Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom neemt de Volkskrant islamofoben in dienst?

  •  
25-07-2025
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
7214 keer bekeken
  •  
ANP-348147894

Wat Jolande Withuis presenteert als kritiek, is in feite verdachtmaking en vijandigheid.

Jolande Withuis schrijft in haar recente column dat islamofobie een misleidende term is. Volgens haar is kritiek op de islam legitiem, noodzakelijk en volstrekt anders dan racisme. Zij wijst erop dat religie een keuze is en geen aangeboren eigenschap. Daarom vindt ze het fout om islamkritiek gelijk te stellen aan racisme. Toch is haar eigen betoog een treffend voorbeeld van hoe islamofobie juist wél bestaat.

Withuis stelt terecht dat religiekritiek essentieel is voor een vrije samenleving. Kritiek is echter alleen waardevol als deze gericht is op argumenten en feiten, niet wanneer het overgaat in leugens, stereotypering en verdachtmaking. Een passage uit haar eigen boek, "Vrouw en vrijheid", laat zien dat zij zelf die grens niet altijd respecteert:

“Een van de redenen dat ik niet enthousiast kan zijn over het huidige diversiteitsregime is dat moslims zich, ongeacht hun huidskleur, onder de noemer 'zwart' hebben weten te manoeuvreren - een truc die slaagde dankzij de newspeak 'islamofobie', waarmee islamkritiek wordt weggezet als ­racisme. Maar racisme houdt in dat men mensen als superieur of inferieur beoordeelt op grond van kleur of andere fysieke kenmerken die worden toegeschreven aan een verondersteld 'ras'.”

Ik herkende hierin islamofobie en gaf ChatGPT een open opdracht: “Analyseer dit citaat.” ChatGPT duidde het onmiddellijk als discriminerend: “Het gebruik van woorden als ‘truc’ en ‘newspeak’ suggereert een bewuste manipulatie van het debat door moslims of hun verdedigers. Deze framing is retorisch effectief, maar kan ook worden gezien als een vorm van ‘othering’, waarbij een groep wordt afgeschilderd als oneerlijk of misleidend.”

Withuis schildert moslims af als een groep die zich oneerlijk bevoordeelt, precies zoals in klassieke antisemitische narratieven joden werden beschuldigd van manipulatie om onverdiende voordelen te verkrijgen. Vervang in haar citaat het woord ‘moslims’ door ‘joden’ en niemand zou twijfelen dat de tekst antisemitisch is. Waarom twijfelen we dan wel wanneer het over moslims gaat? Dit komt doordat islamofobie in ons publieke debat vaker als legitieme kritiek wordt verkocht, terwijl het feitelijk gaat om discriminatie en haat.

Withuis versmalt de definitie van racisme tot alleen fysieke kenmerken zoals huidskleur. Dit is een onhoudbare opvatting. Al sinds de jaren zeventig erkennen zowel Nederlandse wetten als internationale verdragen dat rassendiscriminatie ook afkomst, etnische of nationale achtergrond omvat. Zo speelde Nederland een belangrijke rol in 1971 in het maken van het Internationale Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie. Dit verdrag stelt expliciet dat het juridische begrip ‘ras’ niet alleen fysieke kenmerken betreft maar ook etniciteit, afkomst en nationale achtergrond. De makers van het verdrag schrijven dat rassen niet bestaan in wetenschappelijk opzicht. Voor hen zijn rassen slechts sociale constructies. In het verdrag staat niet het begrip ‘ras’ centraal maar het fenomeen ‘rassendiscriminatie’, dus een specifieke manier om mensen te behandelen, als minderwaardig en rechteloos. Daardoor is het begrip ‘ras’ ook elastisch.

Artikel 137 over groepsbelediging en aanzetten tot haat werd in 1934 ingevoerd als reactie op het groeiende nationaalsocialisme en antisemitisme. Het doel was bescherming van bevolkingsgroepen tegen opruiende of discriminerende uitingen, met name jegens Joden. Joden zijn ook geen ras, maar toch worden ze beschermd door antiracistische wetten en beschouwen we antisemitisme als een vorm van racisme.

In 1971 is de wet verruimd: voortaan gold ook groepsbelediging op grond van ras, religie, levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap. Moslims worden dus niet op slinkse wijze als ras aangemerkt, maar vallen gewoon onder dezelfde wettelijke bescherming als ieder ander.

De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat discriminatie wegens nationale of etnische afkomst onder het begrip rassendiscriminatie valt. Zo veroordeelde de Hoge Raad in 2016 een man die tijdens een demonstratie riep: "Ali B. en Mustapha, ga toch terug naar Ankara," omdat dit een expliciete aanval was op afkomst en identiteit.

Withuis waarschuwt terecht tegen het bagatelliseren van racisme, maar gaat zelf voorbij aan de realiteit van discriminatie en haat tegen moslims. Haar visie leidt ertoe dat moslims als enige groep buiten de antidiscriminatiewetten zouden vallen, wat haaks staat op fundamentele rechtsbeginselen. Antidiscriminatiewetten mogen zelf niet discrimineren.

Kritiek is nuttig en noodzakelijk, mits gebaseerd op feiten en gericht op verbetering. Leugens en drogredenen zijn geen kritiek. Wat Withuis echter presenteert als kritiek, is in feite verdachtmaking en vijandigheid. Het verkopen van islamofobie als islamkritiek is een zorgwekkende trend waarin zij zelf een rol speelt.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor