Of mijn leven voltooid is, is aan mij
• 28-07-2017
• leestijd 4 minuten
'Ik vind dat geen bedreiging, maar in tegendeel, een zeer rustgevend idee. Dat het leven niet verplicht is en mij door Van der Staaij en de zijnen, door zijn God of zelfs de huisarts niet verplicht zal kunnen worden.'
De Komkommer van de Maand gaat evenwel, zonder echte concurrentie, naar Kees van der Staaij.
Hij vond in het buitenland
een krant die zijn, in Nederland bekende praatjes plaatsen wilde. Onder een kop, die hem ook zelf – vele uren na publicatie, externe verontwaardiging en publiciteit – verbaasde en verontwaardigde. Een weinig geloofwaardige verontwaardiging, waarvoor hij zich ongetwijfeld, en volgens zijn eigen logica, op een dag voor zijn God zal moeten verantwoorden.
(Een risicoloze afweging denkelijk: zijn God immers, is het met hem eens. Hij zal vergeven. Zoals hij de zelfmoordenaar en de euthanasiearts niet vergeven zal.)
In de reacties viel vooral de wel degelijk aanwezige bijval buiten gereformeerde kringen op. Zelfs de vereniging voor huisartsen viel de nationale ouderling al voor de zomer bij.
Ik heb geaarzeld over dit stuk, zoals vermoedelijk meerderen bij dit onderwerp aarzelen. Maar de discussie over voltooid leven is mij te persoonlijk om omfloerst gevoerd te worden.
Hoewel het voorgenomen wetsvoorstel ietwat om de hete brei heen laveert, gaat het om een principe. Een persoonlijk principe. Het gaat om het recht op zelfbeschikking. Niets meer en niets minder.
Alexander Pechtold werd tijdens de verkiezingscampagne onverwacht geconfronteerd met een niet-zeventiger die uit het leven wilde stappen. Hoewel hij de man graag van de waarde van het leven zou willen overtuigen, zou hij de man ook de mogelijkheid willen kunnen bieden tot het maken van zijn eigen keuze, gaf hij in respons aan.
Politiek opportunisme hield hem echter, voor nu, tegen. Daar was hij eerlijk over. Er lijkt een meerderheid voor een eerste stap. Volgende stappen zullen moeten wachten.
Hij kon de man op korte termijn geen uitzicht bieden.
Het risico van die redenering laat zich op dit moment voelen: kritiek centreert zich op het idee dat ouderen klaarblijkelijk minder waardevol zijn. Dat beoordelen van het vage criterium ‘voltooid leven’ voor artsen bovendien moeilijk werkbaar is.
Van der Staaij voert in zijn stuk de gewezen samenleving op waarin ouderen niet hoefden te vereenzamen. De euthanasiepil is een te makkelijke en inhumane oplossing voor dat maatschappelijke probleem stelt hij vilein. Hij schetst daarmee zowel een karikatuur van de maatschappij van honderd jaar geleden, als van die van nu, als van het voorgenomen wetsvoorstel. Net zoals hij een kwaadaardige parodie van de huidige euthanasiepraktijk schetst – niet enkel in de gewraakte kop.
Hoe hij vereenzaming voorkomen of verbieden wil wordt overigens nergens werkelijk duidelijk. Maar dat terzijde.
De kern is echter een andere: wij spreken over een kwestie van zelfbeschikking. Bijeffecten van onbedoelde of ongewilde lotsbeschikking dienen wij te ondervangen. Door een zorgvuldig proces, een zorgvuldige procedure. Door verplichte bedenktijd die impulsieve beslissingen matigt en die de mogelijkheid van onderzoek naar, en wegnemen van, ongewenste druk biedt.
Maar in essentie:
Ik wens het recht op mijn moment op een humane wijze uit het leven te stappen. Ik wens het recht, in een wereld waarin zelfbeschikking veel besproken maar uiterst relatief is (ziekte, carrière, ongeluk, ze zijn alle tot op grote hoogte afhankelijk van factoren buiten mijn controle), over míjn leven zelf te mogen beslissen.
Een vriend, lijdend aan periodieke depressies en enkele, oplopende lichamelijke ongemakken, vertelde mij alles al jaren in huis te hebben. Hij heeft een touw, hij heeft een mes, hij heeft potjes medicijnen, vertelde hij. Hij heeft informatie gezocht en gevonden, over hoe de daad te plegen. Niet ideaal, maar het zal hem niet tegenhouden als hij tot de beslissing zou komen.
Diverse vrienden gingen hem voor. Hij had geen afscheid van ze kunnen nemen, maar hij begreep ze wel.
Een verplichte gang langs psychologen en psychiaters vooraleer te mogen sterven ziet hij als een gang die hij vermoedelijk niet zou willen maken.
Ikzelf zou die route vermoedelijk wel willen kiezen. Ik wil hem kúnnen kiezen. En ik schrijf dit stuk dan ook vanuit míjn wens. Vanuit míjn wil tot zelfbeschikking.
Ik sta niet op een randje, haast ik u te verzekeren. Ik heb geen directe doodswens. Al beschouw ik het leven niet louter als een cadeau; niemand hoeft zich zorgen te maken.
Maar het gaat om een diep gevoeld principe. Voor de oudere, die zijn leven voltooid acht, zeker. Maar vooral ook voor mijzelf. Ook als ik 50, 60 of 48 ben. Ik vind dat geen bedreiging, maar in tegendeel, een zeer rustgevend idee. Dat het leven niet verplicht is en mij door Van der Staaij en de zijnen, door zijn God of zelfs de huisarts niet verplicht zal kunnen worden.
Dáár dient de discussie over te gaan.