Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Verplicht kinderopvangcentra niet om opvanguren te delen met de Belastingdienst

  •  
11-11-2020
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
178 keer bekeken
  •  
ANP-27932754
Staatssecretaris Van Huffelen wil dat kinderopvangorganisaties de opvanguren van 900.000 kinderen verplicht gaan doorgeven aan de Belastingdienst. Dat is in strijd met privacy-afspraken. Ook is er een groot risico op fouten.
Het leek zo’n goed idee: drie jaar geleden werd voorgesteld dat kinderopvangorganisaties de gegevens van opgevangen kinderen zouden gaan doorgeven aan de Belastingdienst. Zo worden fouten die ouders kunnen maken voorkomen en als er teveel aan kinderopvang wordt voorgeschoten, wordt dit snel opgespoord. Het leek een mooie service en eigenlijk stelde niemand er een vraag over. Kinderopvangcentra gingen aan de slag met de organisatie en de benodigde software. Na een aanloopperiode zou het per 2021 verplicht worden om maandelijks de gegevens door te geven.
Waar de staatssecretaris van Sociale Zekerheid – verantwoordelijk voor de regels rond de kinderopvang en de kinderopvangtoeslag – en de staatssecretaris van Toeslagen – verantwoordelijk voor de uitvoering – overheen hadden gekeken, is dat dit verplicht delen wettelijk moet worden vastgelegd en niet zomaar kan worden afgesproken. Nederland heeft meerdere internationale verdragen ondertekend waarin de privacy en persoonlijke levenssfeer voor mensen vastliggen. Daar is aan gekoppeld dat het onnodig delen van gegevens een inbreuk is op de privacy, zeker door de kans op lekken.
Het op grote schaal delen van gegevens, wat het maandelijks delen van 900.000 persoonsgegevens is, mag alleen als het doel van dat delen op een ándere manier niet mogelijk is. Hier is het doel het opsporen van fouten en fraude en of dit op een andere manier kan worden opgespoord en voorkomen, beantwoordt het wetsvoorstel niet. Daarom is ook de Autoriteit Persoonsgegevens uitermate kritisch, al lijkt de kritiek (onder druk?) te worden afgezwakt.
Twee maanden geleden kreeg de Tweede Kamer het Belastingplan voor 2021. Een pakket van negen wetten, die in twee maanden behandeld moeten worden. Dit is een jaarlijkse marathon en het is praktisch onmogelijk om alles goed te bespreken; zelfs minister Hoekstra klaagde hierover toen hij nog CDA-senator was in de Eerste Kamer. Eén van de belastingwetten leek een eenvoudige klus: de “ wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen ” regelt een menselijke maat bij toeslagen en dat er teveel ontvangen toeslagen op een proportionele manier teruggevorderd kunnen worden. Ook regelt het wetsvoorstel dat er recht op kinderopvang komt als een van de partners in een zorginstelling woont of in de gevangenis zit. Dat is op dit moment niet geregeld als de opvoedende partner werkt.
Toch zit in dít wetsvoorstel een grote adder onder het gras. In dit wetsvoorstel wordt namelijk ook de verplichte gegevensdeling ‘voor derden’ vastgelegd. De uitleg over de noodzaak is erg karig en leidde tot kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens. De verplicht gemaakte ‘ privacy impact analyses ’ geven aan dat het gegevensdelen problematisch is. De vraag is of het wel ‘proportioneel’ is: kan het toezicht niet op een andere manier plaatsvinden? Is het gerechtvaardigd om van 900.000 kinderen gegevens te delen als bekend is dat in 25% van de aanvragen iets fout gaat?
Wat ook een probleem is, is dat de Belastingdienst de gegevens kan en mag gebruiken voor analyses en daarmee onvoldoende in beeld is of het ‘brongebruik’ goed is vastgelegd: weten mensen dat hun gegevens ook voor andere zaken gebruikt mogen worden? Tot slot wijzen de analyses erop dat er geen beleid is om gegevens te vernietigen, hoe lang moeten die opvanguren van een kind bij de Belastingdienst bekend blijven? Deze vragen zijn echt nog niet voldoende beantwoord om nu ‘ja’ te zeggen tegen dit onderdeel van de wet.
Als de gegevensdeling een ‘service’ zou zijn, dan is het vreemd om uit te gaan van een verplichting: de kinderopvang én de ouders hebben geen keuze om niet mee te doen met deze gegevensdeling. Ook is onduidelijk wie er verantwoordelijk is als er verkeerde gegevens van kinderen en hun opvanguren gedeeld worden of als gegevens verkeerd geïnterpreteerd worden door de Belastingdienst/Toeslagen. Volgens de wet is de toeslagaanvrager de énige verantwoordelijke voor het aanleveren van juiste informatie. Zie hier een potentiële nieuwe toeslagenaffaire in de dop.
Alle bezwaren worden niet weggenomen met het wetsvoorstel dat in de aankondiging over iets heel anders gaat. Om ervoor te zorgen dat de belangrijke zaken van dit wetsvoorstel toch door kunnen gaan, stellen wij voor dat de verplichte gegevensdeling uit de wet wordt gehaald. Als de Tweede Kamer de gegevensdeling tegenhoudt, betekent dat dat er een nieuw (apart) wetsvoorstel moet komen dat grondig behandeld en gewogen kan worden. Na het echec van het elektronisch patiëntendossier, en meer recent SYrI – waarbij mensen bij voorbaat verdacht werden gemaakt door het koppelen van gegevens door de overheid – is het beter om de tijd te nemen voor deze grote stap.
Op dit moment doet de Tweede Kamer onderzoek naar wat er mis is bij uitvoeringsorganisaties van de overheid en de kritiek die dan klinkt is dat die vaak met onmogelijke – soms tegenstrijdige – taken worden opgezadeld. Pieter Omtzigt van het CDA betoogde dat er tijd moet zijn om wetten goed te behandelen. Terecht. Maar zie nu hier? Dit wetsvoorstel kwam twee maanden geleden naar de Tweede Kamer, samen met acht andere wetten. Dit moet van het kabinet met stoom en kokend water behandeld worden en cruciale informatie zoals de privacy impact analyses zijn pas twee weken geleden naar de Kamer gestuurd. Er heeft geen goede weging en toets van de gegevensdeling plaats kunnen vinden met privacy-experts. Er kan op dit wetsartikel geen wijziging aangebracht worden, omdat het gaat om een later in te vullen ‘algemene maatregel van bestuur’. Die kan de Tweede Kamer nog wel inzien, maar niet meer wijzigen. Het zou na het terechte pleidooi van Omtzigt een regelrechte aanfluiting zijn als de Kamer drie dagen later instemt met dit vergaande voorstel.
Renske Leijten en Peter Kwint zijn Tweede Kamerleden voor de SP. Leijten behandelt belastingzaken en beet zich vast in het Toeslagenschandaal, Kwint is woordvoerder kinderopvang.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor