Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

We liepen de mars naar Gaza namens velen - We zijn tegengehouden en gekooid, maar onverslagen

  •  
27-06-2025
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
2002 keer bekeken
  •  
1000094619

Foto: Ineke Palm

Langzaam dringt door dat Palestina als bezet land het recht aan haar kant heeft.

Ondanks dat onze pogingen vrijdag om Ismaïlia – de eerste halteplaats van onze mars – te bereiken, gestuit waren op de breed ingezette Egyptische politiemacht (zie verslag van de Mars naar Gaza), gaven we het niet op. In het weekend namen we filmpjes op vanuit Caïro om ons te verbinden met de Rode Lijn-actie zondag in Nederland. Samen met de 150.000 mensen in Den Haag trokken we de Rode Lijn. De wereld mag het niet toelaten dat een heel volk wordt uitgemoord en uitgehongerd.

De lange arm van de Egyptische regering
Het was een hele nieuwe ervaring, om te voelen hoe de macht van een autoritaire regering doordringt in een hele samenleving.

Zo waren er onze aanhoudingen op het vliegveld, tijdens de acties vrijdag en tot in hotels toe. Deelnemers werden aangehouden, zonder enige uitleg. Dat vindt het Egyptische regime kennelijk niet nodig. Ook waren er de bedreigingen richting taxichauffeurs die vrijdag de moed hadden ons richting Ismaïlia te willen brengen. Als ze met ons verder zouden rijden “nemen we je je wagen af”, kregen ze te horen. Of nog erger, bij het militaire checkpoint in de buurt van Ismaïlia:“Nog een keer en je ziet nooit meer het licht.”

Dan was er de parate ME. Overal in Caïro stonden een soort ME-wagens in de startstand, zoals op en rond het Tahrirplein. Mijn droom om een kleine actie op dit plein te doen, was dan ook snel over. “Je bent binnen twee minuten weggeveegd”, appte mijn Egyptische vriendin uit Rotterdam en ik snapte haar helemaal toen ik het Tahrirplein verkende.

Hoewel Egypte vluchtelingen uit Gaza geen verblijfsrechten geeft – ook de rest van de wereld maakt overigens geen aanstalten om hen op te nemen – voelen vrijwel alle Egyptenaren veel sympathie voor de Palestijnen. Er zijn dan ook meerdere hulporganisaties in Caïro. Bijvoorbeeld het Palestijnse netwerk Egypt met de Pali Boutique, een grassroots hulporganisatie opgezet door Palestijnse vrouwen en vrijwilligers in Caïro; Sanad Initiative (werkt deels samen met Pali Boutique) en is gericht op zelforganisatie van Gazanen in Egypte; GUPW, de Egyptische tak van de General Union of Palestinian Women; UNRWA – Caïro Office, Officieel VN-orgaan, permanent actief, ook in samenwerking met lokale initiatieven. Binnen veel van die organisaties heerst er veel angst.

Gazanen die vluchten zouden overigens ook nooit meer terug kunnen, denk aan de Nakba van 1948. Naar schatting zo'n 130.000 Palestijnen muurvast in Egypte sinds ze de verwoestende Gaza-oorlog zijn ontvlucht.

Met het Palestijnse netwerk lukte het contact te leggen, het is echter niet gelukt een ontmoeting te organiseren. Ze hadden ons graag ontmoet maar durfden het niet aan. We kregen te horen: “We zijn twee weken gesloten omdat we vreesden dat onze organisatie in gevaar zou komen. We willen geen aandacht op onszelf vestigen. Ik weet zeker dat de autoriteiten de bewegingen van de mensen die aan de mars deelnemen, nauwlettend in de gaten zullen houden.”

Ze waren gesloten vanwege de mars, net als anderen die soortgelijk werk doen. Daar schrok ik van. Een onbedoeld neveneffect.

Mijn nichtje Tobiah die als journalist veel Egyptische activisten ontmoette, sprak onder meer een Egyptische schrijver. Hij was ontroerd door het grote aantal mensen dat voor Palestina was komen  opdagen, maar waarschuwde ook: “Ik hoop alleen dat mensen niet te ver gaan. Als je de politie blijft provoceren, zijn wij het, de activisten, schrijvers en journalisten in Caïro die de prijs zullen betalen. Ze zullen ons beter in de gaten houden. Zelfs nadat jullie weg zijn.” Hier hielden we uiteraard ook rekening mee in onze acties.

Via een Rotterdamse vriend met een Palestijns contact in Caïro is het wel gelukt gesprekken te voeren met Palestijnse vluchtelingen uit Gaza (zie ook verslag mars, 17 juni). Deze gesprekken inspireerden enorm om de strijd voort te zetten.

