Over journalistieke zelfkritiek (en het gebrek daaraan).
Door een speling van het lot kwam ik ter aarde op 4 mei. Elke verjaardag om acht uur twee minuten stilte, meestal voor de televisie kijkend naar de Dam, soms in levende lijve bij een herdenking. Daarna keken we Soldaat van Oranje of het Meisje met het rode haar. Later Schindler’s List, Zwartboek en al die andere films.
Honderden documentaires moet ik hebben gezien over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, vele boeken gelezen. Ik bezocht musea en voormalige concentratiekampen, maakte werkstukken over de Jodenvervolging (waarvoor ik met een klasgenootje de destijds nog onbekende Maarten van Rossem interviewde). Allemaal om antwoorden te vinden op die ene vraag: hoe kon dit gebeuren?
De afgelopen anderhalf jaar ben ik dat afschuwelijk genoeg iets beter gaan begrijpen.
Na de gruwelijke moordpartij van Hamas op 7 oktober 2023 zei Israël zichzelf te willen verdedigen en terreur te willen bestrijden. Dit ontaardde al heel snel in een nietsontziende wraakcampagne, etnische zuivering en inmiddels genocide. Op 18 oktober 2023 al trof Ramsey Nasr een internationaal publiek in het hart met zijn optreden bij Khalid en Sophie. Op 20 oktober had Amnesty bewijs dat Israël hele families vermoordde. De eerste protesten ontstonden, vooral op universiteiten, zoals altijd.
Geërgerde stukken
Natuurlijk hadden alle media het hierover, omfloerst. Maar vooral herinner ik me van die tijd hoe geërgerde stukken verschenen over die protesten: allemaal antisemieten, die demonstranten. Op 1 december plaatste Trouw een groot stukvan Ralf Bodelier over de ‘selectieve verontwaardiging van links Nederland’. Alsof mensenrechten een politieke kleur hebben.
Onze kranten, de meerderheid van onze politici, ze keken aanvankelijk weg, de laatsten moedigden zelfs aan. Politici spraken hun afkeuring uit. Niet over de misdadigers, maar over degenen die tegen de misdaden demonstreerden.
Elke krant had zijn eigen dwarse stukjesschrijver die onvermoeibaar meningen spuide zoals dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten was met het meest morele leger ter wereld. Er moest orde op zaken worden gesteld. En die Palestijnse kinderen, die hadden het er zelf naar gemaakt. Terroristjes in de dop.
Worstelen met woorden
Toen het Palestijnse bloed nauwelijks nog van onze schermen te poetsen was, werden sommigen van hen bescheidener, stiller, anderen kozen voor de frontale aanval en toonden zich genadeloze apologeten van genocide (hallo Het Parool).
Zo ging dat dus, ontmenselijking. Zo gaat het. Onder onze ogen. Met toestemming van onze regering. En kranten die worstelden met woorden.
Persoonlijke verhalen
Tussen de drie kwaliteitskranten ontstond allengs een verschil. NRC publiceerde een enorm verhaal over de honderden gedode en vermoorde collega-journalisten. Trouw ruimde de voorpagina in voor tientallen namen van gedode babies, ze hadden die dag de hele krant kunnen vullen met doden. Indrukwekkende pagina’s. Op de dag voor de grote demonstratie in Den Haag trok Trouw een Rode Lijn dwars door de krant heen. NRC en Trouw spraken in hun commentaren over genocide.
De Volkskrant had een prachtig stuk van Ramsey Nasr en een schitterende productie met foto’s van Sakir Khader en tekst van Michael Persson. Maar dit bleven persoonlijke verhalen. Je kon je afvragen of de redactie die verhalen wel begreep, of hun stille schreeuw wel gehoord was. Want waar bleef het onderzoek? Waar bleven de interviews met genocide-experts?
Briefwisseling met de hoofdredacteur
Tot op de dag van vandaag weigert de Volkskrant te spreken over genocide. De afgelopen week had ik daarover een briefwisseling met de hoofdredacteur die, denk ik, iets zegt over de vraag hoe de genocide in Gaza kan gebeuren. Hoe kan het dat westerse politici zich comfortabel blijven voelen bij hun steun voor een regime dat massamoord begaat? Ik denk dat onderstaande een fractie van een antwoord bevat.
