Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Voer 3V-beleid in voor pluimvee: Verminder, Verander en Vaccineer

  •  
09-02-2022
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
199 keer bekeken
  •  
gevogelte

© cc-foto: twinquinn84

Bijna alle hoog-pathogene varianten van het Aviaire Influenza of het vogelgriepvirus zijn sinds 1959 ontstaan in de commerciële pluimvee sector.
Verminder het aantal dieren drastisch, verander de manier van houden van pluimvee en vaccineer! Deze oproepen klinken steeds luider, zoals door Erasmus-virusexpert Thijs Kuiken en dierenbeschermer Dirk-Jan Verdonk. Als vereniging van dierenartsen denken ook wij dat een volgende pandemie door vogelgriep een reële dreiging is.
In tegenstelling tot wat de industriële pluimveehouderij ons voorhoudt zijn bijna alle hoog-pathogene (= ernstig ziekmakende) varianten van het Aviaire Influenza, of vogelgriepvirus sinds 1959 ontstaan in de commerciële pluimvee sector.
Uit onderzoek blijkt dat griepvirussen die van oorsprong onder wilde vogels circuleren meestal laag-pathogeen zijn. De kans dat hoog-pathogene virusvarianten bij (wilde) dieren voorkomen en daarbij ernstige ziekte veroorzaken of zelfs dodelijk zijn, is niet groot. Bovendien zullen aangetaste dieren in dat geval snel sterven en daardoor zal het virus uitdoven. Terwijl een laag-pathogeen virus, dat de vogels niet erg ziek maakt, wel te combineren is met het afleggen van een trektocht en dus lang in de populatie blijft.
Virussen muteren en zo ontstaan nieuwe varianten. In de pluimvee-industrie zijn de vogels allemaal van dezelfde soort en leeftijd, ze hebben weinig genetische variatie en daarmee ook weinig variatie in hun immuunreactie.
Van de 100 miljoen kippen in Nederland leeft het grootste deel in industriële bedrijven. Veel  dieren, eieren, vlees of -producten worden geëxporteerd. Wanneer in deze bedrijven een  griepvirus binnenkomt, kan dit virus al hoog-pathogeen zijn óf muteren tot hoog-pathogeen  en zich snel verspreiden onder de dieren, die  immers een vergelijkbare gevoeligheid voor infecties hebben. En verminderde afweer door stressvolle omstandigheden en slechte luchtkwaliteit in de stallen vergroten de kwetsbaarheid van de dieren.
Toeleverende bedrijven en erfbezoekers kunnen het virus verslepen van het ene bedrijf naar het andere, en helaas ook naar wilde vogels. De wilde vogels (en steeds meer zoogdieren) worden besmet en kunnen sterven. Dat gebeurt momenteel op grote schaal, met name in gebieden waar wilde vogels dicht op elkaar leven. Indien wilde vogels  minder ziek  worden  kunnen ze het virus op hun trektochten verder verspreiden.
De huidige hoog-pathogene  variant van het vogelgriepvirus is in de commerciële pluimveesector in Azië ontstaan en wordt door trekvogels én door erfbetreders van de pluimvee-industrie over het dicht met pluimvee bevolkte Nederland verder verspreid.
Om snelle verspreiding van de vogelgriep tegen te gaan worden  in Nederland door hoog-pathogene vogelgriep aangetaste bedrijven “geruimd”. Dat betekent dat sinds oktober tien- tot honderdduizenden dieren op de houderij zijn vergast en er blijven nieuwe besmette bedrijven bijkomen. Tevens worden aanvullende maatregelen genomen, zoals het ruimen van andere bedrijven in het ruimingsgebied, een vervoersverbod en een jachtverbod. Ook geldt vanaf 26 oktober 2021 een landelijke ophokplicht: al het pluimvee in de commerciële houderij in Nederland is al maandenlang opgesloten in stallen. Dus ook pluimvee dat normaal  buiten komt, zoals op pluimveebedrijven met scharrelruimte buiten. Voor niet-commerciële bedrijven als kinderboerderijen, hobbyboeren of particulieren met enkele dieren geldt een afschermplicht. Dieren mogen bijvoorbeeld in een volière gehouden worden met een dicht dak. Dat is niet in elke situatie te realiseren, waardoor de dieren in kleine binnenhokken opgesloten zitten. Met als gevolg onderlinge agressie, stress, verenpikken of verwondingen.
