Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom ons wereldbeeld leidt tot massale uitbuiting van dieren

  •  
16-07-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
2024 keer bekeken
  •  
ANP-450472318

De blinde vlek van het humanisme en antropocentrisme.

In de morele, culturele en intellectuele erfenis van de Verlichting staan twee begrippen centraal die vaak als verworvenheden worden gevierd: humanisme en antropocentrisme. Het humanisme benadrukt de menselijke waardigheid, autonomie en rede; het antropocentrisme stelt de mens centraal in de morele orde om het goede te doen. Wat zelden besproken wordt, is hoe deze twee denkrichtingen, hoewel ogenschijnlijk nobel, samen een wereldbeeld ondersteunen waarin structureel geweld tegen niet-menselijke dieren wordt gelegitimeerd en op grote schaal uitgevoerd.

De mens beschouwt zichzelf als het morele middelpunt van het universum. Deze opvatting heeft geleid tot een praktijk waarin de levens van miljarden dieren worden gereduceerd tot productiemiddelen. Terwijl we gelukkig discussiëren over mensenrechten, genocides, oorlogen en politieke kwesties, blijft het dagelijkse geweld tegen miljarden dieren buiten beeld – onzichtbaar, vanzelfsprekend en sociaal geaccepteerd. Dat morele onvermogen komt niet voort uit onwetendheid, maar uit een diepgeworteld geloof dat de mens superieur is aan al het andere leven. Een gepraktiseerde soortenleer.

Het begint bij de manier waarop we dieren categoriseren. Huisdieren worden - als ze geluk hebben - gekoesterd, wilde dieren worden beschermd mits ze niet in de weg zitten, maar landbouwdieren worden systematisch uitgebuit, andere dieren zijn er om op te experimenteren. Deze selectieve empathie is geen toeval, maar een cultureel aangeleerde hiërarchie die voortkomt uit het idee dat menselijke belangen bijna altijd zwaarder wegen dan die van andere soorten.

Een zuiglam – een lam dat nog melk drinkt – wordt met Pasen als delicatesse geserveerd. Men spreekt van traditie, familie en gezelligheid, terwijl het jonge dier op brute wijze werd gescheiden van zijn moeder en vervolgens gedood. De feiten zijn weinig controversieel: varkens worden op zes maanden geslacht, vleeskuikens op zes weken jong, kalveren op zes a acht maanden. In al deze gevallen gaat het om jonge dieren, nog in een ontwikkelingsfase waarin ze speels, afhankelijk en kwetsbaar zijn. Toch eten we ze zonder nadenken, met een glimlach op het gezicht. 

Dat we dit morele geweld kunnen verenigen met ons zelfbeeld als beschaafde, empathische mensen zegt veel over de kracht van culturele conditionering. We leren onszelf zien als goede mensen, ook als we daden stellen die, zouden ze tegenover mensen plaatsvinden, als barbaars worden bestempeld. Het geweld tegen dieren is dan ook niet het gevolg van individuele slechtheid, maar van een fout systeem dat moreel blinde vlekken institutioneel verankert.

Religie en cultuur spelen hierin ook een grote rol. In vrijwel alle grote religies is het gebruik van dieren toegestaan, vaak zelfs ritueel ingebed. De slachting van lammeren voor Pasen, het offerdier tijdens Eid al-Adha of Brisket (stoofvlees) voor Chanoeka – ze worden gezien als spirituele of sociale rituelen. Maar wanneer we dieren opofferen aan menselijke gebruiken, bevestigen we telkens opnieuw hun ondergeschikte status.

Ook seculiere mensen ontsnappen niet aan dit patroon. Integendeel. Vleesconsumptie wordt nauwelijks ter discussie gesteld, zelfs binnen progressieve milieus waar mensen zich inzetten voor mensenrechten, klimaat en rechtvaardigheid. Dat is opvallend, want de intensieve industrie is niet alleen moreel problematisch, maar draagt ook bij aan ecologische crises zoals ontbossing, watervervuiling, natuurverwoesting en klimaatverandering.

