Wat zou er gebeurd zijn als een van die “bezorgde burgers” op de A37 was doodgereden?
Stel je voor: je rijdt over de snelweg en wordt abrupt tegengehouden door een groep mannen met hesjes en portofoons die zichzelf hebben uitgeroepen tot grenspolitie. Ze dwingen je te stoppen, fouilleren je auto op “illegale migranten” en blokkeren het verkeer. Geen bevoegdheid. Geen mandaat. Gewoon eigenrichting — een burgerlijke avondklok in de berm.
En stel dat een automobilist doorrijdt. Omdat hij schrikt. Omdat hij weigert zich te onderwerpen aan een stel parttime racistische grenswachten. En stel dat er iemand overlijdt. Wat zegt de minister van Justitie dan?
Als het aan David van Weel ligt — VVD-minister nota bene — is het antwoord: “De asielinstroom móét omlaag. Daarom zetten we in op strengere asielwetten en betere grensbewaking. Frustratie is begrijpelijk, maar neem het recht niet in eigen hand.”
Dat is geen neutrale reactie. Dat is politieke instemming in verkapte vorm. Dat is: eerst begrip zaaien, dan een halve veroordeling mompelen.
En daarmee zijn we op het punt beland waarop de VVD niet alleen een radicaal-rechtse koers vaart, maar actief meebuigt met een burgerwachtmentaliteit die rechtstreeks tegen de rechtsstaat ingaat. De signalen zijn niet nieuw. Maar de ernst is nu onmiskenbaar.
David van Weel is geen achterbank-twitteraar. Hij is verantwoordelijk voor het handhaven van onze wetten. Voor het beschermen van burgers tegen intimidatie en eigenrichting. Maar wat doet hij? Hij speelt moreel moddervoetbal. Hij opent met: “De asielinstroom móét omlaag.”
Die zin had evengoed uit de pen van Wilders kunnen komen. Of van de figuren die met opgestroopte mouwen en bodycams op jacht gaan naar mensen met een donker gezicht.
En hij is niet de enige.
De VVD is al jaren aan het radicaliseren. Dilan Yesilgöz flirtte openlijk met de PVV, maar deed alsof het “realpolitiek” was. Ruben Brekelmans — de zogenaamd bedachtzame defensieminister — was de architect van de normalisering van Wilders aan het einde van Rutte IV. En nu zien we dat de rot tot diep in het justitieapparaat is doorgedrongen.
De vraag is niet meer of de VVD zich moet afvragen of ze met GL-PvdA wil regeren. De vraag is of GL-PvdA, D66 of CDA nog met déze VVD kúnnen regeren. Met een partij die de rechtsstaat gebruikt als campagne-instrument, en zich ideologisch steeds verder verwijdert van fatsoenlijk bestuur.
En nee, dit is niet de schuld van het hele liberale gedachtegoed. Het zijn niet de VVD’ers in gemeenten en provincies, die zich dag in dag uit inzetten voor hun inwoners. Die wél weten wat het betekent om verantwoordelijkheid te dragen. Dit gaat over de poppetjes aan de top. Over een generatie VVD’ers die rechtsstaat verwart met onderbuik, en bestuur met beeldvorming.
Wat we nu nodig hebben is een politieke hygiënecheck. Zolang de VVD wordt geleid door mensen die begrip opbrengen voor zelfbenoemde grenswachten, hoort die partij op de strafbank van de democratie. Niet als boetedoening — maar als bescherming.
En dus: stel je opnieuw die vraag.
Wat als een van die "frustratiebegrijpende" patriotten iemand had doodgereden of was doodgereden?
Wat had minister Van Weel dan gezegd?
“Frustratie is begrijpelijk”?
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.