Het CIDI graaft zijn eigen graf en sleurt een onschuldige Joodse gemeenschap mee het moeras in.
Terwijl het bloed van tienduizenden Palestijnen, een derde van hen kinderen, levend verbrand, verpletterd onder puin of verhongerd onder belegering, door de straten van Gaza stroomt, terwijl dit alles plaatsvindt onder het oog van de wereld, organiseert het CIDI - het propagandabureau van de Israël-lobby in Nederland - een feestje in een koloniaal instituut in Amsterdam. En als mensen daartegen protesteren, huilt directeur Naomi Mestrum in het Parool over het “failliet van de maatschappij.” Pardon?
Wat werkelijk failliet is, is het morele kompas van het CIDI, dat zich al decennia bedient van een schaamteloze tactiek: iedere fundamentele kritiek op Israël framen als antisemitisme. Wie zich uitspreekt tegen het militaire industriële moordapparaat van Israël, dat met Amerikaanse bommen hele woonwijken, ziekenhuizen en vluchtelingenkampen van de kaart veegt, wordt in de hoek gezet als Jodenhater. Een groteske en cynische verdraaiing. Niet in de laatste plaats omdat het CIDI daarmee zelf antisemitisme voedt: het suggereert namelijk dat Israël en “de Joden” identiek zijn. Dat is klassiek antisemitisme.
Mestrum claimt “kritisch te zijn” op extremisten in de Israëlische regering, maar het CIDI heeft decennialang niets anders gedaan dan elk gewelddadig en koloniserend Israëlisch beleid gladstrijken, verdedigen of vergoelijken. In 2014, bij het bombarderen van Gaza, bleef het CIDI stil. Tenminste, stil, stil… toenmalig directeur Esther Voet kon het nog wel opbrengen om vlak na een bombardement op een paar voetballende jongetjes op het strand op te merken: “Het is wel oorlog, hè.” De oorlog van 2021? Geen kritisch geluid van het CIDI. Nu, terwijl Gaza op de rand van complete vernietiging staat, organiseert het CIDI zijn verjaardagsfeestje. En wie daar kritiek op heeft, is “niet inclusief.” Als de term chutzpah ooit van toepassing was….
Laat de ironie even bezinken: een organisatie die zich al 50 jaar inzet om het onrecht van een apartheidsstaat te normaliseren, eist inclusiviteit voor haar eigen propaganda. Mestrum weigert ook het woord genocide te gebruiken, want dat is “het kwaadste van het kwade.” Inderdaad, Naomi. En als het kwaadaardigst denkbare voor je ogen plaatsvindt, als VN-instellingen, juristen, genocide-experts en ngo’s alarm slaan, en je blijft zeggen dat “we dat juridisch moeten afwachten”, dan ben je geen kritische denker. Dan ben je een handlanger.
Israël voert een oorlog tegen een ingesloten en opgesloten volk, met collectieve bestraffing als doctrine. Voedsel, water en medische zorg worden onthouden, journalisten worden uitgemoord, ziekenhuizen worden gebombardeerd, reddingswerkers systematisch onder vuur genomen. Zelfs geliquideerd en verstopt in een massagraf, begraven onder hun eigen ambulances. Dát is genocide. En het CIDI eist vervolgens dat we “niet op emotie oordelen.” Voor Mestrum zijn de dode kinderen op straat in Rafah vooral een PR-probleem.
Het CIDI beweert antisemitisme te bestrijden. Dat doet het niet. Het enige dat het CIDI doet met antisemitisme is het als wapen inzetten om het debat te vergiftigen. Als je wérkelijk antisemitisme wilt aanpakken, dan vecht je juist tegen het idee dat alle Joden collectief verantwoordelijk zijn voor het geweld van een staat. Maar het CIDI wíl juist dat Israël en het jodendom als één worden gezien, want dat biedt het morele schild om oorlogsmisdaden te verdedigen. Dat maakt iedere criticus “verdacht,” ieder protest “haat,” en iedere demonstratie “gevaarlijk.” Het CIDI graaft daarmee zijn eigen graf en sleurt een onschuldige Joodse gemeenschap mee het moeras in.
Mestrum claimt dat het CIDI “de meerderheid van de Joodse gemeenschap” vertegenwoordigt. Waarop is dat gebaseerd? Een verwrongen zelfbeeld en wat donaties? In werkelijkheid spreken wereldwijd steeds meer Joodse groepen zich radicaal uit tégen de terreur in Gaza. From Jewish Voice for Peace tot Breaking the Silence: juist Joodse organisaties spelen een sleutelrol in het onthullen van Israëlische wandaden. Dáár zit de morele kracht, niet bij de laffe relativering van Mestrum.
Dat het CIDI geen overheidssubsidie krijgt, is niet iets om trots op te zijn, maar een teken dat het geen publieke waarde vertegenwoordigt. Het is geen kenniscentrum, geen dialoogpartner. Het CIDI is niets anders dan een ordinair lobby-instrument, geworteld in een ideologie die apartheid en kolonialisme wil witwassen.
Het CIDI klaagt nu dat het niet meer welkom is in Amsterdam. Mestrum huilt krokodillentranen omdat ze geconfronteerd wordt met rechtvaardigheid in actie. Dit toch al gepolariseerde land heeft geen behoefte aan propaganda-organisaties die Israëlische oorlogsmisdaden normaliseren en elke burger die daartegen ageert demoniseren. Er is geen ruimte voor het CIDI, omdat er geen ruimte meer mág zijn voor ideologische medeplichtigheid aan genocide.
Als je werkelijk gelooft in rechtvaardigheid, dan eis je geen “balans” tussen dader en slachtoffer. Dan eis je geen “nuance” over massamoord. Dan kijk je niet, maar zeg je hardop wat het is: Israël pleegt genocide. En het CIDI verdedigt dat.
Dit is geen mening. Dit is een aanklacht.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.