Nederlandse delegatie houdt vol
Maandag en dinsdag discussieerden we in onze gezamenlijke vergaderingen wat nog wel aan actie mogelijk was. We vormden onder leiding van Mo Kotesh een hecht en goed samenwerkend team. Maandag voerde de internationale delegatie gesprekken met ambassades met het verzoek om steun. Alleen de Griekse ambassade steunde hun tweehonderdtalige delegatie volledig. De rest niet. Dat beperkte onze mogelijkheden om een grote afsluitende actie met meerdere delegaties te doen, zoals onze eerder bedachte plannen in het Grieks cultureel centrum of bij de eigen ambassades.

De Egyptische autoriteit hield de delegaties te goed in de gaten. Nog steeds hoorden we dat mensen in hotels werden aangehouden en via het vliegveld werden gedeporteerd. Steeds meer delegaties gaven er de brui aan. Negen van de vijfendertig delegaties, waaronder de Nederlandse, gaven het nog niet op. Een gezamenlijke actie zat er echter niet meer in. Dus besloten we als Nederlandse delegatie dinsdagavond op een schip af te sluiten met de Palestijnse vlag en woensdag en donderdag acties te doen in kleine groepjes. Helaas zijn dinsdagavond voor de actie ook drie mensen van onze delegatie opgepakt bij hun hotel en – na een nacht in een politiebus – op het vliegtuig gezet. Dat was een domper voor de hele groep.

Dat hield ons echter niet tegen onze stem te blijven laten horen.  Zoals Rosa Luxemburg zei: “Het meest revolutionaire dat je kunt doen is altijd luid verkondigen wat er gebeurt.”

Onze kleine acties
Voordat we vertrokken uit Egypte wilden velen van ons nog een statement maken.

Zo liepen Lütfiye, Meryam en Dojan 15 kilometer in de hitte voor de Palestijnse mensen die dag en nacht in honger en dorst op hun einde wachten. Lütfiye: “We hebben ons schuldig gevoeld dat wij dorst kregen tijdens de wandeling. Het was een eer maar nog geen korrel bij wat de mensen in Palestina meemaken.” Ze hadden het ook even moeilijk bij checkpoint waar ze werden ondervraagd. De politie wilde weten waar ze naar toe gingen, geloofde hun verhaal niet en wilde hen in hun politiebusje naar een veiliger plek brengen. Ze kwamen eruit danzkzij Meryam, die de taal sprak.

Branka – in het begin vergezeld door Zühâl – liep kilometers in het gebied van de piramiden van Gizeh. Deze behoren tot de bekendste en oudste bouwwerken van de mensheid. Zij had daar haar eigen Palestina momentje met de Palestijnse vlag. Ze vertelt:

“De Global March to Gaza werd geblokkeerd.
De vlag verboden. De wegen afgesloten.
Toch kwamen we. Toch liepen we.
Ik droeg deze vlag langs blokkades en checkpoints.
En hier, bij de piramides, vond ze een plek.
Niet uit moed. Maar omdat zwijgen geen optie is.
Palestina verdient zichtbaarheid, niet stilte.”

Anita, Oscar en Zeina wilden met ons alle namen van vermoorde Gazanen voorlezen. Zühâl las haar namen voor op het vliegveld in Caïro. Het project loopt nog door in Nederland.

Ikzelf liep donderdag ruim 20 km door de woestijn. Het voelde alsof ik toch een stukje van de mars liep, op weg naar Rafah. Ik wilde vooral een beetje voelen hoe de Gazanen zich voelen die steeds worden opgejaagd. Nou het was zwaar, zeker in de middag in de brandende zon. En dan heb ik nog geen zware bepakking en kinderen bij me, noch het Israëlische leger achter mij aan. Ik heb geen woning en of veel familieleden verloren. En ik leef niet voortdurend in angst.

Hoewel we niet in de buurt kwamen, moeten de Gazanen gevoeld hebben dat we er waren. Met duizenden mensen uit de hele wereld, om hun rechten op te eisen. Ze moeten gevoeld hebben dat ze niet alleen staan, niet geïsoleerd zijn. Dat is wat we van ons maatje Zeina leerden, opgegroeid in Libanon tijdens de oorlog met Israël: “Het ergste was het gevoel van totale isolatie”, vertelde ze.

Namens artsen voor Gaza las ik op verschillende plekken namen voor van vermoorde artsen en zorgverleners.  Ook op het einde, waar een aantal werkmannen op een bankje onder een schaduwrijke boom zaten. Toen ik hen vertelde waar ik mee bezig was, werden ze enthousiast: "Wat Israël doet is ronduit wreed en barbaars”, zeiden ze.

Op Egypte waren ze trots. “Egypte is een land vol geschiedenis, schoonheid en warmte. Maar wat het echt bijzonder maakt zijn de mensen – Egyptenaren zijn vriendelijk, gastvrij en vol leven. Er is hier een bepaalde charme die blijft hangen. Egyptenaren staan bekend om hun warme hart en sterke geest. Waar je ook komt, je vindt altijd een glimlach, lekker eten en mensen die je als familie behandelen." Ik ben dat wel met ze eens.