“Er komen continu gruwelijke beelden binnen, video's en foto's, maar omdat er bijna geen westerse verslaggevers in Gaza actief zijn, blijft het vaak een raadsel wat er precies gebeurt achter de zichtbare werkelijkheid,” schreef de hoofdredacteur.
Hij noteerde dat ‘Israël geen fotografen en verslaggevers [Gaza] binnen laat’. Over het lot van de honderden (veelal Palestijnse) verslaggevers die al in Gaza aanwezig waren repte hij met geen woord: sinds 7 oktober 2023 doodde en vermoordde Israël ongeveer 200 van zijn collega’s, volgens Reporters without Borders en de Committee to Protect Journalists.
Sikkeneurige mail
Op sociale media smeet ik de hoofdredacteur alvast wat kritiek naar zijn hoofd. Daarna kroop ik maar weer eens in de pen en stuurde een zoveelste ingezonden briefje. Ik eindigde met de vraag: wat bedoelde de hoofdredacteur met die opmerking over westerse journalisten?
De opinieredactie drukte mijn brief niet af. Wél ontving ik tot mijn verbazing een persoonlijke mail van de hoofdredacteur, die mij eerder had laten weten geen prijs te stellen op mijn post, wat ik had gerespecteerd.
Zijn brief voelde vertrouwd. Het was een sikkeneurige mail met als teneur dat hij altijd verkeerd begrepen wordt. Hij erkende dat hij zorgvuldiger had moeten formuleren en dat hij de vermoorde journalisten had moeten noemen. Misschien was zijn toon te afstandelijk geweest, maar verder was hij vooral verongelijkt dat steeds minder mensen bereid zijn om misverstanden op te helderen. Over die misverstanden hieronder meer.
De krant plaatste een ander kritisch briefje, maar zonder de vermoorde journalisten te noemen. In mijn ogen was de mail van Klok aan mij persoonlijk een manier om die kritiek uit de krant te houden, al bezwoer de opinieredactie mij later dat zulks niet het geval was.
Mijn suggesties
Ik wist niet goed hoe te reageren op zijn mail. Als ik vrijuit zou schrijven, zou ik terstond de aandacht verliezen vanwege de toon. Als ik zou onderbouwen wat er in mijn ogen mis gaat, had ik veel woorden nodig. Mij werd verzocht om suggesties. En die had ik. Dus ik antwoordde (dit is een bewerkte versie):
Werkte ik bij de krant, ik zou Sinan Cankaya en Berber van der Woude uitnodigen voor een lunchlezing. Of Ahmed Abofoul, advocaat bij het Internationaal Strafhof. Of Mouin Rabbani. Of Itai Bar, die veel journalisten in Israël/Palestina heeft begeleid (inmiddels naar Nederland gevlucht voor wat hij zelf het judeo-fascisme noemt). Of misschien een basiscursus internationaal recht voor sommige redacteuren, met de juiste woorden voor de juiste situaties. Doel: leren en de blik van de redactie verfrissen.
Unapologetic
Ik zou Perfect Victims lezen van Mohammed El Kurd. Belangrijker nog: interview hem, hij zal de lezer nieuwe inzichten geven en dat gaat veel ingezonden brieven opleveren, want hij is ‘unapologetic’. Lees het ijzingwekkende dagboek van Rita Baroud in NRC en vind iets vergelijkbaars.
Interview de Israëlische historicus Lee Mordechai, de genocide-experts Amos Goldberg, John Dugard, Omer Bartov, Raz Segal of een van hun tientallen collega’s, of de jurist Omer Shatz, die een 170 pagina’s tellende aanklacht over aanzetten tot haat leverde aan het Strafhof. Bel het NIOD, dat tegenwoordig ook van ‘genocidaal geweld’ spreekt. (Vier dagen na mijn mail publiceerde de Volkskrant dit interview!).
