Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom de trans-Atlantische slavernij een eigen monument verdient

  •  
01-07-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
982 keer bekeken
  •  
ANP-502533356

Verschillende vormen van onrecht vragen om verschillende manieren van herdenken.

Vandaag, op Keti Koti, pleitte historicus Han van der Horst er op Joop voor om in Den Haag ook een monument te plaatsen voor de slavernij in Azië. Op zich een terechte oproep. Maar in zijn redenering klinkt iets door dat wringt, misschien is het de timing en ook de sneer naar de “effectieve Caribische lobby”. Alsof we niet over het ene kunnen spreken zonder het andere mee te nemen, alsof beide vormen van slavernij in een adem genoemd kunnen worden. Maar dat klopt niet. Niet omdat die andere slavernij minder erg zou zijn, maar omdat het trans-Atlantische systeem in alles anders was. Het was groter, systematischer en dieper geworteld. En vooral: nog altijd voelbaar.

Laten we beginnen bij de kale aantallen. Tussen grofweg 1500 en 1867 werden 12,5 miljoen Afrikanen over de Atlantische Oceaan verscheept naar de Amerika’s. Zo’n twee miljoen van hen overleefden de overtocht niet. Nederland vervoerde tenminste 550.000 mensen, zo’n vier procent van het totaal. In Azië ging het om naar schatting een miljoen mensen over een periode van twee eeuwen.

Maar het verschil met de slavernij onder de VOC in Azië zit niet alleen in omvang. Vaak waren die mensen al tot slaaf gemaakt door lokale heersers voordat de VOC ze overnam. Verschrikkelijk, absoluut, dat zal niemand tegenspreken. Maar wat zich in de Atlantische wereld afspeelde, was van een andere orde. Daar richtten Europeanen zélf de keten in: van het bouwen van forten aan de Afrikaanse kust tot het laten ontwerpen van schepen speciaal voor menselijk transport. Alles draaide om efficiëntie in het tot slaaf máken en vervolgens uitbuiten van mensen.

En dan is er nog iets belangrijkers wat het trans-Atlantische systeem uniek maakt: het was volledig raciaal ingericht. Wie slaaf was, was Zwart. Wie eigenaar was, was wit. In koloniën als Suriname werden wetten ingevoerd die bepaalden dat kinderen van een Zwarte moeder automatisch tot slaaf gemaakt waren. Iemand met ook maar een beetje Afrikaans bloed werd als ‘gekleurd’ bestempeld en was daarmee voor altijd uitgesloten van volwaardig burgerschap, ook na sporadische vrijkoping.

In de Aziatische gebieden van de VOC bestonden dit soort wetten niet. Daar draaide slavernij meer om afkomst, klasse en oorlog dan om huidskleur. Er waren gemengde relaties, kinderen van verschillende afkomsten werden erkend, en lokale elites konden posities behouden. De harde, raciale scheidslijn die het trans-Atlantische systeem zo kenmerkt, was daar simpelweg minder aanwezig.

Wat het trans-Atlantische systeem extra wrang maakt, is de manier waarop het later werd gelegitimeerd. Niet alleen met religieuze argumenten, maar ook met zogenaamde wetenschap. Nederlandse geleerden, zoals Petrus Camper, gingen schedels meten om te bewijzen dat Zwarte mensen minderwaardig zouden zijn. Carl Linnaeus, die mensen in ‘rassen’ indeelde, schreef over Afrikanen als “lui”, “dom” en “nalatig”. Zulke denkbeelden werden overgenomen in academische kringen en bleven eeuwenlang hangen.

Die racistische ideologie was geen bijproduct van de slavernij, maar een bouwsteen ervan. En dat onderscheidt het systeem ook van de Aziatische slavernij, waarbij zulke ‘biologische’ verklaringen geen rol speelden. Daar werd slavernij eerder gezien als onderdeel van sociale structuren, niet als iets ‘natuurlijks’.

Voor veel Nederlanders is het slavernijverleden geen zwarte bladzijde in een geschiedenisboek, maar familiegeschiedenis. Ruim een half miljoen mensen in Nederland hebben wortels in Suriname of de voormalige Antillen. Hun voorouders spraken Nederlands, werden gedoopt in Nederlandse kerken, kregen Nederlandse namen. Allemaal onder dwang. Die geschiedenis leeft door in achternamen, gebruiken en herinneringen.

