Ons parlement met al die mooie politieke procedures is mijns inziens weinig waard wanneer gelobby van winsthongerige bedrijven voor miljardensubsidies en belastingvoordelen ervoor kan zorgen dat we te weinig financiële middelen hebben om basisrechten zoals zorg te garanderen
Wat ik mij de afgelopen periode te midden van het politiek circus rondom Rutte meermaals afvroeg: ten bate en ten koste van wie bestaan politieke procedures zoals een motie van wantrouwen nou eigenlijk echt? Cui bono ? Ofwel, wie heeft er baat bij?
Rutte’s positie als premier zowel als fractieleider leek de voorbije weken meerdere malen in acuut gevaar te zijn. De coalitiepartners waren uitermate kritisch, de voltallige oppositie eiste zijn vertrek en belangrijker, het publieke vertrouwen in hem daalde drastisch. Rutte’s positie leek onhoudbaar, maar dankzij steun van de coalitiefracties overleefde hij uiteindelijk een motie van wantrouwen. Rutte betoonde spijt en zal naar eigen zeggen keihard werken om het geschonden vertrouwen te herstellen. Daarmee lijkt het hoofdstuk afgesloten te zijn: back to business.
Het is moeilijk in te zien waarom deze formele, politieke procedures bestaan als er praktisch nooit naar gehandeld wordt. Binnen onze parlementaire democratie zijn de momenten waarbij kwesties van geloofwaardigheid en volksvertegenwoordiging worden opgevoerd en betrokkenen aan de tand gevoeld, al schaars. In de sporadische gevallen dat dit wel gebeurt, zoals afgelopen april, zijn de debatten altijd onderhevig aan politieke vernuftigheden, spelletjes en de neiging om rond de waarheid te draaien. In bijna alle gevallen overwinnen deze kneepjes, blijft de waarheid in het midden, of wordt de verantwoordelijkheid in ieder geval niet bij de schuldige(n) gelegd.
Wie profiteert van de beeldvorming dat politiek louter procedures en processen omvat die zich ver van onze realiteit afspelen, in plaats van dat politiek zich voltrekt in onze realiteit en te maken heeft met macht en sociaaleconomische belangenbehartiging? Nogmaals, cui bono ?
Te midden van deze verwarrende staat van onze parlementaire democratie moeten wij onszelf eraan herinneren waarom democratie eigenlijk bestaat. Wat is de belofte van de democratie? Men denkt bij democratie aan een land waarin het volk regeert middels een volksvertegenwoordiging en de daarbij behorende politieke procedures. De geschiedenis toont echter aan dat mensen altijd een beroep deden op democratie en haar principes omdat zij dat het beste systeem achtten om hun sociaaleconomische belangen te behartigen.
Democratie is daarom ook meer dan een reeks politieke procedures. Zoals politiek analist Michael Parenti claimt in zijn bestseller Democracy for the Few , “om haar naam waardig te zijn zou de democratie het welzijn van de mensen moeten verhogen.” Of een politiek systeem democratisch is, of niet, hangt niet alleen af van de gevolgde procedures, maar met name van de reële materiële voordelen en de sociale rechtvaardigheid waar het voor staat. Laten we nu eerlijk zijn: op welke momenten in de politieke gekte van de afgelopen maanden bleken deze twee beloftes dé speerpunten van onze democratie?
Neem een veelzeggend voorbeeld van typisch politiek beleid tijdens de coronacrisis waarin onze democratische overheid maar weinig op had met sociale rechtvaardigheid. KLM en Shell, bedrijven met miljardenomzetten en miljoenenwinsten gingen er vandoor met torenhoge bedragen aan coronahulp die tot in de miljarden liepen. Dat terwijl onze verpleegkiundigen in de zorg op hun tandvlees liepen, wat grotendeels te wijten is aan structurele onderbezetting die veroorzaakt is door decennialang bezuinigingsbeleid.
Dat is het contrast van onze parlementaire democratie. Ons parlement met al die mooie politieke procedures is mijns inziens weinig waard wanneer gelobby van winsthongerige bedrijven voor miljardensubsidies en belastingvoordelen ervoor kan zorgen dat we te weinig financiële middelen hebben om basisrechten zoals zorg te garanderen.
De schadelijke gevolgen van decennialang afbraakbeleid en marktgericht bestuur in de publieke sector en de zorg worden steeds duidelijker. De coronacrisis raakt de meest kwetsbaren in de samenleving, op zowel sociaaleconomisch vlak als in de zorg. Er is sprake van constant toenemende ongelijkheid. De klimaatcrisis vereist bovendien hoogst acute oplossingen. We zouden er dan ook goed aan doen om vaker stil te staan bij de vraag wie beter wordt van het politiek beleid en wie niet. Cui bono, Rutte ?