Schrijf een groot stuk over apartheid. Heeft nog nooit in een Nederlandse krant gestaan. Sommige Volkskrant-verslaggevers schrijven geweldig over de gevolgen van apartheid (geen bescherming voor bedoeïenen), maar de context ontbreekt. Schrijf het eens op. Laat je inspireren door interactieve kaarten als deze: https://conquer-and-divide.btselem.org/map-en.html.
Recht op zelfverdediging
Stel andere vragen: Hoe zou een boycot eruit kunnen zien? De Volkskrant op 19 augustus 2024: “De Oekraïense inval in de Russische regio Koersk is, hoe zij ook afloopt, een indrukwekkende en voorbeeldig geplande én uitgevoerde verrassingsaanval.” Aanvallen met drones op Moskou: idem.
Zou de Volkskrant zo schrijven over een Palestijnse aanval op Israël? Hebben Palestijnen na 58 jaar bezetting óók recht op zelfverdediging? Zijn Israëlische politieke en militaire leiders legitieme doelwitten, zoals Hamas-leiders dat zijn?
Zijn Nederlandse bewindspersonen mogelijk medeplichtig aan oorlogsmisdaden? Antwoord: ja, goede kans: https://www.nederlandrechtsstaat.nl/zijn-bewindslieden-medeplichtig-bij-door-israel-gepleegde-oorlogsmisdrijven/ ? Als de Volkskrant, zoals we altijd moeten horen, voor alle perspectieven open staat, waarom lezen we zulke dingen dan nooit?
Géén inhoudelijke reactie
Andere suggestie: erken fouten. Reik mensen de hand. Luister. Maar luister echt. Dat vinden veel journalisten in weerwil van hun vak niet gemakkelijk als het over hun vak gaat. De Volkskrant heeft geen ombudsman meer. Stel die weer aan. Er is voor lezers en luisteraars geen andere manier dan de redactie direct te schrijven.
En als die niet reageert, gaan mensen, zoals ik, die dat vervelend vinden omdat ze denken iets zinnigs te zeggen, publiekelijk reageren. Een doodenkele keer reageert de hoofdredacteur daarop. Zoals naar Hassnae Bouazza: ‘meisje dit is geen commentaar’, met een dode link erbij. Nul inhoud, gewoon helemaal géén inhoudelijke reactie.
Keuzes toelichten
Waarom voert de Volkskrant dit debat niet openlijk? Waarom lezers persoonlijk mailen, in plaats van in het openbaar verantwoording afleggen over wat goede journalistiek is?
Een hoofdredacteur van een krant behoort tot de machtigste mensen in de journalistiek. Daar hoort keuzes toelichten bij, juist over de allerbelangrijkste en allermoeilijkste onderwerpen. Iedereen maakt fouten, sommigen meer dan anderen, maar we komen alleen verder als we die erkennen. Ik zie het niet.
Kom ik op mijn beweegredenen.
Op zaterdag 10 mei schreef Haro Kraak een stuk in de Volkskrant over de machteloosheid die ons allen overvalt bij het zien van massamoord. Dat is de reden waarom ik vele mails heb geschreven aan de drie kwaliteitskranten, Trouw, NRC en de Volkskrant, in de hoop dat ze hun stukken zouden verbeteren.
Slip of the pen
Want hoezeer Klok het ook anders bedoelde, het onderscheid tussen westerse en niet-westerse journalisten was een meer dan ongelukkige keuze. Als dit al een ‘slip of the pen’ was, dan een heel veelzeggende. Wie dat niet ziet, heeft een blinde vlek. Een vrij kolossale blinde vlek. In zo’n geval helpt het om mensen om je heen te verzamelen die daar op kunnen wijzen. En als je nooit bedoeld hebt om je koloniaal uit te drukken, dan kom je daar een week later toch op terug?
Wat voor journalisten misschien een oprechte journalistieke vraag is (hoe zit het nu eigenlijk?) lees ik op zijn best als gebrek aan kennis en op zijn slechtst als verwarring zaaien over de vraag hoe het kan dat er geen voedsel is. Zelfs als dat onbedoeld gezaaide verwarring is, dient dat een belang: dat van de bezetter. Wie dat niet begrijpt, begrijpt ‘het conflict’ niet. Het is geen conflict, in de eerste plaats, het is een invasie, een illegale bezetting, een etnische zuivering, vergelijkbaar met Rusland, maar dan erger, veel erger, en dan mét westerse steun.
Het ging mij dus niet alleen om die westerse en niet-westerse journalisten. Zij waren slechts ‘the straw that broke the camel’s back’. Klok zijn hele stuk ademt onbegrip van illegale bezetting en internationaal recht. Tot mijn schrik herhaalde Klok in zijn mail vervolgens wat hij in zijn stukje schreef: het is een raadsel wat er gebeurt. Die opvatting was dus géén ‘slip of the pen’. Hij meende het.
Israëlische PR-machine
Maar het is geen raadsel wat er gebeurt. Je kunt dat duizend keer herhalen, maar dat maakt het net zo waar als wanneer je blijft zeggen dat de aarde plat is. Wat in Gaza gebeurt is meer dan duidelijk. Israël knijpt de toevoer van voedsel en hulp af, doelbewust. Ver voor 2023 was dit al beleid: zoek op ‘calories, Gaza, occupation’. Dat is een oorlogsmisdaad.
Sterker nog: Israël is als bezettende macht verplicht om de bevolking te voeden en van medische hulp te voorzien. Zie de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van januari 2024, zie ook de motivering voor de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof tegen Gallant en Netanyahu waarin uithongering een belangrijke onderbouwing is. Elk stuk dat anders beweert, zal door de Israëlische PR-machine met applaus worden begroet. Dat zijn er helaas vele.
Gedood en vermoord
Tussen haakjes meldt Klok dat hij de moord op zijn Palestijnse collega’s had moeten noemen. Alsof de dode Palestijnse journalisten een detail zijn dat hem even ontglipte. Hun dood is geen detail. Het is iets heel groots: er zijn honderden journalisten omgekomen, gedood en vermoord, meer dan ooit tevoren, en nog veel meer hulpverleners, duizenden. Maar noch het woord moord, noch het woord dood, noch het woord uithongering, kwam in zijn stukje voor.
Dat Israël een actieve politiek van uithongering voert, is iets wezenlijk anders dan dat Palestijnen honger hebben. Dat is geen ‘misverstand’, dat is een feitelijke onjuistheid, een fout. Je kunt dan in een hoofdredactioneel stuk over journalistieke ethiek niet zeggen: oeps, vergeten.
En áls je dat vergeet, herstel dat dan in de krant, bijvoorbeeld in je eigen stuk of met een ingezonden brief.
Genocideverdrag
De Volkskrant vermijdt al anderhalf jaar het woord genocide omdat volgens het hoofdredactioneel van november 2024 een rechter nog moet oordelen. Dit is geen beste interpretatie van het genocideverdrag volgens de Nederlandse Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken.
Ja, woorden liggen gevoelig, definities doen ertoe, maar wacht in vredesnaam niet op een juridisch oordeel, want 1. staten hebben volgens het genocideverdrag de plicht om genocide te voorkomen, en 2. hoe kun je een misdaad proberen te voorkomen die al gepleegd is?
Experts in NRC schaarden deze redenering onder “misverstanden en simplificaties”. In de Volkskrant noemde een NIOD-expert dat argument “ontwijking”.
De hoofdredacteur bepaalt de toon
Dit is meer dan een woordenstrijd waar slachtoffers geen zak aan hebben. We hebben het hier over mogelijk strafbare medeplichtigheid van de Nederlandse regering aan wat de krant ook omschreef als ‘de totale vernietiging van Gaza en zijn inwoners’. Wat is ‘de totale vernietiging’ anders dan genocide? Nederland leverde de wapens. Op dit punt wilde ik het wel uitschreeuwen, maar de hoofdredacteur bepaalt mijn toon, want anders luistert hij niet.
