Het is toch vreemd dat politici nu een beroep doen op de ‘vrijheid’ om ons weer in hokjes te stoppen?
Sunita Biharie schreef dit stuk samen met Ronald van Raak
De een is jong en de ander oud, de een bi en de ander hetero, de een zwart en de ander wit. De ene schrijft op Joop en de ander op TPO. Genoeg redenen volgens sommige mensen waarom wij elkaar zouden moeten bestrijden. Maar dat doen we toch maar niet. Wij voeren immers dezelfde strijd, die van een zwarte man, van Martin Luther King. Die ons beiden leert: ‘We must learn to live together as brothers or perish together as fools’.
Het begon toen Ronald een column schreef over de uitlatingen van Tunahan Kuzu van DENK over politici van Turkse afkomst en de aanval van Bij1 van Sylvana Simons op een witte partijgenote. In de column stelde hij de vraag of DENK en Bij1, die zo graag voorop willen lopen in de strijd tegen discriminatie, wel beseffen dat zij zelf andere mensen discrimineren. Toen Sunita de column retweette brak echter de hel los.
Vrijheid en hokjes Wat moet een zwarte socialiste nou met de opmerkingen van linkse activisten, dat ze een ‘huisslaaf’ is als ze samenwerkt met een witte partijgenoot? Moet ze soms luisteren naar rechtse politici die zeggen dat onze cultuur een ‘boreale’ aangelegenheid is? Wat kunnen de mensen met dit soort geklets? Kun je daarmee een betaalbaar huis krijgen, of levert het je een beter loon op? Kunnen mensen door deze segregatie hun zorgkosten betalen, krijgen we zo dan wel een rechtvaardig klimaatbeleid? Wij dachten van niet. Wij zijn beide actief in een partij die niet is opgericht om mensen in hokjes te stoppen, maar om mensen bij elkaar te brengen. Het was een verworvenheid van onze beschaving dat je leeftijd of je sekse of je kleur niet meer zou bepalen wie je bent en wat je mag doen. Het is toch vreemd dat politici nu een beroep doen op de ‘vrijheid’ om ons weer in hokjes te stoppen?
Discriminatie is een veelkoppig monster. Er is racisme, bij alle bevolkingsgroepen in ons land. En er is seksisme, ook die strijd is hier nog lang niet gestreden. Maar heel bepalend voor de kansen die je krijgt is ook je sociale afkomst, dat wat wij graag ‘klasse’ noemen. De opleiding van je ouders, de rijkdom van je familie. Of je invloedrijke netwerken hebt, of je de culturele codes kent van de elite. Een witte man die hard werkt, maar toch niet kan rondkomen, die kent maar weinig ‘privileges’.
Kansen Een zwarte vrouw die opgroeit in een elite-familie heeft in dit land veel betere kansen. Wij strijden tegen alle discriminatie, tegen racisme, tegen seksisme en vooral tegen klassisme. Zolang de rijken rijker worden en de armen armer, laten wij ons niet verdelen. Niet door ‘rechts’ en ook niet door ‘links’. De meeste mensen zitten niet te wachten om beoordeeld te worden op hun afkomst, maar beseffen dat ze dezelfde belangen hebben. Wij voeren geen rassenstrijd, maar een klassenstrijd.
Sunita Biharie schreef dit stuk samen met Ronald van Raak