De kans op nieuwe, gevaarlijke mutaties van het coronavirus is veel groter als grote delen van de bevolking nog niet zijn ingeënt dan als de meeste mensen wel zijn ingeënt. Dat zegt de Duitse hoogleraar en immunoloog Georg Behrens tegen Deutsche Welle.
Hij reageert daarmee op de onder corona-ontkenners populaire complottheorie dat de Delta-variant het gevolg is van vaccinaties. De Delta-variant werd in India voor het eerst waargenomen in oktober 2020, drie maanden voor daar de eerste inenting plaatsvond.
Voor alle nieuwe gevaarlijke mutaties geldt dat ze zijn ontstaan in landen waar op dat moment nog niemand of pas heel weinig mensen waren ingeënt. Als er nog geen immuniteit is door vaccinaties neemt de kans op besmettingen toe en is de kans dat het virus iemand ernstig ziek maakt ook groter: twee factoren die bijzonder gunstig zijn voor het ontstaan van nieuwe varianten.
Volgens Behrens is er wel een theoretische mogelijkheid dat vaccinaties leiden tot mutaties, maar is dat risico bijzonder klein in vergelijking met de kans op varianten in een ongevaccineerde populatie.
Als vaccinaties regelmatig tot mutaties zouden leiden zou je die verwachten in landen met een hoge vaccinatiegraad als Israël, valt Peggy Riese van het Helmholtz Centrum voor Infectieonderzoek Behrens bij. “Maar dat is niet het geval. De vaccinaties ontstaan juist in landen waar nog geen hoge vaccinatiegraad is.”