaatactie in toespraken voor de VN en Royal Society. Ze richtte het Hadley Centre voor klimaatonderzoek op. Maar achter de schermen werkte een andere kracht: het neoliberale project. Met Hayek op het nachtkastje en denktanks aan de lijn draaide ze om. Van voorzorg naar verzet. Van klimaat naar kapitaal. Milieubescherming werd voor haar het nieuwe gezicht van internationaal socialisme, een bedreiging voor de vrije markt.
Deze ideologische draai was geen spontane bezinning, maar het gevolg van doelgerichte beïnvloeding door klimaatontkenners verbonden aan instellingen als het Cato Institute, de Reason Foundation en de Institute of Economic Affairs. Daarmee werd Thatcher, ooit klimaatliefhebber, het symbool van conservatieve terugtrekking uit het milieudebat.
In haar latere boek 'Statecraft' herzag ze haar klimaatstandpunt volledig, gebaseerd op rapporten van onder meer het Cato Institute, de Reason Foundation en de Institute of Economic Affairs — allen gefinancierd door fossiele belangen. Haar ommezwaai legitimeerde klimaatontkenning binnen het rechtse kamp en hielp het internationale politieke momentum voor klimaatactie te breken—een nalatenschap die haaks staat op haar vroegere, meer visionaire rol.
En wie financieren dit discours? Dat werd haarfijn uitgezocht door Robert Brulle (Drexel University), die de geldstromen achter de klimaatontkenningsindustrie blootlegde. Denk aan de Searle Freedom Trust, de John William Pope Foundation en de Sarah Scaife Foundation. Denk aan Donors Trust en Donors Capital Fund—anonieme geldsluizen voor miljoenen aan ‘dark money.’ Sinds Exxon en Koch publiekelijk gas terugnamen, zijn deze stichtingen juist dominanter geworden. Volgens Brulle komt 75% van het geld dat klimaatontkenners opstrijken uit ontraceerbare bronnen.
Keiharde klimaatontkenning mag tanende zijn, maar de vervanger is geen verbetering. Wat rest is klimaat-Thatcherisme: erkend probleem, neoliberale oplossing. De planeet mag blijven — als ze winstgevend is. Zoals Kate Aronoff schreef in In These Times: de toekomst is niet klimaatontkenning, maar klimaat-Thatcherisme.
Geen sneeuwballen meer op de Senaatsvloer, maar belastingvrije zonnepanelen voor de happy few. Een ideologische draai waarbij klimaatbeleid uitsluitend gelegitimeerd wordt als het binnen de logica van marktwerking past. Silicon Valley-miljardairs als Elon Musk prediken nu een groene revolutie zonder staat, zonder regulering, en vooral zonder sociale rechtvaardigheid.
Dit type 'groen kapitalisme' gooit klimaatactie op de markt, knipt de overheid eruit en verkoopt de illusie dat technologische innovatie welvaart én planeet zal redden. Maar zoals econoom Peter Dorman opmerkt: zolang fossiele brandstoffen winstgevend zijn, zullen ze uit de grond gehaald worden. Zonder een staat die ingrijpt, gaat de markt geen kosten maken. En zolang NSC vasthoudt aan marktgebaseerde modellen zonder structurele correctie, blijven ze gegijzeld door dezelfde logica die ons in deze crisis bracht.
Sterker nog, op pagina 114 van Omtzigts boek staat: “Het [belasting]stelsel is zo ingewikkeld dat beleidsmakers het zelfniet begrijpen, laat staan eerlijk en transparant kunnen uitleggen. (...) De modellenwereld is in Nederland totaal dominant als het gaat om koopkracht, om de coronacrisis, om de stikstof en om het klimaatbeleid.” Hij zal het vast niet ontkennen, maar eigenlijk zijn de regels belachelijk en bewust ingewikkeld om bewust een rookgordijn op te werpen, maar iets in de verwoording wekt de indruk dat dit niet om overzicht gaat.
Wat we zien is geen beleidsdebat, maar een gecoördineerde aanval op kritische organisaties die het waagden het industriële groeigeloof te bevragen. Binnen de EVP-fractie – waar ook BBB, NSC en CDA zich in Brussel onder scharen – woedt al jaren een kruistocht tegen milieuorganisaties. Onder valse voorwendselen van ‘geheime contracten’ proberen parlementariërs als Dirk Gotink en Sander Smit de financiering voor ngo’s de nek om te draaien, terwijl zij zwijgen over de miljoenen die via hetzelfde LIFE-programma naar landbouwmultinationals gaan.
Dat zijn bedrijven waar hun fractiegenoten zélf op de loonlijst staan. Smit stelde zelfs voor om álle wetgeving onder de Green Deal op te schorten totdat de vermeende beïnvloeding onderzocht is. Gotink noemde de subsidiëring van groene ngo's een 'achterdeur' waar belastinggeld ongeoorloofd beleid koopt.
Transparantie wordt hier eenzijdig toegepast als breekijzer om de enige tegenmacht die het op kan nemen tegen de almacht van de agro-industrie en fossiele lobby, kalt te stellen. Het is geen toeval, maar strategie: maak je de waakhonden monddood, dan kan de roofbouw ongestoord doorgaan.
Juist van Nieuw Sociaal Contract, dat wilde inzetten op transparantie en een betrouwbare overheid, is dit teleurstellend, hoewel ze in Nederland ook samenwerken met partijen die niet bepaald van de transparantie zijn, namelijk BBB, PVV en VVD — waar ik in het verleden over geschreven heb. Dat zijzelf geen grote donaties hebben ontvangen is enorm bewonderingswaardig. Toch blijkt dit hol als NSC-minister Judith Uitermark een transparantieregister met één pennenstreek terzijde schuift, nog naast het Idsinga mocht terugkeren na corruptie.
Ook is die belofte in de prullenmand gegooid door in Nederland in een extreemrechtse regering te stappen. Ondanks dit alles, ben ik ook verbijsterd dat Gotink dit zei tegen BNR, terwijl Trump en Musk al aan de macht waren: "Kijk maar naar de elektrische auto's van Elon Musk: hij is er wel miljardair mee geworden. Dus laten we niet te somber zijn: ik denk dat de markt voldoende potentieel heeft om die Parijsakkoorden nog altijd in zicht te houden."
En juist daarom is het morele vacuüm van NSC zo schrijnend: je kunt geen bestaanszekerheid beloven zonder als de planeet onbewoonbaar is. Grond, lucht en water zijn geen randzaken, maar fundamenteel sociaal beleid — toch blijven die in hun programma onderbelicht. Hun begrip van rentmeesterschap is dat de begroting op orde is, zonder dat ze met beide benen op de grond staan.
NSC laat het neoliberale raamwerk ongemoeid: economische groei blijft leidend, milieu hooguit decor. Maar bestaanszekerheid zonder ecologische grondslag is schijnzekerheid. Wie rekent met rendement, krijgt een factuur in overstromingen.
Toch blijft NSC systematisch zwijgen over wat ertoe doet: Recht op leefbare toekomst, het verankeren van het vervuiler-betaalt-principe, het beëindigen van fossiele subsidies, de erkenning van ecocide als internationale misdaad, en bovenal: de noodzaak om het economische model fundamenteel te herzien. In recensies van 'Een nieuw sociaal contract' wordt deze ecologische blinde vlek regelmatig benoemd.
Hun Europese programma van NSC noemt nauwelijks structurele vergroening; in Een nieuw sociaal contract ontbreken de woorden “klimaatverandering” en “ecologische grenzen” volledig. Rentmeesterschap komt slechts voor als financieel begrip — niet als morele verantwoordelijkheid voor de schepping.
Diezelfde leegte werkt door in hun handelen. In Brussel stemde NSC mee met de EVP-lijn om de Natuurherstelwet te ondermijnen. Ze richten hun pijlen op ngo’s, maar zwijgen over de miljoenen die via Europese subsidies naar landbouwgiganten vloeien. En terwijl zij het boerenprotest romantiseren als volksverzet, blijft de megastal ongemoeid en de mest rijkelijk vloeien. Het resultaat is een sociaal contract dat meer kinderen en een goed pensioen belooft, maar zwijgt over de leefbaarheid van hun toekomst — een visionair programma op een stervend ecosysteem.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.