Op 2 oktober 2025 is er met een kleine meerderheid een motie aangenomen, waar de Nederlandse regering wordt aangespoord, zich actief te verzetten tegen pogingen om abortus als mensenrecht op te nemen in Europese verdragen. Dit is niet de eerste keer onder Schoof 1, dat partijen proberen te morrelen aan abortuswetgeving. Eerder in februari wilden BBB en SGP de motieven van abortus registreren. Daartegenover stonden D66 en GroenLinks-PvdA, die al eerder pleitten voor expliciete verankering van abortus in de Grondwet.
De motie van 2 oktober werd gesteund door PVV, BBB, SGP, JA21 en delen van CDA, en haalde slechts een nipte meerderheid. Daarmee wordt zichtbaar hoe fragiel de bescherming van abortusrechten in Nederland is. Eerder pleitten dezelfde partijen ook voor het uitbreiden van gewetensbezwaar van artsen en het verlagen van de 24-wekengrens, allemaal strategieën om toegang tot abortus in de praktijk te beperken.
Het contrast is pijnlijk. Het moment dat je Chris Stoffer van zijn bed zou lichten voor een nier of bloedtransfusie om een leven te redden, is de wereld te klein, omdat wij zijn lichamelijke integriteit aantasten. Maar een staatsgedwongen zwangerschap? Dat mag blijkbaar wel, ondanks dat we met de nier van Chris Stoffer wel degelijk een leven kunnen redden. Zelfs als je overtuigd bent dat een embryo ‘leven’ is met alle rechten van een volwaardig geboren mens, dan nog kan dat leven niet afdwingen, dat een ander zijn of haar lichaam beschikbaar stelt. Orgaandonatie is bewonderenswaardig – geen plicht. Waarom zou zwangerschap dat ineens wel zijn?
Wat zijn de consequenties als een embryo juridisch gezien leven is?
Hoewel BBB vindt dat we niet lichtzinnig met abortus om moeten gaan, omdat leven zou beginnen bij conceptie, zijn ze wel voor IVF — wat praktisch gezien meer levens zou verwoesten dan abortus, als je oprecht gelooft leven zou beginnen bij conceptie. Eigenlijk is alleen de SGP op dit punt consequent, aangezien zij de enige partij zijn die kritisch zijn op de manier van vruchtbaarheid bevorderen. Hoewel partijen zoals PVV geen verruiming willen van de embryowet, zijn ze niet principieel tegen IVF.
En laten we de hypocrisie verder benoemen. Als een embryo echt een volwaardig leven is, dan zou een alleenstaande moeder in de bijstand een uitkering voor twee personen moeten krijgen. Dan zou er recht zijn op sociale huur voorrang in sommige gemeentes. Dan zouden kinderbijslag en kindgebondenbudget al tijdens de zwangerschap moeten gelden, want het embryo zou al burger met een bsn-nummer moeten zijn als ongeboren leven.
Op zich is daar wat voor te zeggen, omdat iemand in de toekomst zorg gaat dragen over iemand, maar nu al kosten maakt. Denk bijvoorbeeld aan gezond eten, een kinderkamer inrichten, mogelijk zelfs verhuizen, etc. Toch ik zie JA21 of CDA niet meteen zoiets juridisch optuigen. Dit soort constructies zou ik vreemd genoeg eerder uit de progressieve hoek verwachten. Daardoor komt het meer over als een wapen om ‘de foute vrouwtjes’ te straffen, in plaats van bezig zijn met het welzijn van een toekomstig burger. Ze hebben het over kinderbijslag als het kind geboren is, maar niet om zorg te dragen over “ongeboren leven.”
Belangrijk hierbij is ook de juridische realiteit: het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) stelde in Vo v. Frankrijk (2004) expliciet dat een foetus géén drager van mensenrechten is. Staten hebben beleidsruimte om abortus te reguleren, maar geen verplichting om het embryo volledige rechten toe te kennen. Dit sluit aan bij de logica dat lichamelijke autonomie prevaleert: geen enkel mens kan gedwongen worden zijn lichaam beschikbaar te stellen, ook niet om een ander leven te redden.
Hoe hebben andere EU-landen abortus geregeld?
