Laat me hier helder over zijn: wetenschap is geen democratie.
‘Wij zijn kritisch en als je ons napraat dan ben jij dat ook.’ Dat is in een notendop het verkooppraatje van de desinformatieverspreiders. Het is een goed praatje, want wie wil zichzelf niet als kritisch, sceptisch en zelfdenkend zien? Toch is het een beetje als een shirt met ‘Be Different’ van de Primark kopen.
Ik heb het nu over klimaatontkenners, maar dit had net zo goed over Flat Earthers kunnen gaan. Met als verschil dat het geloof dat de aarde plat is geen miljardenindustrie is. Maar ook Flat Earthers zien zichzelf als kritische, sceptische, onafhankelijke denkers. Ze accepteren niet zomaar het overheidsnarratief dat de aarde een ‘tollende bal in een vacuüm’ is, en doorzien de hersenspoeling van NASA die wij ‘globers’ hebben ondergaan door op te groeien met globes in leslokalen.
In een onzekere en veranderende wereld is het fijn om tegen jezelf te kunnen zeggen dat jij het complot van NASA doorziet. Klimaatontkenners gaan daar niet zover in als Flat Earthers, die geloven dat NASA een ijsmuur om de platte aarde heeft gebouwd en foto’s manipuleert van mensen in de ruimte. Volgens veel klimaatontkenners is niet CO2, maar de zon verantwoordelijk voor onze klimaatverandering. NASA is duidelijk over deze hypothese. “Veroorzaakt de zon klimaatopwarming? Nee.” Dat zou ook vreemd zijn: sinds 1950 is zonnekracht afgenomen terwijl wereldwijde temperatuur stijgt. Het is een vaak onderbelicht aspect van klimaatontkenners: het zijn ontegenzeggelijk complotdenkers. NASA, het KNMI, meer dan 99% van alle wetenschappers zitten in een groot complot.
Complotdenken geeft je houvast in een veranderende wereld, waarin we nu de keuze hebben tussen radicaal het roer omgooien of de toekomst van onze kinderen vergooien. Als complotdenker heb je een verhaal waar je je aan vast kunt houden: de wereld is overzichtelijk. Andere mensen zitten nog vast in Plato’s grot, maar jij doorziet de illusie. Maar anders dan de Socrates-figuur in Plato’s grot ben je niet alleen: er zijn clubs waar je je bij kunt aansluiten, en veel gepensioneerde witte mannen maken er hun hobby van om ‘het klimaat verandert altijd al’ onder sociale mediaposts van het KNMI te plaatsen.
Ook hier is weer een vergelijking met Flat Earthers te trekken: jaren geleden sprak ik veel met hen, en toen ik met klimaatontkenners begon te spreken ontdekte ik dat het onderwerp van de gesprekken anders is, maar de patronen precies hetzelfde zijn. Ook klimaatontkenners doen aan cherrypicken: ‘in de middeleeuwen was het warmer’ – en dan een grafiek van temperatuur in Engeland laten zien, in plaats van globale temperatuur’. Ze gebruiken drogredenen: ‘CO2 is maar 0.04% van de atmosfeer, dus dit kan geen effect hebben’. Iedereen die dat beweert raad ik aan een flinke bak koffie te drinken vlak voor het slapen gaan. Cafeïne is slechts 0.04% van koffie, dus dit kan geen effect hebben. Complotdenken: dat gepensioneerde wetenschappers zonder expertise op het gebied van klimaat voor desinformatie-denktanks gaan werken wordt ‘kritische wetenschappers durven zich pas na hun pensioen uit te spreken. Het IPCC is corrupt. Wie het overheidsnarratief niet volgt wordt ontslagen’. Dit laatste past ook bij het in diskrediet brengen van echte experts en het opvoeren van nepexperts. Als je als wetenschapper een Nobelprijs wint is de kans groot dat je door een desinformatieorganisatie wordt benaderd met de vraag of je (ongeachte je expertise) presentaties kunt houden over dat er geen klimaatcrisis is. Dan kunnen klimaatontkenners zeggen: ‘Kijk naar de YouTube-video van deze Nobelprijswinnaar!’.
En tot slot zitten zowel Flat Earthers als klimaatontkenners met het probleem dat de wetenschap glashelder is over de oorzaken en gevolgen van de klimaatcrisis. Al sinds de 19e eeuw weten we van het broeikaseffect. De fossiele industrie had al in de jaren ’50 en ’60 accurate klimaatmodellen. Dus hoe ga je hiermee om als desinformatieverspreider? Naast complotdenken en het in diskrediet brengen van wetenschappers is het schetsen van een onrealistisch beeld van wetenschap een beproefde tactiek van Flat Earthers en klimaatontkenners. 99% consensus? ‘Consensus is niet hoe wetenschap werkt.’ Zo’n beetje alle wetenschappelijke artikelen komen tot dezelfde bevindingen? ‘Dan moet het wel verkeerd zijn, want Einstein had ook een ander idee dan bijna alle andere wetenschappers van zijn tijd.’
Ik spreek nu al een paar jaar met klimaatontkenners, en hoewel dit soms guur en grimmig wordt, houdt mijn voorliefde voor absurditeit de humor erin. Want net als een ‘Be Different’ shirt van Primark dragen begint de klimaatontkenner steevast met ‘Ik ben kritisch! Ik denk voor mijzelf!’ en herhaalt één van de vijf patronen die ik hierboven benoem. Net als mensen die steeds de nieuwe collectie van H&M dragen, gaan de klimaatontkenners mee met de laatste mode, de talking points die de klimaatdesinformatieverspreiders eens in de zoveel tijd de wereld in helpen. ‘Het klimaat verandert niet’ werd ‘Het verandert misschien wel, maar dit komt niet door de mens.’ De afgelopen paar jaar zeggen alle kritische, onafhankelijke denkers ‘De mens is misschien wel deels verantwoordelijk voor klimaatverandering, maar er zijn ook veel andere factoren.’ De ik-doorzie-het-complot-denkers stapten daarna over op een (vals) onderscheid tussen milieu en klimaat schetsen: ‘Je zit in een CO2-tunnelvisie. Ik ben ook tegen milieuvervuiling, maar dat heeft niets met klimaat te maken.’ En de laatste tijd zijn veel klimaatontkenners klimaatbekoelers geworden: ‘Ik ben geen klimaatontkenner, maar we moeten ons vooral richten op adaptatie.’ Net als ‘kritische wetenschapper’ code is voor ‘gepensioneerde Nobelprijswinnaar zonder achtergrond in klimaatwetenschap’, is ‘klimaatadaptatie’ code geworden voor ‘het klimaat verandert maar er is geen klimaatcrisis: we kunnen ons aanpassen door middel van airconditioning en dijkverhogen, maar we hoeven niet aan mitigatie te doen.’ Alle kritische denkers zeggen hetzelfde, en switchen net zo makkelijk allemaal van ‘het klimaat verandert altijd al’ naar ‘Nederland is maar verantwoordelijk voor een fractie van mondiale uitstoot, dus we hoeven niets te doen.’
Klimaatontkenning is kort voor ‘klimaatwetenschapsontkenning’. Klimaatontkenners zijn dus wetenschapsontkenners, en die zijn van alle tijden: mensen die geloven dat vaccins autisme veroorzaken, dat de aarde 9.000 jaar oud is, dat evolutie niet bestaat, dat de aarde plat is. De klimaatdesinformatieverspreiders hebben slechts de vijf patronen van wetenschapsontkenning aangepast aan het onderwerp. Maar laat me hier helder over zijn: wetenschap is geen democratie. Dat het ontkennen van de basis van klimaatwetenschap in Nederland, zelfs in de politiek, sociaal geaccepteerd is en in veel gevallen zelfs geprefereerd, betekent niet dat wij minder wetenschapsontkenners zijn geworden. Iemand die ontkent dat we in een door de mens veroorzaakte klimaatcrisis zitten verschilt qua wetenschapsontkenning niet van iemand die beweert dat roken gezond is ‘want mijn oma is er ook 90 mee geworden’. Klimaatverandering is een uit de hand gelopen experiment: in de 19e eeuw waren het nog hypotheses (‘als we broeikassen blijven uitstoten, dan…’). In de 20e eeuw waren het voorspellingen (‘wanneer we onze uitstoot niet naar beneden brengen veroorzaken we een klimaatcrisis’). En nu de daadwerkelijke metingen keer op keer bevestigen wat de klimaatmodellen al decennia voorspellen is wetenschap overgegaan in filosofie: waarom beperken we de gevolgen van klimaatverandering niet, terwijl we alle kennis en techniek in huis hebben om dit te doen? Zoals Pettman en Thacker het verwoorden in hun fantastische boek Sad Planets: we zijn van als naar wanneer naar waarom gegaan. Want waarom zijn er nog steeds mensen die in de desinformatie van de fossiele industrie trappen?