Dus antwoordde ik, calm and collected: onze regering heeft ons medeplichtig gemaakt aan volkerenmoord. Dáár zou een redactie de regering op kunnen, nee moeten, aanspreken. Maar dan moet de krant dat woord wél zelf gebruiken. En dan moet je géén Haagse verslaggevers hebben die deze kennis missen, of weigeren toe te passen.
Lichtgeraakt
Het blijft op eieren lopen om journalisten niet te ontrieven, velen zijn lichtgeraakt bij weerwoord. Wie aantoont dat hele alinea’s voor de goede verstaander lezen als de Israëlische woordvoeringslijn, krijgt als reactie dat ‘ie niet zo moet polariseren. Laat dat even op u inwerken: het is polariserend om kritiek te hebben op aantoonbaar slechte journalistiek.
Ook de brief van de hoofdredacteur dankte ik aan mijn ‘beleefde’ toon. Mijn beleefdheid werd beantwoord met de opmerking dat Klok bij mij “fanatisme en onverzoenlijkheid” ontwaart. Voor genocide en apologeten van genocide heb ik weinig tolerantie, dat klopt, en ik heb ze liever niet in de krant.
Huisblad van de PVV?
In een korte passage die ik hier zal parafraseren, werd Klok zijn journalistieke visie duidelijk. We moesten zoeken naar een gedeelde werkelijkheid en een onweerlegbare, door niemand meer te ontkennen waarheid. Hij verwees daarbij naar de mening van een Kamermeerderheid. Deze passage verbaasde en verontrustte me.
Dit punt – dat niemand het kan ontkennen – zal immers nooit komen. Altijd zullen idioten dingen blijven ontkennen. Sommige Kamerleden ontkennen de apartheid in Zuid-Afrika tot op de dag van vandaag (niet toevalligerwijze diezelfde Kamerleden die zo dol zijn op Israël). Wil je als krant wachten tot zulke lieden het licht hebben gezien? En wat maakt het de krant in vredesnaam uit wat de Tweede Kamer doet of vindt? Het is toch geen huisblad van de BBB of de PVV?
Serieuze misser
Met naam en toenaam prees ik vervolgens enkele Volkskrant-journalisten die goed tot uitmuntend werk doen. Ik wees op anderen die soms duidelijk niet weten waar ze over praten – wat ik ze niet kwalijk neem, want je kunt als bureauredacteur niet alles weten.
Toch sluipt door gebrek aan kennis soms Israëlische propaganda de krant in. Dat zit hem in kleine dingen – koppen, aanhef, eerste alinea’s, te veel vertrouwen in Israëlische woordvoerders, het dagelijkse journalistieke werk. Maar soms ook in grote: een parlementair verslaggever die letterlijk opschrijft wat de wegens wandaden ontslagen woordvoerder van Netanyahu beweert, dat is een serieuze misser.
False balance
Voor mij is de essentie van journalistiek waarheidsvinding en controle van macht. Veel redacties kiezen net als Klok al jaren voor ‘alle perspectieven een plek geven’ en het zoeken naar een ‘gedeelde werkelijkheid’. Dit vind ik een denkfout van ‘false balance’. Hierbij leggen experts het altijd af tegen mensen met een mening. Nota bene de Volkskrant zelf, biedt hiervoor een schitterende illustratie.
In de podcast interviewde Gijs Groenteman enige weken geleden genocide-expert Alma Mustafic. Zij legt verschillende stappen uit in het proces dat leidt tot genocide, waaronder het bagatelliseren en ontkennen van genocide. Ze noemt daarbij de rol van media en zegt onder meer:
“Wij zien het mis gaan. En als wij dat roepen, dan wordt hier gezegd: ah, wij snappen wel, jullie zijn van die emotionele slachtoffers en dan zie je overal beren op de weg. Nee. Ik ben ook een genocidedeskundige. En dat jij dat niet begrijpt en niet wilt zien betekent niet dat ik een emotioneel slachtoffer ben. Het betekent alleen dat jij je kennis niet op orde hebt.”
