We maken onderscheid tussen de ‘lieve buren’ die we persoonlijk kennen, en de ‘anderen’ die we niet kennen en over wie we toch oordelen.
Als ik terugdenk aan mijn aankomst in Nederland, denk ik aan een ontmoeting tussen twee werelden. Geboren in Punjab, India, en opgegroeid als Sikh, kwam ik op mijn 13e naar Nederland. Het was een sprong in het diepe maar ik werd met warmte ontvangen door de mensen hier. Nederland leerde me waarden als solidariteit, saamhorigheid en ‘leven en laten leven’. Toch was die weg naar verbondenheid soms hobbelig en complex, iets wat ik al snel in mijn eigen buurt ervoer.
Toen ik 17 was, vond ik samen met mijn moeder een woning in een nieuwe straat. We ontmoetten onze overbuurvrouw, een vriendelijke, oudere dame, die ons meteen vertelde dat de buurt heel rustig was. Toen ik beleefd antwoordde, reageerde ze wat scherp en wantrouwend. Haar houding veranderde onverwachts toen ik vertelde dat ik uit India kwam; ineens leek ze gerustgesteld. Ze riep naar een andere buurvrouw: “Maak je geen zorgen, hij komt uit India. Hij is geen Marokkaan.” Vanaf dat moment leek ik, als Sikh, geen fouten meer te kunnen maken in haar ogen. Het zette me aan het denken over hoe afkomst, en niet gedrag, haar beeld bepaalde.
Enkele jaren later verhuisden haar Nederlandse buren en hun plaats werd ingenomen door een Marokkaans gezin. Ik was benieuwd naar haar reactie en vroeg haar na enige tijd wat ze van de nieuwe buren vond. Tot mijn verrassing vertelde ze dat ze juist blij was dat haar vorige buren waren vertrokken, omdat ze vaak overlast veroorzaakten en geen rekening hielden met anderen in de straat. Tot mijn verbazing sprak ze lovend over haar nieuwe Marokkaanse buren. Ze hielpen haar met boodschappen en kookten soms voor haar. “Zie je?” zei ik lachend, “Marokkanen vallen wel mee.” Maar haar antwoord verbaasde me opnieuw: “Nee, alleen deze mensen zijn lief.”
Deze reactie was voor mij een sprekend voorbeeld van hoe hardnekkig generalisaties kunnen zijn. De overbuurvrouw koesterde positieve ervaringen met haar Marokkaanse buren, maar haar algemene beeld van Marokkanen bleef negatief. Dit fenomeen zien we maar al te vaak. We maken onderscheid tussen de ‘lieve buren’ die we persoonlijk kennen, en de ‘anderen’ die we niet kennen en over wie we toch oordelen.
Mijn verhaal staat niet op zichzelf. De spanning tussen beeldvorming en realiteit belemmert onze samenleving. We missen zoveel waardevolle kansen voor verbinding doordat we vastzitten in vooroordelen, soms zelfs zonder dat we het zelf doorhebben. Want stel je eens voor: wat als we allemaal op zoek zouden gaan naar de lieve buren van anderen? Wat als we ons zouden openstellen voor hun ervaringen, hun verhalen en hun menselijkheid? Dan zouden we zien dat we dezelfde waarden delen. We willen allemaal in een samenleving leven waar solidariteit, saamhorigheid en respect centraal staan.
Daarom is mijn oproep simpel: leer de buren van anderen kennen, ongeacht hun achtergrond, want die zijn ook lief. Dit is niet alleen een uitnodiging aan autochtonen, maar ook aan allochtonen. Laten we vooroordelen achter ons laten en elkaar leren kennen om wie we werkelijk zijn. Alleen zo kunnen we polarisatie tegengaan en bouwen aan een samenleving die is gebaseerd op begrip en respect voor iedereen.