Als klimaatontkenner die zichzelf juist als een kritisch denker ziet en iemand die afgaat op ‘de feiten’, is de boodschap dat je erin bent getuind moeilijk te verteren. Ironisch gezien zijn complotdenkers er vaak niet in geïnteresseerd als blijkt dat er een echt complot gaande is. Want ‘klimaatsceptisisme’ en ‘klimaatrealisme’ zijn niets meer dan een handige marketingstrategie van de desinformatieverspreiders. Het toe-eigenen van woorden die mensen aantrekkelijk vinden en er een andere betekenis aan geven is hier deel van. Scepticisme is inherent aan wetenschap – inclusief klimaatwetenschap, natuurlijk. Net als kritische reflectie op onderzoek. Maar ‘klimaatsceptisch’ wordt nu gebruikt om klimaatontkenning aan te duiden. ‘Realisme’ is toegeëigend in de betekenis van het niet accepteren van verontrustende wetenschappelijke bevindingen. Dit is erg slim van de desinformatieverspreiders, want op het moment dat je hoort dat we in een klimaatcrisis leven en alle hens aan dek moet om de toekomst van je kinderen veilig te stellen, is het erg fijn wanneer iemand je vertelt dat je ‘wel kritisch’ moet blijven en een ‘realistische’ versie aan je verkoopt. Je hoeft je geen zorgen te maken, je kunt gewoon doorleven op dezelfde manier – misschien iets meer recyclen en overweeg zonnepanelen. Verklein je voetafdruk: de ‘carbon footprint’ is misschien wel de briljantste marketingtruc van de fossiele industrie. Het individualiseert klimaatverandering en verschuift verantwoordelijkheid van de fossiele industrie naar de consument.
De desinformatieverspreiders hebben het afgelopen jaar hard gewerkt aan een instapmodel voor klimaatontkenning. Ik noemde ‘adaptatie’ al. Het wetenschappelijk gefundeerde ‘we kunnen veel van de klimaatverandering niet meer voorkomen dus naast mitigatie, om gevaarlijke klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken, moeten we ook aanpassen (klimaatadaptatie)’ wordt ‘Ik ben geen klimaatontkenner, maar we moeten ons vooral richten op adaptatie’. De psychologische observatie dat we met alle ellende van de klimaatcrisis ervoor moeten waken dat we ons niet alleen op de problemen richten, maar juist ook op de oplossingen en de hoop die er nog is, wordt ‘Ik ben een klimaatoptimist. Loop niet zo te somberen. Mensen komen alleen in beweging als je een optimistische boodschap hebt.’ Dit alles lijkt redelijk onschadelijk, maar is misschien nog wel schadelijker dan keiharde klimaatontkenning. Want in plaats van niets te doen, krijgen we het idee dat we genoeg doen en dat het dan wel goed komt. Mitigatie is de prioriteit, tenminste vanuit het perspectief van de kinderen die nu geboren worden. En daarnaast is adapatie ook belangrijk. En het is goed om hoop te vinden waar we kunnen, maar toxisch positivisme is geen oplossing en een privilege van het rijke westen dat nog niet te maken heeft met hittegolven van 50 graden. We kunnen nog heel veel doen om de ergste gevolgen van klimaatverandering te beperken, maar voordat we realistisch optimistisch kunnen zijn hierover moeten we wel eerst de harde feiten onder ogen zien.
Historici zullen zich erover verbazen dat in 2024 in Nederland zoveel klimaatontkenners waren, en dat klimaatontkenning nog zo sociaal geaccepteerd was. Maar ze zullen zich ook afvragen waarom journalisten vrijwel geen aandacht besteedden aan alle documenten over de rol van de fossiele industrie hierin die een paar keer per jaar naar boven komen.
Dus speciaal voor zowel de klimaatontkenners die ‘kritisch zijn’ en ‘open staan voor bewijs’, als voor journalisten die even niets urgenters te berichten hebben dan een van de grootste en langste misleidingscampagnes van de afgelopen eeuw:
Merchants of Doubt, het onderzoeksboek en de documentaire, was in 2010 een van de eerste onderzoeken die liet zien hoe de fossiele industrie de strategie van de tabaksindustrie overnam om twijfel te zaaien over de mate van consensus over de link tussen roken en tabak. Mede hierom bestaat er nog steeds het idee dat er geen overweldigende consensus is over de basis van klimaatwetenschap, terwijl dat dit wel zo is.
De twijfelbrigade onthulde in 2014 hoe ‘klimaatscepsis’ in Nederland georganiseerd werd, en hoe het lukte om klimaatwetenschappers “in het verdomhoekje” te zetten, in plaats van wetenschappelijke bevindingen te accepteren als basis voor beleid.