Dít is mijn punt. Dít is precies hoe veel journalisten reageren: zij wijzen naar critici en zeggen dat ze woedend zijn, virulent haten, een ‘dictatuur van de enige juiste mening willen’, zoals deze hoofdredacteur mij eens schreef.
Nepnieuws
Ik ben de beleefdheid zelve, met sommige journalisten kan ik een allerredelijkst gesprek voeren. Ik kan fel zijn, volhardend, fanatiek, want ik meen dat kranten een grote rol spelen in ons publieke debat. Mag ik dan kwaad zijn dat Volkskrant-verslaggevers nepnieuws delen over onthoofde baby’s of conclusies van Amnesty verdraaien?
Mag mijn vertrouwen wankelen als een wetenschapsredacteur op sociale media beweert dat de “acties van Netanyahu steeds brutaler worden”? Niemand is ooit teruggekomen op dat nepnieuws. Als iemand daarvoor excuses maakt, prima, zand erover. Zo niet, dan ben ik inderdaad rechtlijnig: ik vind dat journalistieke doodzondes. Het schaadt mijn vertrouwen, en dat van andere lezers.
Controleren van de macht
Want waarom zouden uitgerekend deze verslaggevers minister Veldkamp stevig bevragen over wat ons kabinet “achter de schermen doet”? Als westerse journalisten over beweringen van hun eigen ministers – ‘ik doe aan stille diplomatie’ – niet eens weten of die waar zijn of niet, hoe kun je hun inspanningen dan beoordelen? Alleen als je ervan uitgaat dat die minister de waarheid spreekt. Is dat controleren van macht?
Ik betwijfel dat. De Adviesraad Internationale Vraagstukken adviseerde in 2013 dat op woorden daden moesten volgen. Twaalf jaar geleden! Het aantal kolonisten – de facto annexatie volgens de Israëlische mensenrechtenadvocaat Michael Sfard – is gegroeid tot meer dan een half miljoen. Zo succesvol was onze stille diplomatie. En dit is maar één rapportje, er is veel meer.
Geen verantwoording afgelegd
In mijn ogen zouden journalisten Veldkamp en co hiervoor dagelijks ter verantwoording moeten roepen. Maar ja, gaan verslaggevers dat doen die vinden dat de krant een verkeerde koers vaart? Ik denk het niet.
Deze genocide zal geboekstaafd worden als een enorme breuk in de beschaving. Ook de positie van onze kranten zal gewogen worden.
De publicaties van de Israëlische ambassadeur in de Volkskrant vind ik een historische blunder en ik vermoed dat die ook al zodanig bekend zal komen te staan. Dit alles is niet onschuldig én er wordt door de Volkskrant geen verantwoording over afgelegd, zoals andere kranten dat wél doen.
Dus ik wist eigenlijk wel wat ik kon verwachten toen ik Klok schreef dat ik hoopte dat hij een week later terug zou komen op zijn misser: niets.
Geen woord over de kritiek
Maar warempel, hij kwam terug op een misser! FC Groningen scoorde woensdagavond in de laatste minuut een doelpunt en vanwege het late tijdstip kon dat niet meer mee in de krant. Dat speet hem zeer, vooral voor lezers in Eindhoven. De krant zou ervan leren. Geen woord over de Palestijnse journalisten, geen woord over de kritiek die hij had gekregen, helemaal niets.
Wie oog in oog gestaan heeft met het geautomatiseerde wapen in Hebron, dat op basis van gezichtsherkenning op Palestijnen vuurt, begrijpt een fractie van de ernst. Ik verwacht niet dat hoofdredacties alles weten. Wat zij wél kunnen doen is mensen die deze kennis bezitten – onder wie vele van hun redacteuren – serieuzer nemen en hoger aanslaan dan de bureautafelgeleerden.
Na een paar dagen deed ik de hoofdredacteur een voorstel. Zou het niet interessant en eerlijk zijn om onze briefwisseling af te drukken in de krant?
Ik heb niets meer gehoord.
Dit artikel verscheen eerder op de Substack van Jonathan Huseman
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.