Marokko is geen land van melk en honing, er moet nog veel veranderen
Op social media zie ik veel aankondigingen en berichten van mensen die aanstaande zaterdag naar de protestmars in Rotterdam gaan, uit solidariteit voor de politieke gevangenen in Marokko. Mijn gedachten dwalen af naar die ene, koude en regenachtige zaterdag in november, vorig jaar. In Amsterdam trotseerde een handjevol mensen de kou en wind en verzamelde zich op het Museumplein voor de eerste demonstratie in Nederland, na de dood van vishandelaar Mohsin Fikri.
Op 28 oktober 2017 is het precies een jaar geleden dat Mohsin Fikri op tragische wijze de dood vond. Dit leidde tot een volksopstand in de Rif. Deze volksbeweging, de Hirak, onder leiding van onder andere Nasser Zafzafi, heeft inmiddels duizenden burgers op de been gebracht. Zowel in Marokko als in Europa protesteren mensen al een jaar lang voor vrijheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid. Men eist een einde aan corruptie en daarnaast basale zaken zoals goede gezondheidszorg, scholing en werkgelegenheid. Maar sinds de arrestatie van Nasser Zafzafi, en naast hem honderden andere activisten, staat nu vooral de vrijlating van de gevangenen bovenaan. Tientallen van deze gevangenen zijn al wekenlang in hongerstaking en sommigen bevinden zich in kritieke toestand.
Het proces van Zafzafi en andere kopstukken van de Hirak is nu meerdere malen uitgesteld en wordt telkens vooruit geschoven. Vandaag was er weer een zitting. In een glazen kooi, in de rechtbank vroeg Nasser Zafzafi of hij gebruik mocht maken van zijn spreekrecht. De rechter wilde daar niets van weten, waarop Zafzafi antwoordde met: “het belang van het vaderland weegt zwaarder en is belangrijker dan jouw rechtszaal”. Daarna wierp Zafzafi de bekende protestleus “Liever de dood dan vernedering” de zaal in. Hierop regeerden de overige gevangenen, die in een andere kooi stonden, door ook verschillende leuzen te scanderen. De advocaten en familieleden in de rechtszaal deden hier ook aan mee. Volgens bronnen, die vanmiddag ook aanwezig waren, is de zitting nu verschoven naar 31 oktober aanstaande.
Sinds mei 2017 zijn ruim 400 activisten en demonstranten opgepakt, waarvan een groot deel is veroordeeld voor ‘het ondermijnen van de staatsveiligheid’ of voor terrorisme. Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties worden zij in de gevangenissen gemarteld en vernederd. Dit geldt in het bijzonder voor de leiders van de Hirak, onder wie Nasser Zafzafi. Hij en onder andere journalist Hamid Elmahdaoui zitten in eenzame opsluiting. Zij hebben geen contact met andere gevangenen of familie en mogen maar sporadisch en kort hun isoleercel uit. Volgens Amnesty International is dat ook een vorm van marteling. Ondertussen worden andere journalisten, alsook advocaten, in Marokko het werk onmogelijk gemaakt. Ze worden verhoord of geïntimideerd.
Terwijl ik denk aan die ene koude dag op het Museumplein, realiseer ik mij dat nu, een jaar later, duizenden mensen zich aangesloten hebben bij de Hirak en de vele demonstraties in zowel Marokko als in Europa. Ook de mensen die eerst niets moesten hebben van protesten, want “demonstraties brengen alleen onrust en zijn een gevaar voor de stabiliteit in het relatief rustige Marokko”, zijn nu van gedachten veranderd en menen dat er iets moet veranderen. En dat de gevangenen, die gearresteerd zijn, omdat ze meeliepen in demonstraties, vrijgelaten moeten worden.
Wat een verschil met een jaar geleden. Het handjevol mensen op het Museumplein, dat toen niet alleen het weer trotseerde, maar ook de verwensingen, scheldpartijen, bedreigingen en intimidaties van tegenstanders van de protesten het hoofd had geboden, is nu uitgegroeid tot iets waar men niet meer omheen kan. De bewustwording van het onrecht en solidariteit voor de Hirak wordt steeds groter, wereldwijd. Ondanks de vele pogingen van de Marokkaanse overheid (ja, de propagandamachine werkt op volle toeren), om de volksbeweging te reduceren tot “een kleine groep onrustzaaiers”. Want wat de Hirak in de Rif ook met zich mee heeft gebracht is dat in heel Marokko mensen de straat opgaan om verandering te eisen. Het is niet alleen kommer en kwel in het noordelijk gelegen Rif. In verschillende andere gebieden van het land is men de corruptie ook meer dan zat.
In Europa wil men met de acties de vrijlating van gevangenen bewerkstelligen door de internationale druk op Marokko op te voeren. Na een jaar van protest, is men nu ook overgegaan tot het lobbyen bij internationale organisaties zoals de Europese Commissie en de Verenigde Naties. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen. In september heeft de Verenigde Naties bij monde van de mensenrechtenraad Marokko gedeclasseerd naar de lijst mensenrechten-schendende landen zoals China, Iran en Saudi-Arabië.
Marokko is inderdaad ‘relatief rustig’, als je het land vergelijkt met landen als Syrië, Irak of Libië. Maar het is geen land van melk en honing en er moet nog veel veranderen. Heel veel. Eén jaar Hirak heeft in ieder geval de pijnpunten blootgelegd en de wereld wakker geschud. De bewustwording bij veel mensen, van hoe broos vrijheid en sociale gelijkheid kan zijn, is een gevolg van een jaar lang protesteren. Van een jaar lang volhouden.
Ja, zaterdag 28 oktober sta ook ik op het Schouwburgplein in Rotterdam. Hand in hand naast, naar alle waarschijnlijkheid, duizenden anderen. Ook als het regent. Niet alleen om er verslag van te doen. Ook uit solidariteit. En dan zullen mijn gedachten ongetwijfeld weer afdwalen naar die koude novemberdag in 2016. En ik zal beseffen dat wanneer een volk opkomt voor haar rechten, we allemaal Hirak zijn. Waar ook ter wereld.