Het proefschrift van Franta dat in 2022 liet zien hoe de tactiek van de fossiele industrie door de tijd veranderde is gratis te lezen. Franta beschrijft aan de hand van documentenonderzoek en interviews hoe de fossiele industrie in de jaren ’60 accurate klimaatmodellen had en intern sprak over ‘dramatische milieueffecten’ en ‘catastrofale’ gevolgen, maar deze kennis niet deelde met de maatschappij. Vanaf 1984 sponsorde de fossiele industrie desinformatie en klimaatobstructie, en zaaide twijfel over klimaatwetenschap. Vanaf 1998 stapte de fossiele industrie over op een andere tactiek: het individualiseren van de schuld van klimaatverandering, bijvoorbeeld door de term ‘CO2-voetafdruk’, met dit doel verzonnen door BP. Daarnaast begon het greenwashen: desinformatie over de gevolgen van en oplossingen voor de klimaatcrisis. Vanaf 2000 richtte de fossiele industrie zich op het ‘koloniseren’ van academia. Inmiddels worden de banden tussen universiteiten en fossiele industrie steeds beter in kaart gebracht. Maar de fossiele industrie zette ook in op het aan tafel komen, zodat ze een strategie van ‘meestribbelen’ konden toepassen. Het hoogtepunt van die tactiek was het organiseren van de COP28 door een oliebaas, die beweerde dat er “geen wetenschap” was achter de claim dat we fossiele brandstoffen moeten uitfaseren.
Vatan Hüzeir toonde met zijn Dirty Pearls onderzoek aan dat Shell niet vanaf 1986, maar al in de jaren ’70 wist van de gevolgen van klimaatverandering, maar ondanks deze kennis de industrie uitbreidde naar kolen. Maar ook het onderzoek van De Correspondent laat zien hoe Shell al dertig jaar klimaatbeleid tegenwerkt.
Een onderzoek uit 2024 van de Amerikaanse Budget Committee werpt nog meer licht op de evolutie van de strategie van de fossiele industrie, van ontkenning naar desinformatie tot ‘dubbelspraak’. Interne communicaties blijken de publieke boodschap over de ambities van fossiele bedrijven tegen te spreken. Dit rapport maakt ook duidelijk dat alles wat ik hier noem slechts het begin is van wat we te weten zullen komen over de rol van de fossiele industrie in klimaatdesinformatie en klimaatobstructie. Als de desinteresse van journalistiek Nederland voor desinformatie (met belangrijke uitzonderingen hier en daar) ooit afgelopen is, kunnen journalisten helpen dit hele verhaal boven te krijgen.
Een mooie plek om te beginnen is het boek Climate Obstruction Across Europe dat deze maand uitkwam. Het is gratis voor iedereen beschikbaar, ook voor klimaatontkenners en journalisten. Een hoofdstuk is speciaal aan Nederland gewijd. Zo staan er interessante feitjes in over de opkomst van klimaatobstructie en klimaatontkenning in de politiek, van Fortuyn tot de PVV en de VVD. Ook Shell’s sponsoring van klimaatontkenner Böttcher word belicht, en oud-Shell werknemer Guus Berkhout die het klimaatontkennings-stokje van Böttcher overnam en clintel oprichtte – een organisatie die actief klimaatdesinformatie in Nederland promoot, banden met FvD had en die zelfs werknemers van de Hogeschool Utrecht benaderde om naar een desinformatiefilm te komen en hun studenten mee te nemen.
Het boek beschrijft ook iets dat we nu in Nederland zien gebeuren. De tactiek van klimaatobstructie was de laatste jaren minder gericht op harde klimaatontkenning, en meer op het vertragen, greenwashen, het benadrukken van de nadelen van mitigatie, en het criminaliseren van vreedzame klimaatactivisten. Maar met de opkomst van populisme en radicaal rechts in Nederland is het te verwachten dat ook de ‘CO2 is goed voor plantjes’-harde klimaatontkenning weer sociaal geaccepteerd wordt.
Pettman en Thacker beschreven in Sad Planets de evolutie van ‘als’ naar ‘wanneer’ en ‘waarom’. De fossiele industrie en politiek heeft ons decennia misleid en doet dit nog steeds. De gevolgen hiervan worden steeds duidelijker en zal de toekomst van onze kinderen danig verpesten. Waarom vinden we dit niet erg? Waarom is dit niet nieuwswaardig? Waarom besteden Nieuwsuur, RTL Nieuws, Op1 of al die andere talkshows hier geen aandacht aan? Waarom liggen we niet wakker van klimaatdesinformatie?