Door: Lian Heinhuis, Co Engberts, Rick van der Zweth en Samir Ahraui
Afgelopen dinsdag publiceerden drie VVD-raadsleden uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag een opiniestuk in De Telegraaf, waarin zij beweerden dé oplossing te hebben voor het tekort aan middenhuurwoningen. Maar wie hun betoog aandachtig leest, komt tot de conclusie dat er nul concrete voorstellen worden gedaan die daadwerkelijk helpen om de wooncrisis op te lossen. In plaats daarvan presenteert de VVD opnieuw een achterhaald verhaal waarin sociale huur als de boosdoener wordt aangewezen. Het is op zich een positieve ontwikkeling dat de VVD zich eindelijk lijkt te bekommeren om middenhuur en middeninkomens, al is stuk vooral een illustratie van onvermogen om met echte oplossingen te komen. Ze herhalen dezelfde marktgedreven visie die juist aan de basis ligt van de wooncrisis waarin Nederland zich nu bevindt. Volgens de VVD zou er in grote steden ‘te veel sociale huur’ zijn en zou dit ten koste gaan van middeninkomens.
Het klopt dat er een groot tekort is aan middenhuurwoningen. Om dat probleem op te lossen, moeten we eerst begrijpen wat de oorzaken zijn. En simpel gezegd is de oorzaak het liberale beleid op wonen. De VVD beschouwt woningen als beleggingsobjecten, waarbij sociale huur slechts bestemd is voor de lagere inkomens, terwijl het koopsegment wordt verheerlijkt en zwaar gesubsidieerd via de hypotheekrenteaftrek – een regeling die Nederland jaarlijks zo’n 11 miljard kost en vooral de huizenprijzen opdrijft.
Voor de VVD is de ‘hoge concentratie sociale huur’ het probleem. En daarmee maakt de VVD een denkfout, of laat ze zien weinig historisch besef te hebben van de Nederlandse volkshuisvesting. Tot 2010 was er geen inkomensgrens voor de sociale huur en konden de corporaties handwerk leveren bij het huisvesten van mensen. Woningcorporaties hadden de ruimte om in verschillende segmenten te bouwen en een gezonde mix in wijken te creëren. Zo konden zowel leraren als politieagenten aanspraak maken op een betaalbare huur. Helaas werd onder VVD-beleid de sociale huur uitgekleed en aan strengere inkomensgrenzen gebonden; woningcorporaties moesten zich richten op hun 'kerntaken'. Het VVD-idee is dan dat de markt de rest van de bouw wel zou regelen. Niets bleek minder waar. Marktpartijen bouwen geen middenhuur als het rendement niet hoog genoeg is. Met als gevolg: de grootste wooncrisis sinds de Tweede Wereldoorlog.
Het is prima dat de drie VVD-raadsleden naar de randgemeenten wijzen, maar daarmee lossen we de structurele wooncrisis niet op. Wij als PvdA-raadsleden uit Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Amsterdam pleiten daarom ook voor een andere aanpak. Verhoog de inkomensgrenzen voor sociale huur en geef woningcorporaties weer de ruimte (met geborgde leningen) om middenhuur te bouwen. Zij bouwen namelijk zonder winstoogmerk en kunnen anticyclisch bouwen, ook als de markt het laat afweten. Het probleem is niet de vermeende ‘hoge concentratie sociale huur’, maar de beperkte visie op wat sociale huur zou moeten zijn. De sociaal-economische problemen binnen de sociale huur zijn geen vanzelfsprekendheid, ze zijn het resultaat van VVD-beleid. De oplossing ligt dan ook niet in minder sociale huur, maar in een sterke en brede sociale huursector die ook middeninkomens bedient. Meer sociale huur, juist ook in het belang van middenhuur.
Lian Heinhuis, fractievoorzitter PvdA Amsterdam
Co Engberts, fractievoorzitter PvdA Rotterdam
Rick van der Zweth, fractievoorzitter PvdA Utrecht
Samir Ahraui, raadslid PvdA Den Haag
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.