Wat Nederland te weinig begrijpt, heeft Frankrijk juist wel begrepen. Terwijl de Verenigde Staten abortusrechten afschafte en conservatieve krachten in Europa steeds luider worden, trok Frankrijk een harde lijn: abortus kwam in de grondwet. Ook in Spanje komen er initiatieven om abortus in de grondwet te zetten.
Voor het opnemen abortus in de Spaanse Grondwet, geldt een zware procedure. Artikel 167 voorziet in herziening met een drievijfdemeerderheid en eventueel referendum, terwijl artikel 168 voor fundamentele rechten een twee-derdemeerderheid, nieuwe verkiezingen en een verplicht referendum eist. Het recht zou kunnen worden verankerd via bijvoorbeeld artikel 15 van de Spaanse Grondwet — die gaat over lichamelijke en morele integriteit — en artikel 43, die gaat over recht op gezondheidsbescherming. De huidige coalitie van PSOE en Sumar duwt dit proces vooruit, terwijl de rechtse oppositiepartijen Partido Popular en Vox zich hevig verzetten. Daarmee zie je hoe dezelfde breuklijnen als in Nederland en andere Europese landen doorspelen in de Spaanse context.
Ook elders in Europa zie je de frontlinies verschuiven. In Polen werd abortus bijna volledig verboden, ondanks massale straatprotesten. In Hongarije voerde Orban een ‘hartslagwet’ in die vrouwen verplicht een echo te ondergaan met hoorbare hartslag. Duitsland schafte in 2022 §219a StGB af, het verbod op reclame voor abortus, maar houdt abortus nog steeds in het strafrecht. Ierland koos in 2018 juist voor een radicale ommekeer: via referendum schrapten burgers het totale verbod en legaliseerden abortus. Nederland bevindt zich daarmee in een fragiele middencategorie: formeel toegankelijk, maar juridisch nog altijd in het strafrecht verankerd.
Daarbij geldt: waar Spanje nog discussieert, heeft Frankrijk het precedent al geschapen. In maart 2024 werd abortus expliciet in de Franse Grondwet verankerd in artikel 34: “La loi détermine les conditions dans lesquelles s’exerce la liberté garantie à la femme d’avoir recours à une interruption volontaire de grossesse.” Frankrijk is daarmee het eerste land ter wereld dat abortus expliciet grondwettelijk beschermt. Dit gebeurde na een uitgebreide procedure: zowel Assemblée Nationale als Senaat stemden in, waarna het Congres (de gezamenlijke vergadering van beide kamers) de wijziging met een drievijfde meerderheid aannam. Daarmee werd abortusrecht een grondrecht met brede politieke steun.
Frankrijk kent een breed scala aan grondrechten, vastgelegd in de Franse Grondwet, de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger (1789) en internationale verdragen. In de Franse Grondwet wordt het recht op zelfbeschikking en lichamelijke integriteit niet expliciet genoemd in een specifiek artikel. Deze rechten zijn echter impliciet verankerd in de Preambule van de grondwet van 1946, die deel uitmaakt van de huidige Franse grondwet.
De Preambule van de Franse Grondwet van 1946 stelt onomwonden: vrouwen hebben gelijke rechten als mannen, in alle domeinen. Die belofte, verankerd in artikel 3, vormde de basis voor de latere erkenning van reproductieve rechten als onderdeel van zelfbeschikking en lichamelijke integriteit. Frankrijk heeft sinds 1958 een grondwettelijk hof (Conseil constitutionnel). Dat is de rechter die toetst aan de Grondwet. Waar de tekst destijds vooral ging over stemrecht en arbeid, werd in 1975 met de Lo Veil abortus wettelijk toegestaan, een cruciale stap in de gelijkstelling van vrouwen.
De Loi Veil, de wet die in 1975 abortus in Frankrijk legaliseerde, was een keerpunt in de strijd voor vrouwenrechten. Simone Veil, minister van Volksgezondheid en overlevende van de Holocaust, verdedigde de wet met kracht tegen hevige tegenstand. Wat begon als een tijdelijke regeling, werd in 1979 permanent. Waar de VS hun abortuswetgeving introkken, heeft Frankrijk het recht op abortus in 2024 juist in de grondwet verankerd. Wat ooit bevochten werd, is nu aanzienlijk lastiger kapot te krijgen.
Hoe zou Nederland abortus in de grondwet kunnen krijgen?
De Nederlandse Grondwet zit anders in elkaar dan de Spaanse en de Franse grondwet, maar ook bij ons zijn zeker mogelijkheden om dit goed te verankeren. Artikel 11 waarborgt de onaantastbaarheid van het lichaam – en daarmee het recht op zelfbeschikking. Als je zelf beslist over je organen, geldt dat ook voor je baarmoeder. Abortus staat er niet expliciet in, maar de logica ligt voor het oprapen. Ook artikel 10 Grondwet (recht op persoonlijke levenssfeer) kan worden ingeroepen, aangezien lichamelijke autonomie vaak onder de reikwijdte van privacy valt. Daarmee is er een dubbele constitutionele basis.
Een expliciete verankering zou bijvoorbeeld kunnen door een toevoeging aan artikel 11: “Iedereen heeft recht op toegang tot veilige en legale zwangerschapsafbreking.” Dat vereist de zware grondwetswijzigingsprocedure (twee lezingen, Tweede en Eerste Kamer, en bij de tweede lezing een tweederdemeerderheid). Politiek gezien ligt hier nu de vraag: durven progressieve partijen dit gevecht aan te gaan, wetende dat conservatieve fracties en lobby’s zich fel zullen verzetten?
Daar komt bij dat ook internationale mensenrechtenkaders dit ondersteunen. Artikel 8 EVRM waarborgt het recht op privéleven: het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft erkend dat toegang tot abortus daaronder kan vallen (A., B. en C. vs. Ierland, 2010). CEDAW heeft Nederland al herhaaldelijk bekritiseerd, juist omdat ons land stigma en barrières in stand houdt, bijvoorbeeld via de verplichte vijf dagen bedenktijd (inmiddels afgeschaft, maar decennialang een obstakel) en de blijvende strafrechtelijke inbedding. Het VN-Vrouwenverdrag (CEDAW) stelt in art. 12 dat staten verplicht zijn vrouwen toegang te geven tot reproductieve gezondheidszorg.
Het Comité heeft Nederland al bekritiseerd voor het in stand houden van stigma en barrières. En volgens het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten kan gedwongen zwangerschap zelfs vallen onder een schending van art. 7: het verbod op wrede en onmenselijke behandeling.
Abortus hoort thuis in het gezondheidsrecht, niet in het strafrecht—waar het nu nog onder artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht valt. Het is een medische ingreep, geen misdrijf. Door deze verschuiving verdwijnt het stigma en wordt zorg toegankelijker, zonder dat vrouwen bang hoeven te zijn voor juridische gevolgen. Maar dat vraagt om heldere richtlijnen: abortus moet veilig en ethisch plaatsvinden, met respect voor autonomie en zonder dwang. Dit is ook de lijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die abortus expliciet als essentiële gezondheidszorg erkent. Zolang abortus in het strafrecht staat, suggereert de staat dat vrouwen verdachten zijn. Zodra het in het gezondheidsrecht staat, erkent de staat vrouwen als patiënten met rechten.
De keuze is dus helder: óf Nederland blijft hangen in halfslachtige compromissen, waar vrouwen formeel recht hebben, maar praktisch afhankelijk blijven van stigma, strafrecht en politieke willekeur. Óf we erkennen eindelijk wat allang duidelijk is: dat reproductieve vrijheid geen gunst is, maar een grondrecht. Frankrijk liet zien dat het kan, Spanje vecht er nu voor, en elders wordt het ondermijnd door reactionaire krachten die vrouwen reduceren tot baarmoeders van de natie. De vraag is niet of dit debat komt, maar hoe wij het voeren. Willen we dat onze dochters straks moeten smeken om toegang tot zorg die hun moeders bevochten hebben, of leggen we nu vast dat hun autonomie onaantastbaar is? Abortus is gezondheidszorg, geen misdrijf. Zelfbeschikking is geen onderhandelingskaart. Het is tijd dat Nederland dat in zijn Grondwet schrijft — zwart op wit, voor altijd.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.