De weerstand tegen het erkennen van dierlijk lijden lijkt vaak ingegeven door cognitieve dissonantie. Wie erkent dat dieren lijden, moet zich ook verhouden tot de eigen rol in dat lijden. Daarom worden dieren gedegradeerd tot abstracte begrippen: "vlees", "product", "consumptiegoed". Taal speelt een belangrijke rol in het maskeren van geweld. We eten geen baby’s, maar kalfsvlees. Geen kinderen, maar varkens. De concrete werkelijkheid van een levend wezen dat voelt, lijdt en sterft, wordt daarmee weggefilterd. We zien objecten terwijl het gaat om subjecten zoals jij en ik.

Wie deze praktijken vergelijkt met historische vormen van onderdrukking, zoals slavernij of kolonialisme, krijgt vaak het verwijt van overdrijving of gebrek aan respect voor menselijke slachtoffers. Maar het punt is niet dat dieren en mensen geheel gelijk zijn in alle opzichten, dat zijn mensen onderling ook niet.

Het punt is dat morele uitsluiting op basis van soort – speciesisme – in dezelfde logica past als racisme of seksisme: het rechtvaardigen van overheersing op basis van vermeende superioriteit. Dit wil de moderne, beschaafde mens nog steeds niet inzien. Wij bezetten de aarde met alle nadelige gevolgen voor de andere bewoners van deze planeet. De bevrijding voor dieren is er na 5000 jaar menselijke beschaving nog steeds niet. De methoden om dieren uit te buiten nemen juist toe.

Wat dan? Moeten we allemaal radicaal veganistisch gaan leven? Mooi, maar niet per se omdat het weinig realistisch is. Helaas, wel een mooi streven. 

Wat absoluut nodig is, is een fundamentele heroverweging van onze plaats in de morele orde. Als we werkelijk geloven in waarden als empathie, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid, dan moeten we ook durven erkennen dat ons huidig wereldbeeld faalt: we vernietigen in plaats van het beschermen van miljarden kwetsbare levensvormen. Inzien dat imperialisme (bedreiging van leefgebieden dieren) en kolonialisme (in de vorm van bezetting natuur en economische uitbuiting dieren) bestaan.

Er zijn alternatieven voor vlees, vis, melk en kaas. Plantaardige voeding is toegankelijker dan ooit. Vleesvervangers zijn in opmars. Straks waarschijnlijk kweekvlees en 3D geprint.  Kennis over dierenwelzijn, cognitieve vermogens van dieren en de impact van de veehouderij op de planeet is ruimschoots beschikbaar. De stap naar verandering is vooral een mentale.

Het gaat echter om meer dan alleen voeding.

Van belang is dat humanisme en antropocentrisme ook worden bekeken vanuit de keerzijden. Dat er een foute historie is ten aanzien van het misbruiken van dieren. Het narratief moet veranderen. Een paradigmawisseling door fundamenteel anders te kijken naar de mens-dierrelatie. Inzien dat wij, de menselijk zoogdieren, geen natuurrechten hebben om te heersen over alle andere ddieren. Laten we onszelf niet als Goden zien 

We staan voor een rode ethische grens. Willen we doorgaan met een systeem dat jaarlijks vele miljarden dieren mishandelt en doodt en tegelijkertijd pretendeert beschaafd te zijn? Of durven we onze morele horizon te verbreden en werkelijk te streven naar een inclusieve ethiek, waarin ook niet-menselijke wezens meetellen? Daar zouden bewegingen zich gezamenlijk voor kunnen inzetten met tal van middelen. Een revolutie in denken en handelen zodat we ons eindelijk humaan gaan gedragen.

Wie die stap durft te zetten, hoeft geen heilige te zijn. Alleen bereidheid te tonen wat voorheen onzichtbaar leek te zijn – en daar consequenties aan te verbinden.

De bezetting van de aarde door de mens met de daarbij gehanteerde soortenleer is een wrede ramp. Wie het ontkent leeft in eigen bubbel of grot. Er is een oorlog gaande tegen dieren. Misschien kunnen we daar ook aandacht voor hebben.

Meer over:

opinie, dierenleed
Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor