Nieuws gaat niet alleen over wat iemand zegt, maar ook over wie er geraakt wordt.
De recente media-aandacht voor Anouks uitspraken over trans vrouwen laat opnieuw zien hoe vaak de beeldvorming rond transgender personen niet wordt bepaald door henzelf, maar door degenen die hen marginaliseren.
Anouk was te gast bij Eva, en wat zich daar ontvouwde was illustratief voor hoe gesprekken over uitsluiting vaak verlopen. Op de vraag van Eva Jinek waarom ze vorig jaar februari haar bericht op Threads plaatste — een foto van menstruatiebloed met de tekst: “Je 'peepee' eraf hakken, maakt je nog geen vrouw, maar dit wel” — antwoordde Anouk dat ze het gewoon ‘grappig’ vond. Ze vertelde in detail hoe geslaagd ze de foto zelf vond, omdat het eruitzag als een ‘slagveld’.
Wanneer Eva vraagt of ze begrijpt waarom mensen boos waren, zegt Anouk: “Het is maar door welke lens je wil kijken. Ik dacht dat mensen een beter inschattingsvermogen zouden hebben.” En wanneer Eva benoemt dat veel mensen gekwetst waren — ook mensen die haar hoog hadden zitten — antwoordt ze: “Ik heb daar geen controle over. Ik kwets altijd mensen. Je kunt het nooit goed doen.” Geen excuses, geen reflectie, maar een mengeling van zelfmedelijden en relativering. Het was, zegt ze, ‘een pittig jaar met slechte pers’.
Het fragment legt een zorgwekkend patroon bloot: hoe snel een gesprek over uitsluiting verandert in een gesprek over hoe moeilijk het is om aangesproken te worden op uitsluiting. De beleving van de spreker centraal, het perspectief van de mensen die de gevolgen ervan dragen afwezig.
Die blikvernauwing wordt versterkt in de berichtgeving die erop volgt. Zowel RTL Boulevard als LINDA.nl plaatsten korte artikelen waarin Anouks kant van het verhaal volledig domineert: háár beleving, háár bedoelingen, háár interpretatie van de ophef die volgde op haar uitlating. LINDA.nl schreef: “Een foto van een wc-pot met bebloed papier op Threads plaatsen, met daarbij de woorden ‘je pipi eraf hakken maakt je geen vrouw’. Dat kwam Anouk vorig jaar duur te staan.” Niet: “Dat deed pijn bij veel trans mensen.” Niet: “Dat bevestigde schadelijke stereotypen.” Nee — het drama is wat het haar kostte. Alsof het grootste probleem bij transfobie is dat iemand erop wordt aangesproken.
Het is tekenend hoe deze gesprekken, en de verslaggeving erover, zich bijna altijd richten op de intentie van de dader in plaats van de impact van diens woorden. Daardoor ontstaat het idee dat het erger is om van iets beschuldigd te wordendan om daadwerkelijk op een uitsluitende of kwetsende manier bejegend te worden. De impact op trans mensen raakt daardoor verder op de achtergrond, terwijl de spotlight blijft staan op het ongemak of de verontwaardiging van de spreker.
Die omkering van perspectief is niet uniek voor transfobie. Wanneer iemand racistische uitspraken doet, gaat het in de media vaak over diens reputatieschade of de angst van die persoon om ‘gecanceld’ te worden, niet over de pijn van mensen van kleur. Wanneer een man grensoverschrijdend gedrag vertoont, ligt de focus op zijn carrière of zijn spijt — niet op het verhaal van het slachtoffer. En wanneer iemand iets kwetsends zegt over trans mensen, gaat het over hoe zwaar het is dat je “niets meer mag zeggen.” Het zijn allemaal variaties op hetzelfde mechanisme: empathie verschuift systematisch richting degene met de meeste macht, niet degene met de meeste schade.
Nieuws gaat niet alleen over wat iemand zegt, maar ook over wie er geraakt wordt. Als media het gesprek bepalen, maar structureel de stemmen van minderheden weglaten, versterken ze het probleem waar ze verslag van doen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.