Het facisme is in Nederland nog nooit zo sterk geweest. Een kwart van de kiezers vestigt de hoop op autoritaire extreemrechtse partijen. De grootste daarvan kent zelfs geen leden maar alleen een soort donateurs. Tuig richt in naam van de etnische zuiverheid vernielingen aan in elke gemeente waar de raad over een mogelijk azc vergadert. Dergelijk rechts getint geweld kennen we verder alleen uit de herfst van 1940 toen de Weerafdeling van de NSB onder bescherming van de Duitse bezetters het joden in Amsterdam lastig probeerde te maken.
Toch worden fascisten heel boos als je ze fascisten noemt. Je leest dat vaak genoeg op de sociale media: als je tegenwoordig kritiek hebt word je gelijk voor racist en fascist uitgemaakt. Pim Fortuyn is daar ruim een kwart eeuw geleden mee begonnen. Als je hem wees op bepaalde overeenkomsten tussen zijn oplossingen voor Nederland en die van zekere staatslieden uit de eerste helft van de vorige eeuw, dan begon hij onmiddellijk te kraaien: "U demoniséért mij".
Lange tijd had men het in dezelfde kringen over een Godwin. Dat was gebaseerd op een verkeerd begrip van een stelling die al in de jaren negentig werd geformuleerd door Mike Godwin, onder meer de advocaat van Wikipedia: "As an on-line discussion grows longer, the probability of a comparison involving Nazis or Hitler approaches". Hij bedoelde daarmee dat je wel moest weten waar je mee aankwam als je termen als nazi en facisme gebruikte. Niet dat je daarmee elke serieuze discussie afsloot. Toch werd dat niet alleen in extreemrechtse kring de definitie van een Godwin. Men gebruikte die term dan ook om politieke tegenstanders te intimideren.
Verbaal intimideren heeft er immers de plaats ingenomen van redeneren. Luister maar naar Wilders. Zie hoe talkshowgasten als Joost Eerdmans of Fleur Agema anderen halverwege hun betoog onderbreken en dan met eindeloze woordenstromen en veel herhalingen proberen het programma te domineren. Constateer bovendien hoe dergelijke politici en zeker Geert Wilders altijd op hoge toon beweren namens het volk te spreken. Dit alles op grond van de onuitgesproken gedachte dat er een mystieke band bestaat tussen hen en het volk. Daarom kunnen zij de stem van het volk vertolken en anderen niet.
Zij winden er daarom geen doekjes om. Zij wijzen zonder angst of schroom de zondenbok aan die voor alle kwalen van ons vroegere zo mooie en zuiver Nederland verantwoordelijk zijn. De andere politici - van de kartelpartijen om met Baudet te spreken - weigeren dat in te zien. Daarom zijn zij van kwade wil. Deze intimidatie heeft succes genoemd. Nog steeds duiden veel media de fascisten van nu aan als bezorgde burgers of zelfs oprecht bezorgde burgers.
Toch blijft het vreemd dat fascisten geen fascist genoemd willen worden want de fascisten an weleer waren een heel eind op weg het soort samenleving te realiseren die zij zich als ideaal voorstellen. Kijk hier maar:
Het eigen volk heeft de ruimte. De overigen zijn weggewerkt. Uit beeld. Onzichtbaar..
Bij nader inzien wordt toch snel inzichtelijk waarom de fascisten van nu niet zo genoemd willen worden. Te duidelijk is in de eerste helft van de vorige eeuw gebleken dat het allemaal uitliep op dood, vernietiging en uiteindelijk de onvoorwaardelijke overgave. Tussen de puinhopen probeerden de ooit zo enthousiaste aanhangers van de toenmalige leiders te overleven. En desgevraagd verklaarden ze om strijd dat ze er ook nooit wat in gezien hadden.
Dáárom willen de fascisten van nu geen fascisten worden genoemd. Ze zijn in hun hart bang van zichzelf. Althans dat hoop ik.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten open blijven. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: de campagne.van d
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.