In de avond was er nog een ontmoeting met een tandarts uit Gaza, Fatema. Zij heeft twee kinderen waarvan de jongste is geboren tijdens de oorlog. Haar man, ook tandarts, werkte aan de universiteit in Caïro. Fatema wilde haar kind in Gaza geboren laten worden dus bleef ze bij haar familie in Noord-Gaza toen de oorlog begon. Een van haar zussen is gedood, met haar hele familie. Een andere zus is gewond, haar kind heeft door een rookbom een zware verbranding opgelopen, een oma is gestikt. Fatema is met haar ouders en broers naar Khan Younis getrokken. Daar is haar kind geboren. Na de geboorte zijn ze verder gevlucht, richting de grens met Egypte. Haar baby was tien dagen oud. Ze moest snel doorlopen en kon dat bijna niet. Nog zwak van de bevalling, een kind in haar arm en de andere aan haar rok. Ze moest 15.000 dollar betalen voor haarzelf en haar gezin. Dat bedrag heeft ze in een maand bij elkaar gebracht door bijdragen van iedereen. Ik vertelde Fatema over artsen voor Gaza, over onze acties tegen de oorlogsmisdaden waaronder de opzettelijke vernieling van ziekenhuizen en vermoorden van artsen en andere zorgverleners en liet haar de lijst van vermoorde tandartsen zien. Ze kende vrijwel iedereen.

We liepen de mars namens velen
Op 20 juni in de vroege ochtend vertrokken we uit Caïro. In het vliegtuig durfden we eindelijk weer onze Palestijnse kufiya’s te voorschijn te halen en “Free, free Palestine” te roepen. Tijdens de wachttijd in Istanbul organiseerde Lütfiya nog een kleine actie met de vlag.

We zijn aangevallen en gekooid, maar onverslagen.

Op Schiphol stond een ontvangstcomité klaar met een spandoek van de dames die eerder waren uitgezet. Samen deden we nog een kleine demonstratie door de luchthaven. Thuisgekomen trof ik een bloeiende olijfboom, Palestina in mijn tuin. En vanaf vrijdag, waar ik ook kom, word ik door mensen aangesproken: op straat, de markt, winkels en ontmoetingsplekken. Iedereen wil weten hoe het was, velen hebben ons gevolgd. We liepen de mars namens velen.

Het grootste deel van de wereldbevolking heeft er genoeg van. Mensen kunnen het niet langer aanzien, de beelden van uitgemergelde kinderen en de vele vermoorde mensen. Genocide, uithongering, etnische zuivering, apartheid, het gaat te ver.

Langzaam dringt door dat Palestina als bezet land het recht aan haar kant heeft. De onafhankelijkheidsstrijd van de Palestijnen is legitiem, net als de vrijheidsstrijd van Algerijnen tegen Frankrijk en de Indonesiërs tegen Nederland. Zelfs gewapend verzet is legitiem, hoewel dat uiteraard niet tegen burgers gericht mag zijn.

Na ruim 20 maanden wordt ook steeds kritischer gekeken naar Israël. Wordt er niet meer alleen gesproken over het recht op zelfverdediging van Israël. En hoezo zelfverdediging, Israël is de bezetter. En een bezettende macht heeft niet het recht zich te verdedigen tegen een dreiging afkomstig uit een gebied dat het controleert. Overigens heeft het Internationaal Gerechtshof in 2024 gesteld dat de Israëlische militaire bezetting van Palestijns gebied in haar geheel illegaal is, omdat het een schending is van de rechten van het Palestijnse volk.

Onze westerse regeringsleiders durven echter nog steeds niet op te treden. Het is een bende laffaards. Ondanks het strenge interne Europese rapport (resultaat onderzoek op initiatief van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken) waaruit blijkt dat Israël mensenrechten schendt (iets wat al lang duidelijk was), komen er géén sancties en wordt het Associatieverdrag níet opgeschort. De EU komt niet verder dan eens te gaan “praten” met Netanyahu – een oorlogsmisdadiger aangeklaagd door het Internationaal Strafhof – over het strenge rapport dat ze hebben geschreven. Het is absurd. Volgens VN-rapporteur Francesca Albanese zouden we de Europese politici moeten aanklagen vanwege hun medeplichtigheid.

Het zal moeten komen van de miljoenen mensen overal op de wereld die zich hier niet bij neerleggen, de leugen geen toegang geven en blijven doorgaan. Tot de wereld inziet dat je niet selectief kunt omgaan met het internationaal recht. Tot Palestijnen ook als volwaardige mensen worden gezien met volwaardige rechten. Zoals het recht op zelfbeschikking. Free, free Palestine!

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor