
Toen ik in 2003 de Partij voor de Dieren (PvdD) ontdekte, voelde ik voor het eerst dat ik niet de enige was die geraakt werd door dierenleed. Mijn hele leven had ik te horen gekregen dat ik ‘overgevoelig’ was, als ik mijn afschuw uitte over het misbruik van dieren in de vee-industrie. Een politieke partij die opkwam voor dierenrechten in een mensenwereld die dieren vooral zag als product of voedsel; het was een openbaring.
Ik sloot me aan, hielp mee de Friese werkgroep en later de afdeling op te richten, en zag de partij in 2006 de Tweede Kamer binnenkomen. De PvdD groeide snel en breidde haar focus uit van dieren naar milieu en natuur — logisch, want ook het welzijn van dieren hangt af van hun leefomgeving. De partij was niet links of rechts, maar koos voor een 'overstijgend' belang. We waren 'de haas in de marathon': de aanjager die andere partijen bewust maakte van het immense dierenleed. Niet regeren, maar onafgebroken getuigen van het onrecht dat miljoenen dieren dagelijks wordt aangedaan.
Ik verloor vrienden omdat ik me voor dieren inzette, maar vond bij de partij veel nieuwe geestverwanten. Samen vierden we successen en hielden we vast aan onze missie, ondanks de harde politieke realiteit. We waren trots op onze oprichters — Marianne Thieme, Lieke Keller en Ton Dekker— en zetten ons met hart en ziel in. De Partij voor de Dieren werd - ook al geloofden sommige mensen niet dat het ooit kon gebeuren- een serieuze speler in het Nederlandse politieke speelveld- en ver daarbuiten! De eerste partij voor non-humans in de wereldgeschiedenis, volgens een Amerikaanse wetenschapper.*
Toen ik enkele jaren na het vertrek van Marianne Thieme weer op een congres kwam, trof ik een totaal veranderde partij aan: veel nieuwe gezichten en een andere sfeer. Toch bleef ik trouw, want het bleef “mijn” partij.
Tot 2023 leek alles goed te gaan: de PvdD stond op 12 zetels in de peilingen. Maar toen barstte er een crisis los. Integriteitkwesties leidden tot het opstappen van het hele bestuur, waarna een interim-bestuur werd gevormd. Hoewel ik daar deel van mocht uitmaken, is zelfs mij van binnenuit nooit duidelijk geworden wat er precies is gebeurd. Van de 12 verwachte zetels kregen we er maar drie.
Wat wel duidelijk was, was een drastische koerswijziging, de partij voor non-humans werd een partij voor de mensen. En voor de dieren als er tijd overbleef. Een definitieve koerswijziging die niet meer zou veranderen, vertelde nieuwe partijleider Esther Ouwehand. Mensen die zich daar niet comfortabel bij voelen worden geduid als mensen ‘die niet mee kunnen komen’ (Volkskrant 21-10). Dat klinkt alsof het gaat om mensen die slecht ter been zijn, maar in werkelijkheid gaat het om mensen die niet mee willen komen. Omdat ze willen vasthouden aan hun idealen en de dieren niet willen laten concurreren om aandacht met mensenbelangen.
Erop terugkijkend voelt het een beetje alsof je een exclusieve relatie met iemand hebt die de relatie zonder jouw medeweten omzet in een polyamoureuze relatie. Dit was niet waarvoor ik gekozen had. Dit was niet waarvoor heel veel leden gekozen hadden. De PvdD richtte zich steeds meer op wereldproblemen als oorlog, discriminatie en Gaza — belangrijke thema’s, maar ver verwijderd van het oorspronkelijke doel: het beëindigen van dierenleed. En toen de van huis uit toch echt pacifistische Partij voor de Dieren later dit jaar onverwacht instemde met verhoging van defensie-uitgaven, voelde dat voor nog veel meer leden als verraad.
Ik geloof niet dat “de wereld ingrijpend veranderd” is, zoals sommigen beweren. De afgelopen 20 jaar waren -en zijn- er oorlogen in Afghanistan, in Syrië (met een humanitaire crisis en ontelbare slachtoffers), in Jemen, in Oekraïne, in Soedan, in Ethiopië en Irak. Het is de méns die onveranderd blijft en overal en met iedereen in conflict is. Het is de mens die de aarde kapot maakt en uitwoont, het is onze eigen soort. Oorlogen, ongelijkheid en onrecht zijn van alle tijden en tegenwoordig zien we alles, iedere minuut, realtime.
Wat wél veranderd is, is de koers van de partij die ooit het onrecht jegens dieren centraal stelde. Terwijl mensen nog steeds 1,7 miljoen dieren per dag slachten in Nederland, terwijl kalfjes bij hun moeders worden weggehaald en kippen in megastallen creperen, laat mijn oude Partij voor de Dieren zich steeds meer meeslepen in menselijke problemen. Verstandig en met mededogen meestemmen: natuurlijk! Maar het voortouw nemen? Laat dat aan die andere 14 partijen over!
We kunnen als individu oorlogen tussen andere landen niet stoppen, maar we kunnen wél een einde maken aan zinloos dierenleed vlakbij. De wereld verbeteren begint bij jezelf — en een wereld die goed is voor dieren, is ook goed voor mensen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.