De vraag werpt een duivels dilemma op. De wapenindustrie, en daarachter diens machtige aandeelhouders, zijn gebaat bij permanente oorlogsvoering. Hoe meer oorlog, hoe meer winst. Dat het daarbij niet om kattenpis gaat laat bijvoorbeeld de oorlog in Afghanistan zien. In twintig jaar tijd heeft die naar schatting 800 miljard dollar gekost. De omvang van dat astronomische bedrag is moeilijk te bevatten, maar het komt neer op 100 miljoen dollar per dag. Ja, echt waar, 100 miljoen dollar per dag.
Die bedragen worden opgehoest van belastinggeld. Belastinggeld dat bijvoorbeeld niet aan armoedebestrijding, zorg, onderwijs, rechtsstaat, verduurzaming, vergroening en verbetering van dierenwelzijn wordt uitgegeven. Een aanvullende reden waarom dit zo pervers is, is dat de aandeelhouders van de wapenindustrie zodoende rijk worden van de belastingafdracht van de werkende man. Het moge duidelijk zijn dat dit alles indruist tegen alles waar de partij voor staat. Desondanks is er een goede reden voor de PvdD om toch voorstander van investeringen in Defensie te zijn. Die reden is gelegen in het belang van onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
Militair gezien kan Nederland zelfstandig namelijk niet z’n eigen broek ophouden. Ons leger is kwalitatief gezien weliswaar van goede orde, maar te klein om zich te verdedigen tegen grotere tegenstanders dan bijvoorbeeld België of Luxemburg. Nederland is voor z’n verdediging – net als de rest van West-Europa overigens – volledig afhankelijk van de Verenigde Staten.
Volgens artikel 5 van het NAVO-verdrag wordt een aanval op één van de NAVO-landen gezien als aanval op hen allemaal. Oftewel, de mogendheid die Nederland (of Turkije, Montenegro dan wel Litouwen) aanvalt, roept een militaire reactie van de Verenigde Staten over zich af. En dat risico kan geen land ter wereld zich permitteren. De militaire dreiging die uitgaat van de Verenigde Staten straalt dus ook af op de NAVO lidstaten.
Deze dreiging wordt in één oogopslag duidelijk aan de hand van het volgende overzicht.
Dat Nederland voor z’n veiligheidsbeleving volledig afhankelijk is van de Verenigde Staten is niet gratis. Er staat bijvoorbeeld tegenover dat wij geacht worden de VS in politieke zin door dik en dun te steunen. Dat is de reden dat wij de illegale oorlog tegen Irak destijds steunden. Het is ook de reden dat Nederland al meer dan anderhalf jaar met meel in de mond praat over de genocide in Gaza. We durven ons niet uit te spreken omdat we bang zijn de Verenigde Staten tegen het hoofd te stoten.
Aan de andere kant wordt braaf zijn beloond. Nadat Jaap de Hoop-Scheffer destijds Nederlands’ steun voor de illegale inval in Irak orkestreerde, werd hij Secretaris-Generaal van de NAVO. En nadat Rutte er twintig jaar later garant voor stond dat Nederland het Israëlische narratief zou ondersteunen, werd ook hij beloond met de functie van Secretaris-Generaal van de NAVO. Dit zijn de meest sprekende voorbeelden van diplomatieke ‘voor wat hoort wat’, maar ook op minder zichtbaar niveau is dat mechanisme bepalend voor de internationale politiek.
Zolang wij dus volledig afhankelijk blijven van de Verenigde Staten, zullen we altijd hun politieke schoothond blijven. En de vraag is of we dat moeten willen. Het betekent dat we nooit onze eigen koers kunnen varen en het betekent dat we internationaal gezien nooit een moreel standpunt kunnen innemen. Irak en Gaza hebben pijnlijk duidelijk gemaakt wat dat in de praktijk betekent.
De PvdD is de partij van de morele moed. Dat betekent in dit geval, de moed om in de krijgsmacht te investeren.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.