Onderzoek laat zien dat slachtoffers vaak tot wel zeven keer teruggaan naar de pleger voordat ze definitief vertrekken. Niet omdat ze niet willen, maar omdat het niet altijd meteen kan.
Het klinkt zo logisch: als je in een gewelddadige of controlerende relatie zit, moet je gewoon weggaan. Maar zo simpel is het niet. In de praktijk is het vaak ontzettend moeilijk en soms zelfs gevaarlijk. Toch hoor je vaak: “Waarom blijft ze dan? Waarom gaat ze niet gewoon weg?” Die vraag laat zien hoe weinig we soms begrijpen van wat er echt speelt.
1. Waarom ze blijft hopen
Een gewelddadige relatie begint bijna nooit met geweld. Het begint vaak juist met liefde, warmte en aandacht. De pleger weet in het begin precies hoe hij het slachtoffer het gevoel moet geven dat ze speciaal is. Dit wordt de “idealisatiefase” genoemd. Maar als die liefdevolle momenten later steeds schaarser worden, blijft het slachtoffer vaak hopen dat het weer zoals vroeger wordt. Die herinnering aan betere tijden – hoe kort ook – is moeilijk los te laten. Het is alsof je in een casino steeds verliest, maar toch blijft spelen omdat je één keer hebt gewonnen.
2. Het slachtoffer raakt zichzelf kwijt
In een controlerende relatie bepaalt de pleger langzaam maar zeker alles: wat je doet, wie je ziet, wat je zegt. Dat gaat zo geleidelijk dat je het niet altijd meteen doorhebt. Voor je het weet, denk je dat de situatie normaal is, ook al is dat absoluut niet zo. Het slachtoffer raakt het contact met zichzelf kwijt, voelt zich onzeker en kan vaak niet meer helder denken. Ze gaat zelfs de pleger begrijpen: “Hij heeft ook een moeilijke jeugd gehad” of “Hij is gestrest, daarom doet hij zo.” Die empathie zorgt ervoor dat ze zichzelf steeds verder wegcijfert.
3. Ze staat er helemaal alleen voor
Veel plegers zorgen ervoor dat hun slachtoffer steeds meer geïsoleerd raakt. Vrienden, familie, collega’s – iedereen wordt op een afstand gezet. Misschien zegt de pleger dingen als: “Je familie begrijpt je toch niet” of “Je vriendinnen praten alleen maar onzin over ons.” Op een gegeven moment heeft het slachtoffer bijna niemand meer om op terug te vallen. Ook financieel zit ze vaak vast: geen spaargeld, geen eigen inkomen. Weggaan voelt daardoor alsof je in een diep gat springt zonder te weten waar je uitkomt.
4. Angst houdt haar gevangen
Veel slachtoffers blijven omdat ze doodsbang zijn. Pleger dreigt bijvoorbeeld: “Als je me verlaat, maak ik mezelf van kant” of “Ik neem de kinderen mee, dan zie je ze nooit meer.” Soms gaat het nog verder, zoals dreigen met fysiek geweld of iets doen met huisdieren. Slachtoffers weten vaak heel goed waar de pleger toe in staat is. Dat zorgt voor verlamming: wat je ook doet, het voelt alsof er alleen maar slechte opties zijn.
5. De buitenwereld snapt het vaak niet
Omstanders zien meestal maar een klein stukje van wat er echt gebeurt. Misschien zien ze een charmante, aardige partner die altijd helpt bij feestjes, of juist een slachtoffer dat geen woord durft te zeggen. Het hele plaatje kennen ze niet. Daardoor wordt het probleem vaak gebagatelliseerd. Het slachtoffer hoort dingen als: “Zó erg kan het toch niet zijn?” of zelfs “Nou, je weet toch dat hij zo is. Waarom maak je het dan niet uit?” Dit soort opmerkingen maakt het alleen maar moeilijker om hulp te zoeken.
Waarom begrip en steun zo belangrijk zijn
Weggaan uit een gewelddadige relatie vraagt om veel moed, voorbereiding en hulp. Het is niet iets wat je zomaar doet. Onderzoek laat zien dat slachtoffers vaak tot wel zeven keer teruggaan naar de pleger voordat ze definitief vertrekken. Niet omdat ze niet willen, maar omdat het niet altijd meteen kan. Ze moeten zichzelf weer vinden, een plan maken en vaak ook hulp zoeken.
In plaats van te vragen: “Waarom gaat ze niet gewoon weg?”, kunnen we beter vragen: “Hoe kan ik haar helpen?”Slachtoffers hebben geen oordeel nodig, maar een netwerk van mensen die hen begrijpen, steunen en helpen om een veilige toekomst op te bouwen. Dat is wat écht nodig is om te ontsnappen.