Enkele jaren geleden sprak ik met de toenmalige SGP‑fractievoorzitter Kees van der Staaij op de christelijke hogeschool Ede. Ik vertelde hem wat ik al jaren aan vrienden en studenten voorhoud: als er in Nederland een islamitische partij bestond, zou ik mij daar wellicht bij aansluiten; maar zolang die ontbreekt, kijk ik als gelovige eerder naar een christelijke partij op wie ik zou kunnen stemmen dan naar seculiere pragmatisten. Wij delen tenslotte een besef dat er meer is dan het hier en nu. Een samenwerking met christenen is helemaal niet zo gek.
In een mooi verhaal uit de vroege islam stuurde de profeet Mohammed een groep onderdrukte metgezellen naar het christelijke Abessinië, omdat daar een rechtvaardige koning regeert. Dat gebaar van vertrouwen tussen twee religies heb ik altijd inspirerend gevonden. In onze geseculariseerde tijd, waarin religie wordt gemarginaliseerd tot folklore, kunnen gelovigen elkaar versterken in plaats van bestrijden. Maar het SGP‑programma doet het tegenovergestelde. Het koppelt modewoorden als “woke” en “individualisme” aan een “strijd tegen islamisering” en blijkt een catalogus van maatregelen die vooral moslims treffen. Het document verwijst trots naar artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin de overheid wordt opgedragen “alle afgoderij en valse godsdienst uit te roeien” (trouw.nl). Prominente historici als Bart Jan Spruyt en Ton van der Schans herinneren er fijntjes aan dat de SGP nog altijd streeft naar een staat die op “Gods geopenbaarde ordening” is gegrond en dat de partij de islam als valse religie en de Koran als “ongeloofspropaganda” kwalificeert (trouw.nl).
Theocratie
Die theocratische inslag sijpelt overal in het programma door. De partij ergert zich aan iftar‑maaltijden die door gemeenten worden georganiseerd en aan versterkte oproepen tot gebed die in enkele moskeeën in Nederland op vrijdagen te horen zijn. Ze wil die oproepen verbieden, ook in asielzoekerscentra, omdat ze traumatisch zouden zijn voor niet-islamitische bewoners. Om het beeld compleet te maken diende de SGP samen met JA21 een wetsvoorstel in om versterkte gebedsoproepen landelijk te verbieden. André Flach stelde dat moskeeën daarmee “een dominante plek opeisen” en dat mensen zich door het “Allahu akbar” vreemden in eigen land voelen (sgp.nl). Dat is wrang in een land waar kerkklokken dagelijks urenlang luiden, terwijl het recht op religieuze oproepen sinds 1988 wettelijk is verankerd (nos.nl).
Onder het juridische jargon schuilt een eenvoudig idee: Nederland is geworteld in christelijke traditie en de islam (dus ook moslims) hoort daar niet bij (sgp.nl). Minaretten en gebedsoproepen zijn “onwenselijk”, de sharia mag hier “al helemáál niet” bestaan (sgp.nl). Dat moslims hun geloof desondanks mogen belijden, klinkt als een juridische voetnoot (sgpj.nl). Alsof de aanwezigheid van bijna een miljoen Nederlandse moslims, circa 6% van de bevolking, een soort uitzondering is die tijdelijk wordt geduld.
Vrouwenonderdrukking
De partij strooit graag met het verwijt dat de islam vrouwen onderdrukt. Des te opvallender is het dat de SGP zelf vrouwen systematisch uitsluit. In mei 2025 torpedeerde het congres een voorstel om vrouwen meer ruimte te geven. Artikel 10 van de beginselverklaring bepaalt nog altijd dat vrouwen niet mogen deelnemen aan politieke organen. Dat archaïsche beeld van de vrouw als ondergeschikt aan de man staat haaks op de boodschap van gelijkwaardigheid die de partij naar anderen preekt. Even schrijnend is dat de SGP pleit voor “neutraliteit” van de staat maar tegelijk pleit voor verplichte zondagsrust en publieke financiering van kerken. Neutraliteit lijkt vooral te gelden als het om islamitische symbolen gaat.
Het is verleidelijk om dit alles te reduceren tot rechts‑populisme. In 2017 publiceerde de SGP een anti‑islammanifest of eerder een uitgebreid PVV‑programma, compleet met voorstellen om islamitische feestdagen niet te erkennen en gebedsoproepen te verbieden. Toch is er meer aan de hand. De SGP ziet zichzelf als hoeder van een Bijbelse orde en beschouwt de democratie niet als hoogste norm, maar als middel. Zij droomt van een “democratische theocratie” waarin Gods wet de leidraad is (sgp.nl). Democratische vrijheden worden gekoesterd zolang ze de juiste religie dienen (het gereformeerde christendom).
Als imam zie ik dat de strijd die de SGP ontketent niet alleen de islam treft. Een seculiere tijdgeest dringt religie steeds verder terug in de privésfeer. Wanneer de roep klinkt om gebedsoproepen te verbannen, wordt niet alleen mijn gemeenschap geraakt maar ook het principe dat minderheden naar eigen inzicht God mogen dienen. Joden en christenen zouden zich moeten afvragen of ze niet de volgende zijn.
Oproep
Ik voel mij niet geroepen om de SGP te bekeren. Wel doe ik een oproep tot welwillende christenen: laten we elkaar vinden op de gedeelde waarden van rechtvaardigheid en vrijheid van godsdienst. In Abessinië vond een kleine moslimgemeenschap beschutting bij een christelijke koning omdat die rechtvaardigheid boven theologie stelde. In Nederland anno 2025 zou dat niet anders mogen zijn. Wij hoeven het niet over alles eens te zijn om elkaars vrijheid te verdedigen. In een politiek klimaat waarin secularisme vaak neerkomt op het wegdrukken van religie, hebben gelovigen elkaar nodig. Een partij die vrouwen uitsluit en luidkeels pleit voor het inperken van islamitische symbolen, weerspiegelt niet het beste van de christelijke traditie. Het beste daarvan is barmhartigheid, gastvrijheid en het besef dat mensen zich slechts kunnen verbinden als zij elkaar de ruimte gunnen.
Alleen wanneer we die ruimte wederzijds garanderen, heeft vrijheid van godsdienst betekenis. Dat begint bij kritische zelfreflectie en eindigt hopelijk bij een handreiking over de grenzen van dogma’s heen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.