We noemen het incidenten. Maar ondertussen sterven er elke week mensen.
Iedere week lezen we het.
Steeds dezelfde koppen, steeds dezelfde reacties.
Weer iemand die van een dak gehaald wordt.
Weer een ouder die zijn kinderen meeneemt en niet meer terugbrengt.
Weer een baby die door een vader uit het ziekenhuis wordt ontvoerd.
Weer iemand met een enkelbandje naast je op de loopband.
En iedere keer schudden we ons hoofd.
"Wat erg."
"Wat heftig."
En weer door.
We gebruiken steeds dezelfde woorden: verward persoon, incidenteel.
Zo blijven we netjes op afstand.
Dan hoeven we niet te benoemen dat die verwarring vaak het eindstation is van jarenlang géén hulp krijgen.
Dat het niet ineens gebeurt.
Dat het mensen zijn die maanden, soms jaren, zijn vastgelopen.
In de wachtrijen.
In de bureaucratie.
In de papieren die ze nog moesten invullen.
In het systeem dat ooit zorg heette, maar ondertussen vooral controle en afvinken betekent.
Iedereen weet het.
Iedereen ziet het.
Iedereen kent wel iemand die wacht.
Die net niet ziek genoeg is.
Die wél hulp zoekt, maar telkens doorverwezen wordt.
Die te goed is voor opname, maar te ziek om zelfstandig overeind te blijven.
Die zichzelf volhoudt tot het niet meer gaat.
Tot het dak. Tot de krant. Tot de grafsteen.
En iedere keer zegt de politiek hetzelfde:
"Dit mag niet meer gebeuren."
"We moeten lessen trekken."
"Er wordt extra geld uitgetrokken."
En iedere keer stemmen we weer op dezelfde beloftes.
Omdat we wíllen geloven dat het straks beter wordt.
Omdat het makkelijker is iemand te verkiezen die roept dat het morgen opgelost is, dan iemand die zegt dat het jarenlange pijn en investering kost om dit echt te herstellen.
Daarom praten we liever over veiligheid.
Over handhaving.
Over agenten op straat.
Over zwaarder straffen.
Dat scoort beter in het debat.
Wie durft er nog te zeggen:
"Misschien moeten we eens investeren in het voorkómen van ellende, in plaats van alleen maar achter de feiten aanlopen?"
Maar voorkomen past niet op een verkiezingsposter.
Daarom is het makkelijker om deze mensen achteraf incidenten te noemen.
Want een incident hoef je niet te repareren.
Een incident is pech.
Helaas. Tragisch. Maar het leven gaat door.
En ik?
Ik kijk ernaar.
Iedere week opnieuw.
En ik weet: morgen is er weer iemand.
Volgende week weer een kind.
Weer een dak.
Weer een tragedie die niemand écht verrast.
We zijn eraan gewend geraakt.
We hebben er vrede mee gesloten.
Zolang het niet onze buurman is.
Niet ons kind.
Niet onze baby.
Niet onze partner.
Ik kan het alleen nog benoemen. Omdat het benoemen het enige is wat overblijft als een samenleving collectief besluit dat het zo blijkbaar wel goed genoeg is.
In dit bericht gaat het ook over zelfdoding. Mocht je daar vragen over hebben of behoefte te hebben om er over te praten, bel gratis 0800-0113 of bezoek 113.nl om te chatten.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.