Er is een verbod ingesteld op het tentoonstellen van pluimvee, watervogels en loopvogels en er geldt een landelijk bezoekverbod voor vogelverblijfplaatsen waar risicovogels worden gehouden.
Is er dan geen vaccin beschikbaar?
Er is een vaccin beschikbaar tegen de virusstam die de laatste jaren voor de ernstige vogelgriep zorgt. Vaccinatie hiermee zorgt ervoor dat bij infectie de dieren geen ziektesymptomen vertonen, niet sterven aan het virus en veel minder virus uitscheiden. Maar ze kunnen elkaar nog steeds besmetten.
Omdat de uitscheiding van het virus niet helemaal stopt moet er altijd toezicht gehouden worden of een bedrijf al of niet besmet is, bijvoorbeeld door regelmatig bloedonderzoek van enkele dieren. Dit vaccin wordt al buiten Europa ingezet, bijvoorbeeld in Egypte.
Maar in Europa heeft men in 2011 besloten om in het kader van exportbelangen de dieren niet te vaccineren, hoewel dit virusprobleem naast in Nederland ook in veel buurlanden speelt.
Vogelgriep betekent een ernstige aantasting van het dierenwelzijn. Immers de griep maakt (bijna) elk jaar slachtoffers. Niet alleen op industriële bedrijven, waar vele duizenden dieren in korte tijd gedood worden (en dat verloopt niet altijd probleemloos), maar ook bij hobbyhouders en kleine bedrijven, die helemaal geen dieren of dierlijke producten naar het buitenland exporteren.
Wilde vogels worden momenteel massaal ziek, een groot deel van de zieke dieren sterft. Ook enkele wilde zoogdiersoorten worden ziek en kunnen sterven.
Daarnaast levert de ophok-  of afschermplicht voor gehouden pluimvee dus een aantasting van het dierenwelzijn op.
Als dierenartsenvereniging pleiten wij daarom voor:
1. Start met het drastisch Verminderen van het aantal dieren in de Nederlandse pluimveehouderij door het aantal bedrijven én het aantal dieren per industrieel bedrijf sterk terug te brengen. Nederland is het dichtstbevolkte pluimveeland in Europa, en is vooral gericht op de export van pluimvee en pluimveeproducten. In deze grootschalige industrie kan pluimvee niet leven op een manier die past bij hun aard en behoeftes, en ze ervaren stress door het dicht op elkaar leven in vuile stallen zonder buitenuitloop.
Daarnaast vormen deze stallen een potentiële broedkamer voor een virusvariant die kan overspringen op zoogdieren en dus ook gevaarlijk kan worden voor de mens.
Het samenhokken van vogels met dezelfde afkomst, leeftijd en immuun status verhoogt dit risico.
2. Verander, dus verbeter de pluimveehouderij, want onder de huidige leefomstandigheden blijven virusvarianten ontstaan die zelfs kunnen muteren tot een gevaarlijke zoönose. Robuust pluimvee, minder dieren per stal, dat leeft in schone stallen met meer ruimte per dier en de mogelijkheid om hun natuurlijk gedrag kunnen uiten, zal beter bestand zijn tegen virusinfecties.
3. Bied zo snel mogelijk de mogelijkheid tot Vaccineren aan alle vogelhouders die geen dieren exporteren.
Maak vaccinatie mogelijk bij de dieren in de industriële pluimveehouderij, door de Europese dierziekteregels die dat verhinderen, aan te passen. Maar in onze visie kan vaccineren tegen vogelgriep alleen een succes worden wanneer de manier van pluimvee houden ook wordt aangepakt. Uitsluitend vaccineren zonder de omstandigheden te verbeteren waaronder de dieren leven blijft symptoombestrijding.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor