Mark Rutte heeft als secretaris- generaal van de NAVO aan alle lidstaten een duidelijke waarschuwing gegeven om méér geld aan defensie te besteden en de samenlevingen beter voor te bereiden op de huidige oorlogsdreiging en een mogelijke oorlog.
De waarschuwing is vooral bedoeld voor lidstaten waarvan de politici en burgers zich nog relatief veilig wanen. Zoals bijvoorbeeld in Nederland. De discussie die losgebarsten is over de mededeling van premier Schoof om een noodpakket aan te schaffen en contant geld in bezit te hebben is illustratief voor hoe de meningen verdeeld zijn in Nederland.
Een transitie van een gewone florerende economie naar een economie met een omvangrijke oorlogsindustrie, in een samenleving die door vergrijzing al een structureel tekort aan personeel heeft, zal onmiskenbaar grote gevolgen hebben voor onze (individuele ) welvaart.
De vraag rijst dan ook of in onze sterk geïndividualiseerde samenleving het kwartje wel valt van de indringende boodschap van Rutte. Waarin immigratie, bestaanszekerheid, woningnood, zorg, onderwijs en inflatie belangrijke onderwerpen zijn waar we ons druk over maken en onze handen al vol aan hebben.
Een oorlogsindustrie en leger opbouwen kost niet alleen veel geld maar doet ook een beroep op extra personeel terwijl er nu al een schreeuwend tekort aan arbeidskrachten is.
Het belangrijkste gevolg van de waarschuwing van Rutte is evenwel de druk op de overheidsuitgaven omdat een significant deel aan defensie zal moeten worden uitgegeven. Dat kan met zekerheid niet zonder bezuinigingen op ander uitgaven.
De broekriem aanhalen zal naar verwachting dan ook onvermijdelijk zijn en het economisch toekomstperspectief in negatieve zin doen veranderen voor alle generaties.
De oorlogsdreiging vraagt om sterk aansprekend politiek leiderschap en breed politiek draagvlak in Nederland. Het kabinet Schoof heeft tot nu toe aangetoond aan die voorwaarden niet te voldoen.