Dat ligt anders bij de slavernij in Azië. De meeste mensen met Indonesische roots in Nederland stammen af van vrije Indonesiërs of koloniale gemengde gezinnen. Hun collectieve herinnering draait om andere trauma’s: de Japanse bezetting, de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, de Revolusi, de dekolonisatie. Slavernij in voormalig Nederlands-Indië bestond, zeer zeker, maar speelt daar geen centrale rol in de familieverhalen.

De trans-Atlantische slavernij leverde Nederland flink wat op. Onderzoek van de Vrije Universiteit wijst uit dat Nederlandse investeerders tussen 1700 en 1863 zo’n 1,5 miljard euro (in huidige waarde) verdienden aan plantages in Suriname. Bekende families - de Van Loons, de Bickers - vergaarden hun fortuin via slavenhandel en plantagebezit.

De VOC ging het financieel ook voor de wind, maar het grote geld kwam daar uit specerijen. Opnieuw: slavernij speelde zeker een rol, maar stond niet aan de basis van het verdienmodel. Dat is een belangrijk verschil. De suiker-, koffie-, cacao- en katoenplantages in het westen functioneerden dankzij systematische uitbuiting, van generatie op generatie.

Om het systeem van slavernij in Suriname en het Caribisch gebied draaiende te houden, werd er voortdurend geweld uitgeoefend. In Suriname werden weggelopen tot slaaf gemaakten gruwelijk gestraft: verminkingen, brandmerken, executies. Allemaal bedoeld om angst aan te jagen. Het stond gewoon in de wet, letterlijk. Degenen die niet wegliepen werden eveneens gruwelijk behandeld, zoals Anton de Kom in zijn Wij slaven van Suriname optekende:

"Onder de straffen, die behoorden tot de gewone bevoegdheden van den meester, nam die van de zgn. ‘Spaansche bok’ een belangrijke plaats in. Bij deze straf werden den slaaf de beide handen tezamen gebonden, dan wrong men de knieën er door en stak vervolgens een stok tusschen de saamgebonden handen en opgetrokken knieën. Deze stok werd stevig in den grond bevestigd en daarna begon de geeseling met een bundel tamarinderoeden (een zeer hard en knoestig hout). Was de slaaf op de bovenliggende zijde doorgeslagen, zoodat het vleesch geheel rauw was, dan werd hij omgekeerd om vervolgens de andere zijde in denzelfden toestand te brengen. Ook vrouwen en kinderen werden volgens deze methode gegeeseld. Soms gebruikte men voor deze geeseling ook ijzeren staven, maar daar een dergelijke strafoefening veelal den dood, en dus schade voor den eigenaar ten gevolge had, maakte men hiervan geen gewoonte.”

In de Aziatische koloniën van de VOC was geweld zeker ook aanwezig, maar het had een andere dynamiek. Het diende meestal om opstanden of handel te beheersen, niet om een hele bevolkingsgroep structureel te onderdrukken. Dat sadistische, permanent controlerende geweld van de plantages, dat zag je daar niet in dezelfde vorm.

Het is geen wedstrijdje om wie de meeste pijn heeft. Het gaat hier niet om welke bevolkingsgroepen het ergste leed hebben gekend. Daar gaat het nooit om. Maar verschillende vormen van onrecht vragen om verschillende manieren van herdenken. De trans-Atlantische slavernij was uniek in zijn opzet en doorwerking. Het heeft niet alleen mensen tot slaaf gemaakt, maar ook de wereld geherdefinieerd in termen van ras. En dat raciale denken is nog lang niet verdwenen.

Natuurlijk verdient ook de Aziatische slavernij erkenning. Graag zelfs, hoe eerder hoe beter. Maar door alles op één hoop te gooien, verlies je de scherpte. De Holocaust herdenken we ook apart van andere oorlogsmisdaden. Juist omdat elk systeem zijn eigen logica, zijn eigen verschrikkingen en zijn eigen erfenis heeft.

Een monument voor de trans-Atlantische slavernij is geen gebaar richting het verleden, maar een spiegel naar het heden. Het gaat om erkenning. Niet om competitie. En al helemaal niet om afleiding door alle vormen van slavernij mee te pakken in zowel het verleden als het heden. Maar de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij is zo fundamenteel verschillend, zo allesdoordringend, dat het zijn eigen monumenten en herdenkingen verdient. Niet omdat het belangrijker is, maar omdat het anders was.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor