Een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen is het antwoord op de structurele en grote veranderingen op de arbeidsmarkt en in de manier waarop wij wereldwijd met arbeid en met inkomenspolitiek omgaan
We zijn een volkje van mensen die graag een ‘zuinig gezicht’ trekken en we tonen ons graag hardvochtig waar het bijstandsgerechtigden en hun nimmer aflatende drang naar fraude betreft. Het leedvermaak in de richting van Robin Linschoten is dan ook groot. Terwijl de man -persoonlijk drama natuurlijk – niet te benijden is. Al heeft hij het allemaal aan zichzelf te wijten. De feitelijke fraude met bijstandsuitkeringen is ook gering. De beeldvorming is wellicht anders, maar niemand zit graag in die bijstand en wie er in zit is niet per definitie iemand die de staat probeert op te lichten. Zoals echt niet alle VVD-ers frauduleuze graaiers zijn, al kennen we inmiddels de nodige voorbeelden uit VVD-kring.
Een beter alternatief voor de bijstand en feitelijk voor alle soorten uitkeringen en toeslagen die we in dit land kennen, is het onvoorwaardelijk basisinkomen. De dag voor Prinsjesdag besteedt de Vereniging Basisinkomen, zo las ik op de Facebook-pagina van hun voorzitter Adriaan Planken, er weer aandacht aan. Er is een manifastatie op het Plein te Den Haag van 11.00 tot 17.00 uur.
Terwijl in het financieel Dagblad te lezen valt dat in de Verenigde Staten mooie resultaten geboekt zijn met een proef en er in Finland op grote schaal geëxperimenteerd wordt, valt een kleine proef in Groningen stil. De benodigde middelen om iemand daar een basisinkomen te verstrekken zijn met crowdfunding niet bijeen gebracht. Op Social Media waren smalende commentaren te lezen en werd alvast de conclusie getrokken dat dit maatgevend was voor het draagvlak in Nederland. De resultaten in het buitenland laten zien dat het mensen actiever en gelukkiger en dat het de participatie in de samenleving bevordert.
Ik geef toe, de poging van Norbert Klein om het ‘onvoorwaardelijk basisinkomen’ te agenderen en te bespreken in de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken pakte dramatisch uit. De partijen van links tot rechts waren het ditmaal zeer met elkaar eens en dat basisinkomen moest er niet komen. Liever houden we in ons land wat proeven met minder regels voor bijstandgerechtigden en denken we daarbij iets te leren over het effect van zo’n basisinkomen. Daarmee, dat is een cruciale en fundamentele denkfout, is dat basisinkomen gelabeld als een (utopisch) instrument voor armoedebestrijding.
Niets is minder waar. Een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen is het antwoord op de structurele en grote veranderingen op de arbeidsmarkt en in de manier waarop wij wereldwijd met arbeid en met inkomenspolitiek omgaan. Bij de vergaande flexibilisering, automatisering en robottisering hoort een fundamenteel andere bodem in de bestaanszekerheid van mensen te worden gelegd. Eerlijk gezegd begrijp ik niet dat er geen politicus – behalve de inmiddels uit beeld geraakte Norbert Klein dan – in ons land is, die géén speerpunt van beleid maakt van dat basisinkomen. Voor politici immers mag je verwachten dat zij hun hoofd boven het maaiveld steken, een bevlogen visie op de samenleving van morgen hebben en dat zij daarover vlammende en vurige betogen houden.
Maar politiek is een voorzichtig spel geworden, waar het er vooral om gaat de politiek leiders zorgvuldig met marketingachtige precisie op het schild te hijsen. De soap rondom de documentaire ‘Jesse’ is daar een sprekend voorbeeld van. De Tweede Kamer is niet het podium voor aanlokkelijke vergezichten en voor hemelbestormers die de samenleving op zijn kop willen zetten. Het neo-liberalisme en het dogma van de vrije markt zijn leidend en de groei van de economie is louter gerelateerd aan de gezondheid van de financiële markten. Terwijl de echte parameters voor de economie arbeidssatisfactie, participatie, stressreductie en ons welbevinden zouden moeten zijn. We liggen er niet wakker van dat Mario Draghi miljarden verkwanseld om de financiële markten te vriend te houden, grinniken om een gevallen politicus en steken geen hand uit naar de groeiende groep mensen die in het ‘systeem’ definitief buiten de boot vallen.
Ik ga naar die manifestatie op 18 september. Want hoe naïef en dromerig het ook mag lijken, dat onvoorwaardelijk basisinkomen is samen met een heel andere inrichting van de arbeidsmarkt slechts een kwestie van tijd. Het is niet de vraag of het er komt, maar wanneer het er zal zijn.