Bij Vandaag Inside schuift men woorden net zo makkelijk over tafel als borrelnoten. Maar wanneer die woorden hele bevolkingsgroepen verdacht maken, wanneer zij het vertrouwen in miljoenen burgers ondermijnen en gemeenschappen stigmatiseren – dan is het geen grapje meer. Dan is het gif.
Vorige week beweerde advocaat Knoester, met volle overtuiging, dat de indrukwekkende demonstratie in Rotterdam op 20 april – een demonstratie tegen het geweld in Gaza – “bewust” was georganiseerd op de geboortedag van Adolf Hitler. Een zware beschuldiging. Zonder bewijs. Zonder context. En zonder rem. Alsof duizenden moslims en niet-moslims – vredelievende demonstranten – heimelijk antisemitisme vierden. Dat is niet alleen bizar. Het is gevaarlijk. Het is laster. En dat is precies waarom imams inmiddels aangifte hebben gedaan.
‘Reflectie’ zonder rekenschap
Er volgde geen echte zelfreflectie. Geen excuses. Geen eerlijkheid. Knoester trok zijn woorden niet terug, maar goot ze in een ander vat: óf de organisatoren zijn onwetend en slordig, óf ze hebben kwade bedoelingen. Alsof er alleen maar schuld bestaat – nooit de mogelijkheid dat mensen gewoon oprecht zijn.
Aan tafel werd het nauwelijks tegengesproken. Integendeel, het werd aangevuld met termen als “fanatiek”, “eerwraak” en “dominantie van de islam”. En toen kwam er nog een stap verder: de bewering dat moslims volgens hun geloof christenen als vijanden zien.
Islam is geen karikatuur
Dit soort uitspraken zijn niet alleen onwaar – ze zijn gevaarlijk. Ze zetten groepen mensen tegen elkaar op. Ze maken samenleven moeilijker. Laat mij dit duidelijk zeggen: de islam leert níét dat christenen vijanden zijn. Jezus – vrede zij met hem – is een van de meest gerespecteerde profeten in de islam. Zijn moeder Maria wordt genoemd in een eigen hoofdstuk van de Koran. Onze religie roept juist op tot rechtvaardigheid en respectvolle omgang met andersdenkenden.
De demonstratie op 20 april was geen vermomde haatactie. Het was een menselijke oproep tot vrede. Tot bescherming van kinderen. Tot een einde aan dodelijk geweld en onverschilligheid.
De omgekeerde wereld
Wie zich als moslim uitspreekt tegen oorlogsmisdaden, wordt verdacht gemaakt. Wie zich inzet voor rechtvaardigheid, wordt geframed als fanatiek. En als we zwijgen, is dát weer verdacht. We mogen bidden, maar liever achter gesloten deuren. We mogen protesteren, maar zonder te luid te zijn. We mogen bestaan – zolang we onszelf maar niet laten zien.
Dat is geen gelijke samenleving. Dat is gedoogbeleid vermomd als integratie.
Tijd om te kiezen
Wat bij talkshows wordt gezegd, sijpelt door in de samenleving. Daar wordt bepaald wie welkom is en wie altijd op z’n hoede moet zijn. En opvallend vaak is het de moslim die zich moet verdedigen – niet omdat hij iets fout heeft gedaan, maar omdat hij zichzelf durft te zijn.
Ik ben imam. En Nederlander. En vader. En ik ben er klaar mee. Klaar met het wegkijken. Klaar met het verdacht maken van mensen die juist opkomen voor het goede. Klaar met het telkens opnieuw moeten uitleggen waarom we meedoen, en waarom we erbij horen.
Wij vragen geen speciale behandeling. Wij eisen gelijke behandeling. Niet uit slachtofferschap, maar omdat we volwaardig deel zijn van deze samenleving.
Dus aan de heren binnen bij Inside, en aan wie dit soort verdachtmakingen blijft verdedigen: wij blijven spreken. Duidelijk. Vreedzaam. Maar vastberaden. Want als dit het nieuwe normaal is, dan moet Nederland zich afvragen of het zijn eigen waarden nog herkent.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.