Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom ik misschien al heel lang niet meer depressief ben

  •  
05-02-2025
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2959 keer bekeken
  •  
ANP-488499106

Schrik niet van de titel van dit stuk. Nee, dit is geen inleiding tot de zoveelste methode om snel en definitief van depressies af te komen. En nee, ik meen geen magische formule te hebben gevonden waarover ik hier nu in meerdere delen wil gaan evangeliseren. Toch wil ik wel iets aanbieden; mezelf. Een impressie van mijn zoektocht. Het zou voor iemand van waarde kunnen zijn.

Wie ben ik? Sommigen van jullie kennen mij al een beetje, door de blogs die ik op ditzelfde platform met Bram Bakker samen schreef. We wisselden uit over menselijke thema’s die we in onze gezamenlijke wereld zagen en die ons in het bijzonder raakten, vaak op het snijvlak van sociologie, psychologie, politiek en spiritualiteit. Alles wat de mens mens maakt, zeg maar.

Ik word komende zomer achtenvijftig. Ik ben gezond, ik heb een leuke man, twee leuke, grote zonen, een hond en een konijn. Tegenwoordig ben ik primair schrijver, daarnaast ook zangeres en actrice.

Ik heb het goed, ik heb een mooi leven. Zou dát dan niet gewoon de reden zijn dat ik, zoals ik in mijn aanhef zo heerlijk omslachtig zeg, misschien al heel lang niet meer depressief ben geweest? Nee, dat denk ik niet. Sterker nog: dat weet ik zeker. Ik ben ook depressief geweest in prima omstandigheden.

Ik denk dat ik tegen mijn twintigste voor het eerst in een depressie raakte. In mijn studententijd, het moment bij uitstek waarop dat bij veel mensen begint. Er nam een gierende eenzaamheid bezit van me, die vaak niet eens samenviel met daadwerkelijk alleen zijn. Ik geef de naam “depressie” aan de diepste dalen die ik vanaf die tijd ervaren heb, maar de tijd daartussen was ook niet zomaar “neutraal” te noemen, laat staan “leuk”. Ja, misschien maak ik het nu verwarrend; het was soms weliswaar best “leuk”, maar met een “maar”. Er was een altijd aanwezige grondtoon, als een ruis in je oor, van weemoed. Als rouw, om iets wat er nooit was geweest. Een onstilbare, emotionele honger.

Klinkt dit bekend? Mijn depressies waren heel verschillend van karakter. Ze dienden zich ook wisselend aan: soms als een put waar ik pardoes in viel, soms kropen ze geleidelijk in me, als opzettende mist. Soms kon ik er met hangen en wurgen mee door functioneren, soms was ik verlamd en lag opgekruld op bed. Soms voelde ik vooral tomeloos verdriet, soms wanhoop, soms angst, soms voelde ik juist angstwekkend niets, leegte, kou.

Ergens begin veertig hielden de terugkerende depressies op. Ook de nare grondtoon die ik lang in mijn binnenste gevoeld had, veranderde. Nu ben ik dus zevenenvijftig en ik voel me goed. Heel goed. Betekent dat dat ik me het grootste deel van de tijd “gelukkig” voel? Oei. “Gelukkig” vind ik een moeilijk begrip. Ik heb eerlijk gezegd het idee dat veel volwassen mensen daar een vrij kinderlijk beeld bij hebben. Dat had ik zelf ook…en daar heb ik dan ook gelijk een thema te pakken waar ik flink mee in gevecht ben geweest.

Dat gezegd hebbende…ben ik, volgens mijn eigen, uiteindelijk omarmde definitie, gelukkig? Op een bepaalde manier wel, maar stel je daar geen film-geluk bij voor. Ik leef graag. Ik vind het interessant om te bestaan. Ik kan erg genieten, van tijd tot tijd. Steeds beter zelfs. Maar ik kan me ook heel rot voelen. Het interessante aan dat rot voelen is dat ik dat in geen velden of wegen meer depressie zou durven noemen. Zelfs niet als ik in eerste instantie geen idee heb waar het rotte gevoel vandaan komt, wat voorheen een kenmerkende eigenschap van de meeste van mijn depressies was.

Ik heb best een lange weg gelopen. Ik ben goede hulpverleners tegengekomen, slechte, rare en ook gevaarlijke. Ik heb veel onderzocht, veel gelezen. Als ik terugkijk naar mijn jongere zelf voel ik daar compassie voor. Ik gun een ander dat er sneller verbetering mag optreden. Hoe mooi zou het zijn als een ander een klein beetje kan meeprofiteren van mijn reis? Of zou ik zo uniek zijn dat anderen daar niks mee kunnen?

We gaan het zien. Ik wil de poging doen, vanuit een oprechte intentie. Ik strooi zaadjes, overdenkingen. Geen “methodes”! Ik zal in deze serie steeds een thema beetpakken om mijn gedachten over te delen. Daar zitten “the usual suspects” bij (maar op mijn manier bekeken), zoals trauma, hooggevoeligheid, maar ook “unusual supects”, zoals schaamte.

Met die laatste (de schaamte), die ik in de behandeling van therapeuten vaak erg onderbelicht vind, zal ik beginnen. Ik hoop natuurlijk primair mensen te bereiken die regelmatig depressief zijn. Maar ook hun naasten, hun collega’s, studiegenoten, clubgenoten. En als ik een geestelijk hulpverlener en passant nog een beetje kan inspireren is dat ook winst.

Dat is het, niet meer en niet minder.

Ik wens je alle goeds,

Mirjam

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor